De politiek van tijd

Tijd, treinen en tijdzones.
Het is weer zover: de bladeren worden bruin, bomen kaler, avonden korter en de klok gaat een uurtje terug. Dit brengt elk jaar ook dezelfde discussies en vragen met zich mee, zoals welke dag nou ook alweer de klok wordt verzet, is dat dan voor- of achteruit en is het niet hoog tijd om die halfjaarlijkse wissel af te schaffen? Waar tijd zelf iets heel natuurlijks is, is de manier waarop we tijd organiseren dat niet. Onze huidige indeling is zelfs relatief nieuw! Het gebruik van minuten en wintertijd tot tijdzones is van groot praktisch belang, maar deze structurering is ook gevoelig voor politieke invloeden. Dit artikel verkent de organisatie van tijd en de politieke aspecten daarvan.
Gestandaardiseerde tijd en de post
Tijd op zich is een natuurlijk fenomeen, namelijk de aaneenschakeling van momenten. Al duizenden jaren gebruikt de mens apparaten en trucjes om tijd te meten. Waar de Egyptenaren al in 12.000 voor Christus gebruik maakten van zonnewijzers en waterklokken om de tijd bij te houden, deed in zesde eeuws China de incense klok zijn intrede bij veel huishoudens en tempels. Beschikte je niet over deze middelen, dan kon je altijd nog naar de stand van de zon kijken – mits je wist hoe de zonnetijd werkt. Deze tijd kan tussen naburige dorpen al met een paar minuten verschillen. Van (nationaal) gestandaardiseerde tijd was dus geen sprake.
Deze verschillen vormden een probleem in de industriële- en communicatierevolutie. De oprichting van een nationaal communicatienetwerk – de nationale postdienst – in Groot-Brittannië in 1780, ging gepaard met de introductie van een uniforme standaardtijd. Elke postbezorger moest een uurwerk bij zich dragen dat de correcte tijd weergaf conform de Greenwich Mean Time (GMT). GMT is vernoemd naar het destijds meest accurate Britse observatorium, dat gelegen was in Greenwich. Pas met andere ontwikkelingen, zoals de komst van een uitgebreid treinnetwerk, werd de gestandaardiseerde tijd ook relevant voor andere burgers die géén postbezorger waren. Dit proces wordt de denaturalisatie van tijd genoemd.
Treinen en tijdzones
In de Verenigde Staten (VS) leidde de aanleg van een treinnetwerk ook tot het creëren van een standaardtijdzone. De VS zijn immers een stuk groter dan Groot-Brittannië en spannen zich zodoende uit over meer lengtegraden. Met lengtegraden, die variëren van 0° tot 180°, wordt de oost-westpositie van een bepaald punt aangegeven. De aarde draait in een etmaal om de zon, dus het is handig om de kaart op te splitsen in vierentwintig tijdzones van 15° breed. Zo komt overal de kloktijd – ongeveer – overeen met de tijd die kan worden afgelezen van de zonnestand.
Toen treinnetwerken zich over het gehele Europese continent uitbreidden, groeide ook daar de noodzaak tot de introductie van tijdzones. Een van de doorslaggevende gebeurtenissen was de aanleg van een telegrafische verbinding tussen de VS en Europa, in de jaren 1870. Het idee werd geopperd om de hele wereld in tijdzones te verdelen. Dit ging – uiteraard – gepaard met wat diplomatiek gesteggel. Zo was Frankrijk niet blij met de GMT als standaard, aangezien Greenwich op het grondgebied van aartsrivaal Groot-Brittannië lag. De uiteindelijke indeling werd goedgekeurd tijdens de International Meridian Conference in 1884. Dat werd tijd! Dit betekende overigens niet dat elk land spontaan de lokale tijd in het verleden liet en overging op gestandaardiseerde tijd. Dit was een geleidelijk proces waar tijd overheen is gegaan.
Gelukkig voor Frankrijk is de internationale tijdsaanduiding sinds 1972 overgegaan op Universal Time Coordinated (UTC). UTC is gebaseerd op het gemiddelde van meer dan 450 atoomklokken, die wereldwijd zijn gestationeerd in meer dan 80 laboratoria, genaamd International Atomic Time. Deze atoomklokken zijn nauwkeuriger dan de astronomische klokken die eerder werden gebruikt. Ze meten namelijk de trillingen van atomen, wat een zeer regelmatig proces is. De afwijking bedraagt slechts één seconde in ruim 30 miljard jaar. Hoewel dat al erg indrukwekkend is, zijn er nu zelfs thoriumklokken in de maak met een nog grotere precisie, namelijk een afwijking van slechts een seconde in meer dan 300 miljard jaar.
Politiek tintje
Hoewel dit ogenschijnlijk objectief klinkt, waren tijdzones al vanaf het begin politiek beladen. Zo was het aannemen van de Greenwich-meridiaan als nulpunt voor de wereldtijd een teken van de Britse hegemonie. De verspreiding van deze tijdzone-constructie over de hele wereld hing samen met de manier waarop Europa keek naar mondiale controle. Europa, en met name Groot-Brittannië, had controle over het vaststellen van de internationale tijdstandaard, waardoor Europese belangen en perspectieven prioriteit kregen. Andere landen en regio’s moesten zich aanpassen aan dit systeem. Een voorbeeld is de alom geaccepteerde wereldkaart waarbij Europa in het midden ligt . Zo zie je maar dat politieke hegemonie niet alleen plaatsvindt op economisch of politiek niveau, maar ook invloed heeft op abstracte concepten zoals tijd.
Een andere manier waarop de Europese benadering van tijd doorwerkt op de structurering ervan, is het uitgangspunt van een lineaire tijdsopvatting. Hierbij worden gebeurtenissen gezien als een opeenvolging die zich voortbeweegt van het verleden, via het heden, naar de toekomst. Vaak gaat dit gepaard met het idee van vooruitgang. Een andere benadering van tijd is bijvoorbeeld circulaire tijd, waarbij tijd juist – de naam verraadt het al – als cyclisch of dynamisch wordt begrepen. Hierbij zijn verleden, heden en toekomst niet strikt van elkaar gescheiden en zijn bijvoorbeeld gebeurtenissen, seizoenen en levensfasen wederkerig. Deze verschillende tijdsopvattingen beïnvloeden niet alleen hoe we de wereld begrijpen, maar ook hoe we ons leven en onze maatschappij structureren.
Tijdzones vandaag de dag
Wie naar een wereldkaart met tijdzones kijkt, zal zien dat deze niet netjes per 15° zijn onderverdeeld. Daar zijn verschillende verklaringen voor. Zo liggen de landsgrenzen niet altijd netjes binnen een tijdzone, maar kiest een land er om praktische redenen wel voor om overal dezelfde tijd aan te houden. Het is gebruikelijk dat wanneer een land voor 90% in een bepaalde tijdzone ligt, de overige 10% van dat land daar ook onder valt. Ook worden de grenzen van tijdzones geregeld om dichtbevolkte gebieden heen gelegd. Slechts tien landen gebruiken binnen hun landsgrenzen meerdere tijdzones. Het land met de meeste tijdzones is Frankrijk, vanwege de vele overzeese gebieden. Het land beslaat twaalf tijdzones, en zelfs dertien gedurende de zomertijd.
De lijnen van tijdzones zijn tevens beïnvloed door politieke motieven of gebeurtenissen. Zo gebruikte Spanje voor de Tweede Wereldoorlog GMT, maar sloot het land zich in 1940 aan bij de Central European Time (CET). Hiermee kwam Spanje in dezelfde tijdzone als het door Duitsland bezette gebied in Europa. Hoewel Spanje neutraal was gedurende de Tweede Wereldoorlog, was dit wel een subtiel teken van steun. Na de oorlog is de tijdzone zowel in Spanje als in andere, wel bezette landen niet meer naar de oorspronkelijke tijdzone terug veranderd. Sommige mensen zien dit als een verklaring voor het leefritme dat Spanje typeert, zoals de late maaltijden en siësta’s. Daar komt nog bij dat Spanje zo breed is dat er, als je naar de stand van de zon kijkt, er een uur verschil zit tussen het meest oostelijke en meest westelijke punt van het land.
Een voorbeeld bij uitstek is China. Geografisch gezien spant China vijf tijdzones, oftewel 60°. Het land houdt sinds de Chinese Revolutie van 1949 echter slechts één tijdzone aan, namelijk de China Standard Time (CST). In China zelf wordt het de Beijing Time (BJT) genoemd, aangezien het de tijd van de hoofdstad als standaard gebruikt. Een belangrijke reden hiervoor is dat het past bij het beeld van een ‘verenigd en uniform China’. Ook is het een kenmerk van de sterke politieke centralisatie die China typeert. In dit geval is tijd dus zowel sterk politiek als symbolisch.
In Marokko wordt om hele andere redenen met tijd gespeeld. Elk jaar op de zondag vóór Ramadan, wordt de klok een uur terugdraait. De klok wordt weer een uur vooruit gezet op de zondag na Ramadan. Ramadan is de negende maand van de islamitische kalender en markeert voor moslims een heilige maand van inkeer en bezinning. Hierbij horen extra dagelijkse gebeden en vasten tussen zonsopkomst en zonsondergang. Door de klok een uur terug te draaien, vindt de zonsondergang ‘vroeger’ plaats en kunnen moslims het vasten ‘eerder’ verbreken en de iftar nuttigen.
Verder zijn er meerdere landen die van tijdzone zijn veranderd om hun onafhankelijkheid van andere landen of regio’s te benadrukken. Zo stelde Noord-Korea in 2015 een eigen tijdzone in, namelijk de Pyongyang Tijd (UTC+8:30), om zo af te wijken van de tijdzone van Japan en Zuid-Korea (UTC+9). Het verschil was hier dus dertig minuten. In 2018 heeft Noord-Korea dit echter alweer teruggedraaid als symbool van toenadering en unificatie, tijdens een periode van gesprekken met Zuid-Korea.
Ook de Noord- en Zuidpool zijn een geval apart. Als je een rondje om de een van de polen loopt, doorkruis je theoretisch gezien alle vierentwintig tijdzones. Beide polen hebben om deze reden geen officiële tijdzone. Aan de zon als tijdsindicatie heb je ook weinig, aangezien deze maar eens in de zes maanden opkomt. Antarctica heeft geen vaste bevolking maar er verblijven wel veel wetenschappers en ondersteunend personeel. Om praktische redenen houden zij de tijd van Nieuw-Zeeland aan. Daar komen namelijk hun bevoorradingen vandaan. Deze keer dus geen politieke, maar praktische reden.
Zomer- en wintertijd in Europa
Landen kunnen in de zomer afwijken van de standaardtijd door de invoering van zomertijd (Daylight Saving Time (DST)), waarbij de klok in de lente een uur vooruit gaat en in oktober weer een uur terug. Het oorspronkelijke doel van zomertijd was energiebesparing, een maatregel die voor het eerst tijdens de Eerste Wereldoorlog door Duitsland werd ingevoerd om kolen te besparen. Tijdens het interbellum werd de zomertijd afgeschaft, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog haalden de Duitsers de zomertijd weer uit de kast. Zoals eerder benoemd, gingen toen ook de door hen bezette gebieden over op de Central European Time. Na de Tweede Wereldoorlog werd de zomertijd weer opgedoekt, maar deed het weer zijn intrede tijdens de oliecrisis van 1977.
Het systeem is sinds 1980 op Europees niveau geregeld in Richtlijn 2000/84/EG, maar discussie laait elk jaar op. Er is een tijd van komen en een tijd van gaan, en veel mensen menen dat het voor zomertijd tijd is om te gaan. Op 12 september 2019 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan om de omschakeling tussen winter- en zomertijd te stoppen. Reden daartoe is dat zowel burgers als het Europees Parlement en een groeiend aantal lidstaten het systeem in twijfel trekken. Uit een publieke consultatie van 4.6 miljoen Europese burgers blijkt dat maar liefst 84% voorstander was van het afschaffen van de zomer- en wintertijd.
Hoewel lidstaten zelf hun tijdzone mogen kiezen, is geharmoniseerde regelgeving op dit vlak erg belangrijk voor het goed functioneren van de interne markt. Dit wordt duidelijk benadrukt in het voorstel van de Commissie. Een ander argument is de negatieve impact op onze biologische klok, of dat het niet meer tot een vermindering van het energieverbruik leidt. Een argument tegen de afschaffing is echter dat het goed is voor de gezondheid van mensen als het in de zomer een uur langer licht is, iets waar bovendien ook de toeristische sector van profiteert. In 2021 heeft het Europese Parlement over het voorstel gestemd. Het stemde vóór het beëindigen van de zomertijd in 2021. De Europese Raad heeft desalniettemin nog geen standpunt ingenomen, waardoor er sindsdien geen schot in de zaak zit en een definitieve wijziging (nog) niet heeft plaatsgevonden.
Tijd en economie
Zoals eerder benoemd, is geharmoniseerde regelgeving erg belangrijk voor het functioneren van de Europese interne markt. Naar de invloed van tijd op handel is veel onderzoek gedaan. Zo heeft onderzoek over de impact van tijdzones uitgewezen dat deze zodanig is, dat het als een ‘onafhankelijke drijvende kracht’ in wereldwijde handelspatronen kan worden beschouwd. Uit onderzoek naar wederzijdse grensoverschrijdende investeringen blijkt bovendien dat tijdsverschil een aanzienlijke negatieve impact kan hebben op de bestemming van dergelijke investeringen. Het effect is relatief klein als het gaat om handel in plaats van investeringen. De onderzoekers gooien ook de vraag op of deze impact zal verminderen met de opkomst van nieuwe informatietechnologie. Daarop anticiperen ze zelf dat dit waarschijnlijk niet het geval zal zijn, nu deze impact met de tijd alleen maar is toegenomen.
Een land dat om economische redenen van tijdzone is veranderd is Samoa. Het land schakelde op 29 december 2011 over van UTC-11 naar UTC+13. Vanwege het grote verschil sloeg Samoa de datum van 30 december over. De reden daartoe was dat de overheid handel en samenwerking met landen als Nieuw-Zeeland, Australië en China wilde bevorderen. Deze landen liepen echter een dag voor op Samoa. Zo was er voor 2011 een tijdsverschil van eenentwintig uur met Sydney. Handelaars moesten daardoor rekening houden met niet twee maar drie dagen die in het weekend vallen.
Tijd is dus niet alleen een natuurkundig fenomeen, maar ook een sociaal en politiek construct, gevormd door historische, economische en geopolitieke factoren. Zodoende is de structurering van tijd nog steeds onderhevig aan verandering en discussie. Deze trend zou de EU voortzetten als het besluit de zomer- en wintertijd af te schaffen. We zullen zien wat de tijd brengt.
Julia studeert Liberal Arts and Sciences aan de Universiteit Utrecht, met een hoofdrichting in Internationale betrekkingen in historisch perspectief. Daarnaast heeft ze de bachelor Rechtsgeleerdheid met notarieel traject afgerond.
Beeld: Shutterstock