Digitalisering en Media

Informatie is macht

Informatie is macht - Shaping Europe

Hoe een meer democratische mediavoorziening de macht teruggeeft aan Europese burgers.

Met zo’n 370 miljoen stemgerechtigden zijn de afgelopen verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) een van ’s werelds grootste democratische processen. Het informeren van al deze kiezers over de verkiezingen, relevante thema’s en de uitslagen is een belangrijke, maar moeilijke taak. Europese media hebben te maken met problemen als desinformatie en andere uitdagingen voor het samenbrengen van Europees nieuws door een pluriform, veeltalig en multicultureel medialandschap. Anno 2024 is dit een complex landschap dat naast traditionele journalistieke media ook alternatieve invloedrijke vormen van digitale media omvat. Door te kijken naar de uitdagingen voor deze verschillende mediavormen wordt duidelijk wat de kracht is van goede informatievoorziening en wat er nog nodig is om dit in Europa te bereiken. 

De strijd tegen desinformatie

Een belangrijke uitdaging voor informatievoorziening rondom de EP-verkiezingen was desinformatie. De diplomatieke dienst van de EU (EEAS) definieert desinformatie, officieel Foreign Information Manipulation and Interference (FIMI), als een “gedragspatroon dat waarden, procedures en politieke processen bedreigt of kan schaden”. Desinformatie is manipulatief en wordt, in tegenstelling tot misinformatie, opzettelijk verspreid door zowel binnenlandse als buitenlandse actoren. In 2015 is EUvsDisinfo, het vlaggenschipproject van de EEAS, in het leven geroepen om Russische desinformatiecampagnes tegen de EU te voorspellen en aan te pakken.

Europese anti-desinformatienetwerken waarschuwden in de aanloop naar de EP-verkiezingen voor desinformatie door buitenlandse actoren. Sinds de oorlog in Oekraïne is Rusland steeds actiever in het verspreiden van desinformatie in Europa rondom de verkiezingen. Met name de Baltische staten en grotere Europese staten als Duitsland en Frankrijk zijn hier slachtoffer van. Met name deep fakes vormen een zorgwekkend probleem. Dit zijn digitaal gemanipuleerde (video)beelden waarvan het beeld en geluid vervalst wordt met kunstmatige intelligentie. Door de beelden zo echt mogelijk te maken, kan het publiek ervan overtuigd worden dat personen bijvoorbeeld bepaalde uitspraken hebben gedaan terwijl dit niet het geval is. Hoewel het gebruik van deep fakes van politici nog weinig invloed leek te hebben tijdens de EP-verkiezingen, zijn ze de afgelopen jaren steeds realistischer geworden.

Een meer invloedrijk voorbeeld van een desinformatiecampagne is operation overload, een pro-Russische desinformatiecampagne ontdekt door het Deense TjekDet anti-desinformatie netwerk. Sinds augustus 2023 worden fact-checkers overladen met aanvragen om misleidende informatie te controleren. De ontkrachting van deze onwaarheden zorgt echter juist voor publiciteit en verdere verspreiding van desinformatie. De overlading zorgt voor vertraging van het factchecken en bovendien worden genuanceerde checks gesimplificeerd om misleidende campagnes geloofwaardiger te maken.

De EDMO (European Digital Media Observatory), een door de EU gefinancierd interdisciplinair netwerk om desinformatie tegen te gaan, publiceerde tijdens de verkiezingen een rapport. Hieruit bleek dat een maand voor de Europese verkiezingen 15% van de desinformatie die gemonitord wordt door de organisatie zich richtte op de Europese Unie. Dominant waren valse verhalen over de EU-instituties (die als corrupt en ondemocratisch werden bestempeld), vervalsing van de verkiezingen en de EU als vijand van nationale belangen. Andere prominente onderwerpen van desinformatie waren de oorlog in Oekraïne, de moordaanslag op de Slowaakse premier Robert Fico, immigratie en, in kleinere aantallen, LGBTQ+-kwesties.

Vergeleken met de EP-verkiezingen in 2019 weten we nu meer over het fenomeen desinformatie. Tijdens de Connecting EU 2023 conferentie gaf de Kroatische Violeta Jelić, lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC), een speech waarin ze benadrukte dat desinformatie niet met censuur maar met meer informatie bestreden moet worden. Dit betekent dat er meer kwalitatieve en gezaghebbende journalistiek moet komen. Steun voor publieke media, onafhankelijke media en onderzoeksjournalistiek kunnen hieraan bijdragen, net als maatregelen om monopolies van mediabedrijven te voorkomen.

Partijdigheid in publieke, commerciële en sociale media

Niet alleen desinformatie, maar ook de partijdigheid van media is van invloed op de verkiezingen. Het Centre for Media Pluralism and Freedom deed dit jaar onderzoek naar de eerlijkheid van publieke, commerciële en online audiovisuele media door onder andere te kijken naar de partijdigheid van verschillende platformen voor politieke advertenties. Voor publieke media was het risico op politieke partijdigheid laag, afgezien van Griekenland, Hongarije en Malta. Voor commerciële audiovisuele media was het risico op partijdigheid iets hoger maar nog steeds relatief laag. Beide vormen van media moeten zich in de meeste Europese landen houden aan richtlijnen die politieke advertenties verbieden of adverteerders in ieder geval gelijke kansen geven. Hier komt echter een andere uitdaging bij kijken; aan de ene kant suggereert het onderzoek dat publieke en commerciële audiovisuele berichtgeving in Europa over het algemeen betrouwbaar en eerlijk is met een risico op partijdigheid van elf procent. Desondanks hebben toenemende berichten over desinformatie en lastercampagnes ervoor gezorgd dat het vertrouwen in deze media geschaad is.

Verder speelde nieuws op sociale mediaplatformen en toenemende online campagnevoering een grote rol tijden de verkiezingen. Online platformen, met name grote sociale mediaplatforms zoals Instagram en TikTok, bleken een hoger risico van 56 procent op politieke partijdigheid te hebben. Dit omdat deze online mediabedrijven minder strenge richtlijnen hanteren voor het reguleren en controleren van gebalanceerde politieke berichtgeving. Daarbij komt dat, los van de diversiteit van het aanbod van informatie, kiezers alsnog eenzijdige informatie ontvangen door de manier waarop de algoritmes politieke advertenties aan gebruikers laten zien. Naast deze disbalans in politieke berichtgeving kampt de EU nog met een gebrek aan effectieve maatregelen om de verspreiding van foutieve informatie op online platformen tegen te gaan. 

Vergeleken met nationale verkiezingen zijn kiezers slechter geïnformeerd over de Europese verkiezingen. Sociale media vormen daarom zowel gevaren als kansen voor de eerlijkheid van de verkiezingen. Aan de ene kant hebben sociale media een enorm bereik en kan er via deze weg dus makkelijk informatie verspreid worden. De keerzijde hiervan is dus dat deze informatie betrouwbaar en gebalanceerd moet zijn, omdat desinformatie en partijdigheid anders een negatieve impact kunnen hebben op de Europese democratie. Het is daarom van belang dat online platformen adequate regelgeving gaan handhaven voor politieke advertenties en desinformatie.

Kansen voor meer betrouwbare, hoogwaardige nieuwsvoorziening

Niet alleen nationale Europese media, maar ook pan-Europese media kunnen een belangrijke rol spelen in informatievoorziening omtrent de EU. Zoals Jelić benadrukte, is investeren in meer betrouwbare informatie de manier om Europese burgers te wapenen tegen desinformatie. Momenteel zijn er een aantal pan-Europese platforms die in deze behoefte proberen te voorzien. Een voordeel van pan-Europese media is dat de doelgroep een gebalanceerd beeld krijgt van het Europese politieke landschap. Waar nationale media vaak de prioriteit geven aan vraagstukken die van nationaal belang zijn, geven pan-Europese media zicht op vraagstukken vanuit een meer Europees perspectief.

Dit gaat echter niet zonder de nodige uitdagingen. Met haar vele lidstaten heeft de EU te maken met uiteenlopende perspectieven en belangen. Daarbij komt kijken dat de pluriformiteit van de EU ook taalbarrières met zich meebrengt. Pan-Europese media zoals Politico Europe, Euractiv, Euronews en EUobserver lijken tot nu toe vooral populair bij Europese beleidsmakers en politieke junkies. De beperkte populariteit bij het grote publiek komt vooral doordat de financiering van dit soort media lastig blijkt te zijn. Er zijn weinig publieke middelen en particuliere financiering via advertenties is weinig aantrekkelijk vanwege het wijdverspreide Europese publiek. Hierdoor komen premium artikelen achter een torenhoge betaalmuur terecht en zijn belangrijke informatiebronnen buiten het bereik van de gewone Europese burger. Om deze mediaplatforms toegankelijker te maken is er meer financiering nodig, bijvoorbeeld vanuit de EU, op voorwaarde dat er maatregelen getroffen worden tegen het ontstaan van mediamonopolies.

Naast pan-Europese media zijn er bottom-up initiatieven, bijvoorbeeld denktanks als European Democracy Lab en natuurlijk Shaping Europe, die pogen informatie over de EU toegankelijk te maken voor een breed Europees publiek. Deze initiatieven bieden ook de mogelijkheid om Europese vraagstukken en perspectieven toegankelijk te maken voor een meer lokaal publiek, zoals nationale en regionale doelgroepen. Niet alleen door te voorzien in meertalige informatie, maar ook door informatie te contextualiseren en culturele kloven te overbruggen in een sociaal-cultureel, politiek en economisch pluriform Europa.

De toekomst van pluriform Europa

Hoewel de EU vorderingen heeft gemaakt met het bestrijden van desinformatie in de afgelopen jaren, moet er meer gebeuren om de kwaliteit van informatievoorziening over de EU te verbeteren en kiezers te informeren. De afgelopen verkiezingen lieten dan ook zien dat er nog veel te winnen valt op het gebied van richtlijnen en handhaving van desinformatie en politieke advertenties op sociale media. 

Online platforms, zoals TikTok, Instagram en X, spelen een steeds grotere rol in politieke campagnevoering en deze media zijn zeer gevoelig voor politieke partijdigheid en desinformatie door het gebrek aan dergelijke effectieve richtlijnen. Dergelijke richtlijnen voor online mediaplatforms moeten de transparantie van informatiecontrole verbeteren en politieke adverteerders gelijke kansen bieden. Een onafhankelijke controle van informatie kan ook bijdragen aan een minder partijdige informatievoorziening en betere bewapening tegen desinformatie.

De zaadjes voor een betrouwbare, kwalitatieve informatievoorziening zijn al geplant. In heel Europa zijn bottom-up initiatieven te vinden en met de juiste ondersteuning kunnen deze een belangrijke bijdrage leveren. Ook pan-Europese media bieden een kans om Europese burgers beter te informeren over EU-zaken. Europa’s pluriformiteit is niet alleen een uitdaging, maar ook een kracht. Met onze vele talen, culturen, gebruiken en kennis brengen we allemaal verschillende perspectieven die kunnen bijdragen aan het oplossen van Europese uitdagingen. Juist door die verscheidenheid te omarmen, kunnen we Europese informatievoorziening versterken, en daarmee bouwen aan een transparant en democratisch Europa.

Luna Verbaas is een masterstudent Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief aan de Universiteit Utrecht. Ze heeft een bachelor in Liberal Arts and Sciences met een specialisatie in zowel internationale betrekkingen als filosofie. Haar onderzoeksinteresses omvatten thema’s als vrouwenrechten, migratie en de situatie in het Midden-Oosten.

Beeld: Shutterstock