Georgië en Moldavië op een Kruispunt
Tussen Europese liberale democratie en Russisch imperialisme.
De recente verkiezingen in Georgië en Moldavië leidden tot verschillende uitkomsten, maar illustreerden vooral een gedeeld probleem. Hoewel de huidige regeringen het EU-lidmaatschap zeggen te steunen, zijn de landen intern sterk verdeeld. De situaties in Georgië en Moldavië hebben grote overeenkomsten: het zijn voormalig Sovjet-republieken, recent Europese Unie (EU) kandidaat-lidstaten, en kampen allebei met pro-Russisch separatistische regio’s. De verkiezingen in beide landen waren hectisch. Op het spel stond een impactvolle keuze: een liberaal democratische toekomst in de EU of een autocratische toekomst in de Russische invloedssfeer. De verkiezingsuitslagen waren, daarentegen, verschillend.
Terwijl Moldavië nipt de pro-Europese Maiu Sandu herkoos als president, won de ‘Rusland-vriendelijke’ partij de Georgische Droom een klinkende overwinning in het Georgische parlement. Geruchten over Russische inmenging in beide landen verschenen al voordat de resultaten werden aangekondigd. Dit artikel legt het vergrootglas op de strijd om identiteit in Georgië en Moldavië, om zo de verkiezingen beter te begrijpen. Daarnaast wordt besproken hoe de verkiezingsuitslagen de weg naar Europees lidmaatschap hebben beïnvloed.
Besmeurde verkiezingen
De eerste ronde van de Moldavische presidentsverkiezingen vond plaats op 20 oktober 2024. Aangezien geen van de kandidaten een meerderheid van de stemmen wist te behalen, vond er twee weken later een tweede ronde plaats. De eerste ronde werd gewonnen bij zittende president Maiu Sandu, die 42,49% van de stemmen kreeg. Sinds haar aantreden in 2020 heeft Sandu Moldavië op een uitgesproken Europees pad gezet. Nummer twee was onafhankelijk kandidaat Alexandr Stoianoglo, lid van de Gagaouzische minderheid en gesteund door de Socialistische Partij. Net als Sandu nam hij een pro-Europese lijn, maar hij benadrukte ook de noodzaak van goede betrekkingen met andere landen, waaronder Rusland. Hij kreeg uiteindelijk 44,65% in de tweede ronde, ruim tien procent minder dan de winnende Sandu.
De verkiezingen gingen gepaard met een referendum over een nieuwe grondwettelijke bepaling. Deze bepaling zou de Moldavische toewijding aan EU-lidmaatschap verankeren in de grondwet. Een soortgelijke bepaling is al enkele jaren geleden toegevoegd aan de Georgische grondwet. Het Moldavische voorstel werd nipt aangenomen, met 50,35% van de stemmen. Deze overwinning van het pro-Europese kamp is grotendeels dankzij de overweldigende steun van de grote Moldavische diaspora in het buitenland. Zo’n 54% van de in Moldavië wonende stemmers wezen het voorstel af. Een gelijke trend was er in de presidentsverkiezingen, met name in de tweede ronde. Terwijl Stoianoglo op winnen stond aan het begin van de avond, nam Sandu de kop over tegen middernacht, toen de stemmen gemaakt in het buitenland werden geteld. Sandu kreeg de meeste steun in de hoofdstad en het centrale deel van het land. Stoianoglo kreeg met name steun in de noordelijke, zuidelijke en oostelijke delen. Deze regio’s zijn dunbevolkt en hebben Russische en Gagaoezische minderheden. Uit de lage opkomst van iets meer dan 50% in beide ronden blijkt een gebrek aan betrokkenheid, mogelijk veroorzaakt door bredere ontevredenheid.
De Georgische verkiezingen vonden plaats op 26 oktober 2024. Voor de verkiezingen werd het 150-zetels tellende parlement gedomineerd door de populistische partij de Georgische Droom. Deze partij wordt informeel geleid door oligarch Bidzina Ivanishvili, de partij’s Honorary Chair. In deze positie nomineert hij de presidents- en premierskandidaten en wordt hij gezien als de ‘spirituele leider’ van de Georgische Droom. Hoewel de partij zich vaak voordoet als pro-Westers, wordt dit tegengesproken door recente wetswijzigingen. Zo lijkt de onlangs aangenomen Wet Inzake Transparantie van Buitenlandse Inmenging sterk op de Russische Buitenlandse Agenten Wet, ingevoerd in 2012. Deze wet is gericht op onafhankelijke maatschappelijke organisaties, die essentieel zijn voor een goed functionerende democratie. Deze organisaties krijgen vaak geld uit het buitenland, wat door de regering als excuus wordt aangegrepen om ze te framen als ‘buitenlandse agenten’. Andere problematische recent aangenomen wetten zijn de anti-LGBTQ+ Wet en de “Offshore Wet”. Die laatste wordt gezien als met name gunstig voor Ivanishvili’s financiële belangen. Daarnaast verspreid de overheid anti-EU propaganda door angst te zaaien over dat de EU de Georgische identiteit zou inwissen en Georgische mannen ‘homoseksueel zou maken’.
De Georgische oppositie is sterk gefragmenteerd na een gefaalde poging om een verenigd front te vormen. Vier pro-Westerse partijgroepen haalden de 5% kiesdrempel. De Georgische Dream haalde echter 89 van de 150 zetels – één zetel minder dan in 2020. De verkiezingscampagnes werden gedomineerd door een agressieve houding vanuit de Georgische Droom, met name betreffende de oorlog in Oekraïne. In hun “Geen Oorlog, Kies Vrede-campagne” vergelijkt het verwoeste scholen, kerken, straten, parken en theaters in Oekraïne met de equivalenten in Georgië – die fier overeind staan. Op deze manier probeerde de partij de verkiezingen te framen als een keuze tussen oorlog en stabiliteit.
Het is betwistbaar of de verkiezingen in de beide landen eerlijk zijn verlopen. Al voor de eerste ronde van de Moldavische presidentsverkiezingen zongen geruchten rond over het mogelijk ronselen van stemmen ten gunste van pro-Russische kandidaten en tegen het EU referendum. Deze geruchten werden verder gevoed door vele video’s die circuleerden op het internet, inclusief een schokkende documentaire waarin undercover journalisten vele gevallen van stemmen ronselen ontdekten. Echter heeft dit niet de verkiezingen dusdanig beïnvloed dat het de uitkomst veranderde. Het is desalniettemin wel een waarschuwing voor toekomstige verkiezingen, met name de Moldavische parlementsverkiezingen in de zomer van 2025.
In Georgië waren er veel sterkere aanwijzingen van verkiezingsmanipulatie. Zo rapporteerden internationale waarnemers onregelmatigheden tijdens de verkiezingen. Vanwege de waarschijnlijke fraude braken grote protesten uit in Tbilisi, nadat de resultaten werden aangekondigd. Hoewel een overwinning van de Georgische Droom werd verwacht, was de grote marge waarmee het dit deed zeer onverwachts. In de eerste dagen na de verkiezingen riepen de oppositie en vele Europese landen om een onderzoek. De Georgische Droom regering weigerde echter en een gedeeltelijke hertelling leidde tot niets.
Revolutie in Georgië?
Hoewel de nasleep van de Moldavische verkiezingen uiteindelijk rustig verliep, lijkt Georgië in een revolutie te zijn gevallen. Sinds de aankondiging van de verkiezingsuitslagen is er grote onrust in het land. Een omslagpunt werd bereikt op donderdag 28 november, toen het Europees Parlement de Georgische regering opriep nieuwe verkiezingen te houden. In reactie daarop kondigde de Georgische premier (Georgische Droom) de toetredingsgesprekken op te schorten tot in ieder geval 2028. Dit besluit leidde tot grote protesten in Tbilisi, die gewelddadig werden neergeslagen door de politie.
“Ik slaap deze dagen nauwelijks,” zegt Dato Dolaberidze, een Georgische student woonachtig in Wenen, een paar dagen nadat de protesten begonnen. Voordat hij naar Wenen verhuisde nam hij deel aan studentenprotesten en een verzetsbeweging op zijn universiteit in Tbilisi. Hij participeerde ook aan antiregeringsprotesten in april en mei eerder dit jaar. Het volgen van de protesten op afstand is moeilijk: “Ik volg de verkiezingen continu en de situatie maakt me zeer onrustig. Het is moeilijk om deze gebeurtenissen van ver te zien – het was voorheen deel van mijn dagelijkse routine: werk, studie, protesteren.”
Hoewel Dolaberidze bezorgd is om het geweld – met name omdat veel van zijn vrienden deelnemen aan de protesten – heeft hij hoop: “Veel hoogwaardigheidsbekleders hebben ontslag genomen, inclusief de ambassadeurs in diverse landen, zoals de Verenigde Staten, Nederland en Bulgarije. Een petitie ter afkeuring van het besluit van de Georgische Droom is geïnitieerd van binnenuit de ministeries. De petitie is inmiddels al ondertekend door zo’n driehonderd ambtenaren van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, en vierhonderd van het Ministerie van Justitie. Ook enkele hoogwaardigheidsbekleders van andere ministeries hebben ontslag genomen, en het leger zal vermoedelijk niet de kant van de regering kiezen. Op deze manier vernietigt het systeem zichzelf van binnenuit.”
De president, Salome Zourabichvili, weigert momenteel op te stappen, nadat het parlement besloot haar presidentschap te beëindigen. Zourabichvili, die wordt gezien als leider van de oppositie, zegt het besluit niet te respecteren aangezien het parlement ongelegitimeerd is sinds de gemanipuleerde verkiezingen. Ze werd verkozen tot president in 2018. Door recente hervormingen wordt de president niet meer direct gekozen, maar aangewezen door het parlement.
Een betwiste toekomst
De gepolariseerde verkiezingen weerspiegelen de diepe verdeeldheid binnen de Georgische en Moldavische samenlevingen. Sinds de onafhankelijkheid van de Sovjet-Unie in 1991 worstelen de landen met het opbouwen van sterke instellingen en het uitbannen van corruptie. Prominente oligarchen belemmeren positieve hervormingen. In Georgië wordt Bidzina Ivanishvili gezien als de persoon die aan de touwtjes van de Georgische politiek trekt. Ivanishvili vergaarde zijn fortuin tijdens de ineenstorting van de Sovjet-Unie. In 2024 is zijn nettowaarde ongeveer 5 miljard dollar, wat gelijk staat aan ongeveer een kwart van het Georgische BBP. In 2012 richtte hij de Georgische Droom op. Na een korte periode als premier van eind 2012 tot eind 2013 nam hij een stap terug uit de politiek. Sinds 2018 is hij terug binnen Georgische Droom, dat de Georgische politiek domineert sinds zijn eerste verkiezingsdeelname in 2012. In de afgelopen jaren wist Ivanishvili een persoonlijkheidscultus op te bouwen, mede door filantropische acties zoals het openen van een pretpark en het kopen van een oud Georgisch heilig boek op een veiling van Christie’s. Voor een deel van de Georgische samenleving wordt hij beschouwd als de “verdediger van de Georgische identiteit”. De schijnbare verschuiving van Ivanishvili’s partij, van aanvankelijk pro-EU en pro-liberale democratie, naar een meer autocratische Rusland-vriendelijke houding in de afgelopen jaren, is opmerkelijk.
Het politieke toneel van Moldavië wordt ook gedomineerd door een oligarch, zij het op een iets andere manier. Vladimir Plahotniuc is een zakenman die fortuin heeft gemaakt in verschillende sectoren, waaronder olie, onroerend goed en bankieren. In 2010 kwam hij in het parlement als vertegenwoordiger van de sociaaldemocratische partij. Later werd hij voorzitter van de partij. Plahotniuc staat bekend om de zogenaamde ‘diefstal van de eeuw’. Hij wordt ervan verdacht in 2014 een miljard dollar aan overheidsgeld te hebben gestolen via een constructie van openbare en particuliere instellingen. In juni 2019 trad hij af als partijvoorzitter en ontvluchtte het land. Aanvankelijk verbleef hij in Turkije, maar nu zou hij in Noord-Cyprus zijn. Plahotniuc staat ook op de internationale arrestatielijst van Rusland, omdat hij ervan wordt beschuldigd opdracht te hebben gegeven voor de moord op de Russische zakenman German Gorbuntsov – mogelijk vanwege zakelijke belangen. Het lijkt erop dat hij momenteel geen rol speelt in de Moldavische politiek. Bovendien verschilt hij van de gebruikelijke post-Sovjet oligarchen, die normaal gesproken nauw verbonden zijn met Poetin.
Het machtsvacuüm dat Plahotniuc achterliet werd snel opgevuld door Ilan Șor, die ook een belangrijke rol speelde in het fraudeschandaal van 2014. Șor is een pro-Russische oligarch, geboren in Israël in 1987. Zijn nationale conservatieve partij Șor heeft momenteel 6 van de 101 zetels in het Moldavische parlement en werd korte tijd verboden door het constitutionele hof voor het bevorderen van de belangen van Rusland en het ondermijnen van de onafhankelijkheid van Moldavië. Zijn partij wordt ervan verdacht Russische steekpenningen te hebben ontvangen, wat een belangrijk kritiekpunt was tijdens de verkiezingscampagnes.
Ook op geopolitiek gebied zijn er overeenkomsten zichtbaar. Zowel Moldavië als Georgië worstelen met separatistische gebieden. In Moldavië functioneert de pro-Russische regio Transnistrië als een de facto onafhankelijk land sinds de oorlog in Transnistrië in de jaren negentig. De Russische invasie in Oekraïne heeft alarmbellen doen rinkelen in de Moldavische hoofdstad Chisinau: een Russische opmars in Zuid-Oekraïne zou tot een landbrug kunnen vormen tussen Rusland en Transnistrië, wat het land verder zou kunnen destabiliseren. De angst dat de oorlog overslaat naar Moldavië wordt gedeeld door het grootste deel van het politieke spectrum, vooral als Odessa onder Russische controle zou komen. Op dit moment is het echter onwaarschijnlijk dat Russische troepen de Dnjepr zullen oversteken.
In Georgië zijn de noordelijke regio’s Abchazië en Tskhinvali bezet door Russische troepen sinds respectievelijk 1993 en 2008. Abchazië viel onder Russische controle nadat Georgië de Abchazische oorlog verloor in 1992-1993. Nog meer grondgebied ging verloren tijdens de invasie in 2008 toen Russische troepen er ook in slaagden de regio Tskhinvali te annexeren. Deze regio werd uitgeroepen tot de “Republiek Zuid-Ossetië”. Beide entiteiten worden alleen erkend door Rusland, Nicaragua, Venezuela en Nauru. Rusland hanteert een strategie van “sluipende bezetting”, wat betekent dat de grens van Zuid-Ossetië elk jaar langzaam wordt uitgebreid door militairen die de hekken verplaatsen. Alle bovengenoemde separatistische gebieden zijn sterk pro-Russisch.
De separatistische gebieden zijn symptomen van de fragiele staat van de landen ten opzichte van Rusland. Dit werd vooral duidelijk met de Russische invasie van Georgië in 2008. Sinds Vladimir Poetin in 2000 president werd, is het post-Sovjet buitenlands beleid van Rusland gericht op het versterken van zijn positie in voormalige Sovjetlanden. Door Rusland-vriendelijke regimes te helpen of liberaal-democratische staten te destabiliseren, is Poetin erin geslaagd om verschillende landen in zijn invloedssfeer te trekken. Belarus is het meest succesvolle voorbeeld, dat samen met Rusland een unie vormt. Oekraïne is geleidelijk uit de Russische invloedssfeer ontsnapt, wat Poetin deed besluiten om in 2014 de oostelijke regio’s binnen te vallen, gevolgd door een volledige invasie in 2022. Ongetwijfeld heeft dit laatste onbedoeld de inspanningen van Georgië en Moldavië om lid te worden van zowel de NAVO als de EU versneld.
De pogingen van Rusland om met geweld invloed uit te oefenen in zijn buurlanden, passen in het wereldbeeld van Poetin. Dit wereldbeeld is grotendeels gevormd door zijn opvatting van de ineenstorting van de Sovjet-Unie als de “grootste geopolitieke catastrofe van de eeuw”, een uitspraak die hij deed in 2005. In een toespraak op de Veiligheidsconferentie van München in 2007, noemde Poetin de uitbreiding van de NAVO naar het oosten een ‘bedreiging’ voor Rusland. Dit verklaart de Russische assertiviteit sindsdien. Tegelijkertijd is de EU ook steeds meer aanwezig, wat leidt tot een strijd om invloed in de regio tussen de EU en Rusland.
De belangen van de EU bij oostelijke uitbreiding minder duidelijk, maar het antwoord ligt ergens tussen geopolitiek en ideologie. De retoriek van EU-leiders, zoals van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, is idealistisch en lijkt te wijzen op een toewijding aan het verspreiden van liberale democratie naar andere landen en het verwelkomen van buurlanden in de ‘Europese familie’. Tegelijkertijd lijken geopolitieke overwegingen leidend te zijn geweest bij eerdere uitbreidingen. Bulgarije worstelt bijvoorbeeld al sinds zijn toetreding in 2007 met zijn rechtsstaat, waardoor het de vraag is of de EU zich inderdaad inzet om de rechtsstaat van landen te versterken. In tegenstelling tot een meer voor de hand liggende uitschieter – Hongarije – heeft Bulgarije verbaal echter altijd de EU gesteund, en niet Rusland. De plotselinge kandidaatstatus van Oekraïne, Moldavië en Georgië in 2022 leek meer een reactie op de gespannen geopolitieke situatie dan op succesvolle binnenlandse verbeteringen met betrekking tot de rechtsstaat en het economische beleid.
EU-lidmaatschap
Moldavië kreeg in het voorjaar van 2022 samen met Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat van de EU. Georgië volgde in november 2023, nadat de regering aan een lijst met ‘prioriteiten’ moest voldoen om de rechtsstaat te versterken. Opmerkelijk is echter dat verschillende geprioriteerde hervormingen niet plaatsvonden. Het besluit van de EU om Georgië de status van kandidaat-lidstaat te geven, is mogelijk meer een beloning voor de sterke steun van de Georgische bevolking voor het lidmaatschap (ongeveer 85% is voorstander van lidmaatschap). Ook is het een poging om Georgië buiten de Russische invloedssfeer te houden.
In de meest recente Commissierapporten over EU-uitbreiding (gepubliceerd op 30 oktober 2024) is de Commissie zeer kritisch over de recente ontwikkelingen in Georgië, ook wat betreft de lijst van prioriteiten. Vooral de Wet inzake Transparantie van Buitenlandse Inmenging is een stap terug. Ook op andere gebieden, zoals het buitenland- en veiligheidsbeleid, is de Commissie nogal negatief over de Georgische inspanningen. Volgens de Commissie komt het buitenland- en veiligheidsbeleid van Georgië slechts overeen met 49% van dat van de EU. Op verschillende gebieden meldt de Commissie zelfs achteruitgang, bijvoorbeeld op het gebied van de rechterlijke macht, de grondrechten en de positie van maatschappelijke organisaties. Op economisch gebied is slechts beperkte vooruitgang geboekt.
De situatie is minder somber in Moldavië. De volhardende pro-Europese Maiu Sandu en haar Partij van Actie en Solidariteit hebben Moldavië in een liberaal-democratische richting geduwd sinds ze in 2019 de macht grepen in zowel het presidentieel paleis als het parlement. Tot nu toe werpt dat haar vruchten af: op 10 juli 2024 zijn de toetredingsonderhandelingen tussen de EU en Moldavië van start gegaan. De goede stappen zijn ook terug te vinden in het meest recente uitbreidingsrapport. Op alle belangrijke gebieden meldt de Commissie vooruitgang. Op verschillende gebieden, zoals energie, belastingen en de douane-unie, meldt de Commissie zelfs ‘goede vooruitgang’ (terwijl Georgië op geen enkel gebied ‘goede vooruitgang’ boekt). In tegenstelling tot Georgië sluit het buitenlands beleid van Moldavië steeds beter aan bij het gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid van de EU, hoewel de Commissie geen exact percentage noemt.
Voor beide landen geldt dat het nog minstens enkele jaren zal duren voordat de toetreding tot de EU een feit is. Kandidaat-lidmaatschap hoeft overigens niet te leiden tot daadwerkelijk lidmaatschap, zoals blijkt uit de eeuwigdurende kandidaatstatus van Turkije sinds de onderhandelingen in 2016 werden bevroren. Moldavië heeft 2030 als streefdatum voor toetreding gesteld, vergelijkbaar met de streefdatum van Oekraïne. Politieke wilskracht zal doorslaggevend zijn voor de koers naar EU-lidmaatschap. Montenegro en Servië onderhandelen sinds respectievelijk 2012 en 2014, wat tot nu toe verre van succesvol is. Deze landen verschillen van Moldavië en Georgië wat betreft de stemming onder de bevolking, vooral in Servië. Uit een opiniepeiling van begin 2024 blijkt dat slechts 40% van de Serviërs voor het EU-lidmaatschap zou stemmen.
De parlementsverkiezingen in Moldavië in de zomer van 2025 zijn de volgende test voor Moldavië om de steun voor het lidmaatschap te meten. Ook de ontwikkelingen in Oekraïne zullen van invloed zijn op de weg naar het lidmaatschap. De successen van Oekraïne op weg naar het EU-lidmaatschap zullen waarschijnlijk een spillover effect hebben op Moldavië, aangezien beide landen samenwerken sinds ze in het voorjaar van 2022 hun aanvraag bij de EU hebben ingediend. De situatie in Georgië is minder rooskleurig. Met de twijfelachtige Georgische droom aan de macht is een grote sprong voorwaarts in het toetredingsproces onwaarschijnlijk.
Tegelijkertijd heeft het toenemende onderdrukkende klimaat in Georgië tot nu toe vooral verzet opgeroepen. In het weekend van zaterdag 30 november gingen meer dan honderdduizend mensen de straat op in Tbilisi. De oppositie is minder gefragmenteerd dan voorheen, hoewel de oppositiepartijen aanzienlijk minder georganiseerd zijn dan de Georgische Droom. Hun rol in de huidige gebeurtenissen is minimaal, aangezien de protesten door burgeractivisten zelf worden georganiseerd en niet door de oppositie worden geleid. Hoewel er op dit moment geen tekenen zijn dat de eisen van de demonstranten zullen worden ingewilligd, zou de voortdurende, toenemende druk als gevolg van een brede maatschappelijke reactie de regering toch kunnen dwingen om terug te krabbelen.
Veel dank aan Dato Dolaberidze en Laurentiu Vlas voor hun waardevolle bijdragen.
Indigo Tjan is een MA Political Science student aan de Central European University in Wenen. Hij heeft voorheen gestudeerd aan University College Utrecht. Zijn voornaamste focus is Centraal- en Oost-Europa.
Beelden: Shutterstock