Politieke Partijen en Bewegingen

Pan-Europees populisme: Een ideologie met flexibele interpretaties (Deel 1)

Hoe populisten in Zweden, Nederland en Italië op dezelfde manier hun bevolking voor de gek houden (Deel 1).

Een economische en financiële crisis die de Europese economie op haar grondvesten doet schudden, toegenomen migratie, etnische spanningen, Brexit én de verkiezing van Donald Trump hebben de afgelopen jaren democratische landen op zijn zachtst gezegd aardig wat reputatieschade opgeleverd. Ondertussen zien we een stijgende populariteit van populistische partijen in West-Europa, die met een boodschap van culturele vervanging angst zaaien over de toekomst van de (volgens hun interpretatie) “lokale cultuur”. Alles bij elkaar heeft dit geleid tot een gevoel dat het einde van de liberale democratie en het Europese project nabij is, blijkt wel uit artikelen met titels als “The European trust crisis and the rise of populism” van Algan en collega’s in 2017.

De onvrede die is ontstaan in de samenleving, aangevoerd door de (meestal blanke) arbeiders- en middenklasse, heeft geleid tot aanzienlijke veranderingen in het politieke landschap in alle Europese landen. Hoe wijd verspreid dit is kan het beste worden gezien door te kijken naar de prestaties van populistisch rechts tijdens de Europese verkiezingen van 2019: samen wonnen dit soort partijen 161 zetels – hun beste resultaat ooit -, vergeleken met 118 zetels in 2014.

Toch is de opkomst van populisten in de hele Europese Unie moeilijk te verklaren. De boodschap die veel kiezers lijken te steunen is er immers een die de waarde en legitimiteit ontkent van het democratische systeem waar ze zoveel baat bij hebben gehad. Ze staan ook vaak afwijzend tegenover een constructieve dialoog over de toekomst van de Europese Unie en geven de voorkeur aan het idee van nationale soevereiniteit en onafhankelijkheid. Het zijn precies deze kenmerken die een risico vormen voor de liberaal-democratie en mogelijk ook voor de EU zelf. Over het waarom populisme zo in opkomst is zijn tal van redenen te vinden, variërend van economische argumenten, zoals een weerstand tegen globalisering en excessieve bezuinigingen, tot racisme en etnische en culturele conflicten.*

Hoewel economische en culturele aspecten de opkomst van populisme beide een deel van het beeld kunnen verklaren, lijkt het toch voornamelijk om culturele angsten te gaan, met name omdat een hoop populistische argumenten tegen het eigen economisch belang in gaan. Ook zouden we, volgens een puur economische perspectief, mogen verwachten dat de populariteit van populistische partijen sterk afhankelijk is van de mate waarin de bevolking economisch te lijden heeft gehad. Dit blijkt echter niet het geval te zijn. In plaats daarvan lijken de voornaamste argumenten te zijn gebaseerd op etno-nationalistisch culturele overwegingen.

Etno-Nationalisme en Populisme uitgelegd

Maar wat is etno-nationalisme nu precies? En hoe verhoudt het zich tot het populisme dat wij kennen? Populisten beweren de voorkeur te geven aan de wensen van de bevolking boven die van de elite, en bestaat in Europa al sinds de 19e eeuw. Hoewel links populisme, zoals gekenmerkt door de Griekse partij Syriza en het Spaanse Podemos, wel eens besproken wordt, gaat de meeste aandacht uit naar extreemrechts populisme, in het bijzonder in het verband met islamofobie.

In grote lijnen beweren zowel linkse als rechtse populisten twee dingen. Ten eerste stellen zij dat de acties van de regering de wil moeten weerspiegelen van de “echte burgers die zogenaamde de zwijgende meerderheid vormen. Zoals de Amerikaans-Nederlandse politicoloog Cas Mudde in 2004 opmerkte, wordt in alle populistische retoriek een onderscheid gemaakt tussen “wij”, de zuivere bevolking, en “zij”, de corrupte elite. Ten tweede proberen populisten legitimiteit op te eisen door de gevestigde orde af te schilderen als corrupt en ongeïnteresseerd in de wensen van de burger, en alleen maar uit te zijn op machtsbehoud voor zichzelf. Rechtspopulisten gaan echter nog een stap verder; zij verkondigen vaak een boodschap die volledig onliberaal is en zich afzet tegen door henzelf gedefinieerde buitenstaanders. Deze buitenstaanders zijn vaak moslimimmigranten, die een bedreiging zouden vormen voor de homogene nationale identiteit, en de liberaal-linkse elite van de EU, die met hun supranationale idealen een bedreiging vormen voor de nationale soevereiniteit.

Het is deze constructie van buitenstaanders die zo interessant is, omdat het vooral moslims zijn die in de ogen van extreemrechts de zorgwekkende “anderen” zijn geworden. Om te begrijpen waarom zo veel extreemrechtse partijen in de EU soortgelijke retoriek gebruiken, is het nuttig om het concept van etno-nationalisme te begrijpen. Dit idee houdt eigenlijk in dat de ontwikkeling van een nationale identiteit niet kan worden begrepen zonder rekening te houden met etnische samenstellingen en stelt een theorie van cultuurvorming voor, waarbij leden van de nationale etnische groep een aantal belangrijke kenmerken delen, waaronder een gedeelde en ervaarde geschiedenis en een associatie met een specifiek thuisland, zowel geografisch als cultureel.

Hoewel argumenten die louter en alleen gebaseerd zijn op culturele verschillen vaak met racisme worden geassocieerd, is het veelal het culturele aspect van de nationale identiteit waaraan etno-nationalisten hun argumenten verbinden. Op die manier kunnen zij een boodschap uitdragen die weerklank vindt bij het deel van de bevolking dat zich zorgen maakt over buitenstaanders, en tegelijkertijd culturele angsten naar voren schuiven als de belangrijkste reden voor hun bezorgdheid – en dus niet voortkomen uit racistisch perspectief.

In het volgende artikel zullen we kijken naar de opkomst van populisten in Nederland, Italië en Zweden, alle drie landen met een aanzienlijk aantal rechts-populisten in hun parlement ondanks de behoorlijke culturele en economische verschillen. We zullen dan zien dat in het algemeen kan worden gesteld dat rechts-populistische bewegingen in Nederland, Italië en Zweden alle gebaseerd zijn op en gevoed worden door etno-nationalistische argumenten, in het bijzonder argumenten die verband houden met een ingebeelde oorspronkelijke interpretatie van de nationale identiteit. In alle drie de gevallen zijn de argumenten geconstrueerd rond het verzet tegen twee buitenstaanders: de corrupte elite en de moslim immigranten.

Marnix Vermeer heeft een Master Internationale economie van de Universiteit van Maastricht, en volgt momenteel een Master internationale betrekkingen in Barcelona.

* Voor meer over globalisering, zie Peters, 2018; Milner, 2019; Goldstein & Gulotty, 2019. Voor bezuinigingen, zie Dovis, Golosov, en Shourideh, 2016; Cossarini & Vallespin, 2019. Voor racisme, etnische en culturele conflicten, zie Cornell, 2018; Vieten, 2016; Inglehart & Norris, 2016; Noury & Roland, 2020.

Beeld: Shutterstock

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *