Conflict en Defensie

Een Onderwater Offensief

Een Onderwater Offensief - Shaping Europe

De kwetsbaarheid van infrastructuur in de Oostzee.

De afgelopen maanden is de Oostzee het toneel geworden van een reeks incidenten waarbij cruciale onderzeese kabels tussen verschillende lidstaten van de Europese Unie (EU) mogelijk zijn gesaboteerd. De Oostzee, met een gemiddelde diepte van ongeveer 52 meter, heeft een complex netwerk van telecommunicatielijnen, elektriciteitskabels en gaspijpleidingen op de zeebodem. In november en december van 2024 werden verschillende van deze kabels, zoals die tussen Duitsland en Finland, beschadigd of zelfs doorgesneden, waardoor storingen ontstonden. Hoewel accidentele schade aan deze onderzeese kabels niet volledig kan worden uitgesloten, wijst het onderzoek naar deze incidenten er sterk op dat de schade het gevolg kan zijn geweest van doelbewuste acties.

Als gevolg daarvan hebben de lidstaten opgeroepen tot een betere beveiliging van de Europese onderzeese infrastructuur. De bescherming van dit soort infrastructuur blijkt echter lastig en kostbaar vanwege de diepte en omvang ervan. Daardoor blijft de infrastructuur zeer kwetsbaar voor sabotage door partijen die de communicatie- en energie-infrastructuur van Europa willen ontwrichten. In reactie op de laatste incidenten heeft Finland een verdacht schip in beslag genomen en heeft de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) aangekondigd haar militaire aanwezigheid in de Oostzee te willen versterken.

Wie is verantwoordelijk voor het saboteren van de onderzeese infrastructuur in de Oostzee? Wat kunnen de redenen daarvoor zijn? En wat kan de EU doen om deze cruciale infrastructuur te beschermen?

Een reeks mysterieuze, maar ernstige incidenten

De zeebodem rond Europa kent een complex en uitgebreid netwerk van telecommunicatieverbindingen, energiekabels en gaspijpleidingen. Onderzeese telecomkabels dragen ongeveer 99 procent van alle data ter wereld en zorgen zo voor soepele digitale communicatie. Dit maakt ze onmisbaar in de huidige wereld van globalisering en interconnectiviteit. Ook onderzeese energiekabels zijn van cruciaal belang voor Europa in de aanvoer van groene energiebronnen. Deze kabels zorgen voor de overdracht van elektriciteit van windparken voor de kust naar centrales aan land. Met andere woorden, deze kabels op de zeebodem zijn cruciaal voor de continuïteit van de energievoorziening en digitale verbindingen tussen Europese landen.

Het saboteren van onderzeese kabels wordt vaak een vorm van ‘hybride oorlogsvoering’ genoemd. Dit is het gebruik van conventionele en onconventionele middelen door een staat of niet-statelijke partij onder de drempel van detectie en attributie, met als doel om instabiliteit te creëren in de landen die doelwit zijn. De nieuwe secretaris-generaal van de NAVO, Mark Rutte, zei: “NAVO-bondgenoten zullen samen blijven optrekken om deze bedreigingen het hoofd te bieden door middel van een reeks maatregelen, waaronder het delen van meer inlichtingen en een betere bescherming van kritieke infrastructuur.”

Wegens de kwetsbaarheid van onderzeese infrastructuur is het geen verrassing dat dit volgens de NAVO een aantrekkelijk doelwit is geworden voor hybride aanvallen, met name door statelijke actoren. Deze actoren vormen de grootste bedreiging vanwege hun capaciteiten en strategische drijfveren voor doelbewuste sabotage en spionage. Sinds de Russische invasie van Oekraïne in 2022 is het geopolitieke landschap aanzienlijk veranderd. In het bijzonder de onderzeese infrastructuur van de Oostzee wordt steeds meer bedreigd door sabotage, zoals de explosie van de Nord Stream 2, een gaspijpleiding die Duitsland met Rusland verbindt. Hoewel de betrokkenheid van Rusland in dit specifieke geval later werd ontkracht, wijzen de onderzoeken naar de nieuwe incidenten die zich eind 2024 voordeden wel in de richting van Rusland en mogelijk ook richting China.

Het eerste incident in de reeks vond plaats op 17 en 18 november 2024. Er werd gemeld dat twee onderzeese telecommunicatiekabels waren doorgesneden. De ene was een kabel tussen Finland en Duitsland, de andere tussen Zweden en Litouwen. De Finse cyberbeveiligingsorganisatie Cinia suggereerde dat deze onderbrekingen veroorzaakt zouden kunnen zijn door een “externe kracht”, opzettelijk of accidenteel. De exacte details zijn nog onduidelijk, maar de Zweedse politie is een onderzoek gestart naar de vermoedelijke sabotage. De focus van het onderzoek is een onder Chinese vlag varende bulkcarrier, de Yi Peng 3, die aanwezig was op de locatie van de kabels toen de verstoringen plaatsvonden. In reactie op het onderzoek heeft China toegezegd te willen helpen, terwijl Rusland elke betrokkenheid bij het incident ontkende. Volgens veiligheidsbronnen was de bulkcarrier verantwoordelijk nadat bleek dat het zijn anker over de zeebodem zou hebben gesleept.

Het incident van november is vergelijkbaar met een incident dat twee jaar geleden plaatsvond. In oktober 2023 beschadigde een Chinees schip, de NewNew Polar Bear, eigendom van Hainan Xin Xin Yang Shipping Co, naar verluidt twee kabels en een gaspijpleiding in de Oostzee. Destijds deed China soortgelijke beloften om te helpen bij het onderzoek, maar het schip werd niet gestopt en meer dan een jaar later hebben Europese onderzoekers nog steeds geen conclusies kunnen presenteren.

Na het incident in november 2024 vond een tweede incident plaats op 25 december (eerste kerstdag). Een energiekabel en drie telecommunicatiekabels tussen Finland en Estland werden beschadigd en doorgesneden. Volgens de Estse minister van Justitie, Liisa Pakosta, “kan dit niet per ongeluk zijn gebeurd”. Niet veel later werd bekend dat de politie opnieuw de betrokkenheid van een buitenlands schip onderzocht. Deze keer zou de onder de Hong Kong-vlag varende Xin Xin Tian 2 in de buurt zijn geweest van de kabel op het moment van de storing. Naarmate nieuwe details bekend werden, verschoof de verdenking echter naar een ander schip: de olietanker Eagle S. Van deze tanker is bekend dat hij deel uitmaakt van de Russische schaduwvloot. Deze vloot bestaat uit een groeiend aantal verouderde en slecht onderhouden schepen die door Rusland worden gebruikt om de sancties van het Westen te omzeilen en mogelijk onderzeese infrastructuur in kaart te brengen.

De oorzaak van de storingen: opzet of per ongeluk?

Bij de bovengenoemde incidenten blijkt uit verslagen dat de schepen zich in de buurt van de specifieke kabels bevonden toen de onderbrekingen en uitval zich voordeden. Met betrekking tot het incident van 18-19 november onthulde de Deense omroep TV2 dat transpondergegevens van de Yi Peng 3 toonden dat de snelheid van het schip direct boven drie Deens-Zweedse kabels was afgenomen, een actie die experts onnodig achten. Verder toont onderzoek van de omroep met een onderwaterdrone een lang sleepspoor, evenals een diepe afdruk op de zeebodem, die het resultaat kunnen zijn van een slepend anker. Bovendien komen de richting en plaats van het sleepspoor van het anker overeen met de koers van de Yi Peng 3.

Na de incidenten in november 2024 is de Yi Peng 3 net buiten de Deense territoriale wateren voor anker gegaan. EU-lidstaten die het slachtoffer zijn geworden van de sabotage-incidenten in november verwierpen al snel het idee van een ongeluk, waarbij de Duitse minister van Defensie Boris Pistorius beweerde dat “niemand gelooft” dat de vernielingen “per ongeluk” waren. Zoals eerder vermeld, is de Zweedse politie nog bezig met een onderzoek en is sindsdien op uitnodiging van China als ‘waarnemer’ aan boord van het schip geweest. Een verzoek van Zweden om aanklagers aan boord van het schip te laten is echter afgewezen. In het licht van het onderzoek gaf Zweden ook aan het schip naar een van zijn havens te willen brengen, maar omdat het schip na de observatie zijn weg door internationale wateren heeft vervolgd, is dat nu lastig.

Naar aanleiding van het incident op eerste kerstdag heeft Finland het onderzoek gericht op de Eagle S, die onder de vlag van de Cookeilanden vaart. In een persconferentie kondigden de Finse autoriteiten aan dat de schade aan de kabel hoogstwaarschijnlijk wederom te wijten was aan het meeslepen van een anker. In reactie op het onderzoek naar de rol van de Eagle S besloten de Finse autoriteiten het schip naar een Finse haven te brengen. Volgens de scheepvaartwebsite Lloyd’s List bleek na onderzoek dat de Eagle S was uitgerust met apparatuur om NAVO-schepen en -vliegtuigen in de gaten te houden. Daarnaast vroegen de autoriteiten of de bemanning het anker kon lichten, maar ontdekten toen dat er geen anker aan de ankerketting vastzat. Op 7 januari meldde de Zweedse marine dat ze een verloren anker hadden gevonden en van de bodem hadden geborgen. Volgens de Finse omroep Yle behoort dit anker toe aan de Eagle S en werd het gebruikt om de stroomkabels tussen Finland en Estland door te snijden.

Hoewel deze aanwijzingen in een zekere richting wijzen, is er geen officieel bewijs geleverd dat deze schepen verantwoordelijk zijn, en de autoriteiten zijn nog bezig met onderzoeken. Het Finse parlementslid en voormalig hoofd van de defensiemacht Jarmo Lindberg zegt echter dat “het verdacht lijkt dat enorme ankers over een oneffen zeebodem kunnen worden gesleept zonder dat het schip daar iets van merkt”. Wanneer een anker sleept, verliest het schip een deel van zijn snelheid en wijkt het af van zijn koers.

Waarom gebeuren deze verstoringen?

Zowel de vermoedelijke Russische als Chinese betrokkenheid bij de incidenten komt niet als een verrassing. NAVO-functionarissen geloven dat Rusland een decennialang programma uitvoert om de Europese onderzeese infrastructuur in kaart te brengen in een poging om het slagveld voor te bereiden op een mogelijk toekomstig conflict. Volgens een hoge NAVO-functionaris is “een deel van de Russische oorlogsplanning het weten waar de kritieke infrastructuur van je vijand ligt”. Wat China betreft, bieden de voorbereidingen voor een mogelijke (militaire) eenwording met Taiwan, de steeds nauwere banden met Rusland en de verslechterende relaties met het Westen nieuwe redenen om fysieke aanvallen uit te voeren op Europese kabelsystemen. Europese functionarissen hebben verklaard dat ze denken dat de sabotages in november verband houden met de Russische invasie in Oekraïne. Het Kremlin heeft deze beweringen echter afgedaan als “absurd” en “lachwekkend”.

Toch zijn energiebronnen voor Rusland een belangrijk instrument gebleken om EU-lidstaten te destabiliseren en te verdelen. Rusland dreigde na de inval in Oekraïne al de gastoevoer af te sluiten, wat leidde tot lichte paniek in de lidstaten die afhankelijk waren van deze toevoer. Daarnaast leidde dit tot een aanzienlijke stijging van de energieprijzen. De recente incidenten in de Oostzee hebben echter aangetoond dat de Europese energie-infrastructuur ook op zee gevaar loopt. 

Ondanks de verschillende aanwijzingen is het belangrijk om erop te wijzen dat schade aan onderzeese kabels ook per ongeluk kan ontstaan. Beschadigingen aan kabels zijn ongelooflijk zeldzaam en komen wereldwijd ongeveer 200 keer per jaar voor. Het beschermen van deze infrastructuur tegen aanvallen van buitenlandse actoren is een moeilijke operatie; terwijl het hele systeem beveiligd moet worden, hoeft een vijandige partij maar op één plaats te slagen.

EU-lidstaten hebben al stappen ondernomen om verdere risico’s voor de zeebodeminfrastructuur te beperken. Zweden heeft bijvoorbeeld aanvragen voor dertien offshore-windmolenparken afgewezen uit veiligheidsoverwegingen. De Zweedse regering is van mening dat de bouw van deze projecten voor de kust onaanvaardbare gevolgen zou hebben voor de Zweedse veiligheid. Ook de NAVO heeft gewaarschuwd dat de veiligheid in Europa en Noord-Amerika in gevaar is door de hybride aanvallen van vijandelijke actoren en kwetsbaarheden van windmolenparken, pijpleidingen en elektriciteitskabelinfrastructuur.

Hoe kan Europa zich voorbereiden op en beschermen tegen aanvallen op de onderzeese infrastructuur?

Na de recente incidenten in de Oostzee is de vraag wat de EU kan doen om haar kritieke infrastructuur op de zeebodem te beschermen. Aangezien deze hybride aanvallen op de onderzeese kabels vaag, plotseling en enigszins mysterieus zijn, is het lastig om op basis van harde bewijzen met de vinger te wijzen naar mogelijke daders. Dat er een link wordt gelegd tussen de incidenten in de Oostzee en de vermeende betrokkenheid van Rusland is niet zomaar. De ministers van Buitenlandse Zaken van Duitsland, Frankrijk, Polen, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk verklaarden dat de escalerende hybride acties van Moskou tegen de NAVO en de EU-landen “ongekend zijn in hun variatie en omvang en aanzienlijke veiligheidsrisico’s met zich meebrengen”. Voorbeelden van deze activiteiten zijn het gebruik van migranten als wapen, de inzet van desinformatiecampagnes om Europese kiezers te beïnvloeden en het uitvoeren van gerichte aanslagen. Daarom zijn deze hybride aanvallen niet alleen een zaak van de EU, maar ook van de NAVO. 

Over de incidenten in de Oostzee verklaarde Rutte op X dat “de NAVO haar militaire aanwezigheid in de Oostzee zal versterken”. Hoewel dit een cruciale stap is, ben ik ervan overtuigd dat Europa ook prioriteit moet geven aan het versterken van monitoringcapaciteiten om de onderzeese infrastructuur te beschermen. Het volgen en documenteren van de bewegingen van schepen, vooral in de buurt van kritieke infrastructuur op de Europese zeebodem, kan duidelijk bewijs leveren van sabotagepogingen. Ik denk dat het openbaar maken van dergelijk bewijs wanneer sabotage plaatsvindt een cruciale rol kan spelen bij het aansprakelijk stellen van de verantwoordelijke actoren.

Om dit te bereiken moet er meer worden geïnvesteerd in methoden om de maritieme veiligheid te verbeteren. De Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) heeft bijvoorbeeld aangekondigd dat het met succes een detectiemethode heeft getest voor het monitoren van ‘dark’ scheepsverkeer rond de Noordzee, waarbij ongebruikte glasvezels worden gebruikt als sensoren om trillingen van schepen te detecteren. Dit zou kunnen helpen bij het verzenden van waarschuwingen voor verdachte activiteiten rond onderzeese infrastructuur. Een andere oplossing wordt aangedragen door BAM, een Duits wetenschappelijk en technisch instituut, dat kleine sensoren ontwikkelt voor offshore-windturbines, die waarschuwen voor potentiële gevaren.

Verder kondigde de EU op 11 december 2024 een nieuwe reeks sancties tegen Rusland aan, specifiek gericht tegen de Russische schaduwvloot. De EU wil schepen die zonder geldige papieren door Europese wateren varen beter lokaliseren en identificeren. Daarnaast wil de Unie onderzoeken wie de eigenaren van deze schepen zijn en tot welke maatschappij ze behoren. Na de laatste incidenten hebben ook de Duitse en Estse regering aangegeven dat er behoefte is aan samenwerking op Europees niveau. Ze roepen op tot meer samenwerking tussen Europese landen en NAVO-partners om mogelijke Russische sabotage in de Oostzee aan te pakken. In reactie op de incidenten van eind 2024 krijgt het Nederlandse marinefregat Zr.Ms. Tromp de leiding over een groep NAVO-schepen die actief zijn in de Noordzee, de Oostzee en de Atlantische Oceaan. Deze eenheid zal optreden als een snelle reactiemacht op zee, die reageert als er iets gebeurt.

De onderzoeken naar de incidenten van november en december 2024 wijzen op de mogelijke betrokkenheid van buitenlandse actoren bij de sabotage van cruciale Europese onderzeese infrastructuur. Hoewel sommige aanwijzingen sterk wijzen op inmenging en sabotage door Rusland en China, blijft het een grote uitdaging om concreet bewijs te leveren. Daarom hoop ik dat de uitkomst van de lopende onderzoeken door de getroffen lidstaten meer licht op de oorzaken zullen werpen. In de tussentijd moeten de EU en de NAVO alles doen om de veiligheid in de Oostzee te vergroten, en overigens ook in andere zeeën rond Europa, zoals de Noordzee. Ik denk dat de aankondiging van Rutte om de militaire aanwezigheid in de Oostzee te vergroten een belangrijke stap is die helpt om een actor op heterdaad te betrappen. Daarnaast zou er meer geïnvesteerd moeten worden in methoden die kunnen waarschuwen voor verdachte scheepsactiviteiten rond onderzeese kabels. Door deze bedreigingen met urgentie en anticipatie aan te pakken, kan Europa zijn infrastructuur beter beschermen en zijn veiligheid versterken tegen mogelijke toekomstige provocaties. 

Vincent Lubach heeft een master in European Policy en een bachelor in European Studies van de Universiteit van Amsterdam met als specialisatie Europese Economie en als minor Internationale Betrekkingen.

Beeld: Shutterstock