Conflict en Defensie

Van Kyjiv tot Moskou: hoe het conflict tussen Rusland en Oekraïne is ontstaan

Een beknopt overzicht van de Russisch-Oekraïense oorlog.

Een paar weken terug kopten verschillende nieuws-outlets over een gebeurtenis die het conflict tussen Oekraïne en Rusland opnieuw onder de aandacht bracht, maar dit nieuws kwam niet uit de hoek die je zou verwachten. Dit keer is het namelijk de voetbalwereld dat als podium fungeert voor het langdurige conflict. In de aanloop naar het Europees Kampioenschap voetbal presenteerde het  Oekraïense nationale voetbalteam het tenue, zoals ieder ander deelnemend land dat deed. Toch bracht het tenue van Oekraïne nogal wat commotie teweeg. Op de voorkant van het tenue staat  de omtrek van Oekraïne, inclusief de Krim. Daarnaast staan er op het shirt ook teksten, waaronder de slogan “Glorie aan onze helden”, een slogan die veel werd gebruikt tijdens de Euromaidan protesten in 2014. Precies deze opdrukken zijn bij de Russen in het verkeerde keelgat geschoten. De Russen hebben een officiële klacht ingediend bij de UEFA en spreken over een politieke provocatie die geen rol zou mogen spelen in deze voetbalwedstrijd. 

In dit artikel zal een blik worden geworpen op de relatie tussen Oekraïne en Rusland en hoe met de jaren het conflict – dat inmiddels een oorlog wordt genoemd – is ontstaan. Hierbij zal tevens ook aandacht worden geschonken aan de ogenschijnlijk belangrijke rol die de Europese Unie heeft in dit conflict. 

Gedeelde geschiedenis

Ondanks dat het conflict tussen Oekraïne en Rusland in de huidige vorm nog niet zo heel lang speelt, hebben de landen allebei een lange geschiedenis die meermaals in elkaar overloopt. Dit begint al in de negende eeuw, wanneer het Kievse Rijk (Kievskaja Roes in het Russisch en Kyjivska Roes in het Oekraïens) wordt gesticht door de Roes, een groep Vikingen. Dit Kievse Rijk is de vroege voorloper van zowel Oekraïne, Rusland als Belarus. Het rijk bestond tot 1240, toen werd het opgenomen in het Mongoolse Rijk. Zoals de naam van het rijk al doet vermoeden, is het gesticht in de huidige Oekraïense hoofdstad Kyjiv. 

De geschiedenis van de twee landen kent echter meer punten waarop het met elkaar in aanraking komt. Ten tijde van het Russische Keizerrijk was het Tsarina Catharina de Grote die de Russische invloed wist uit te breiden tot onder andere het huidige Oekraïne en de Krim. Kort was dit gebied tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitsers ingenomen, maar al snel kwam het oostelijke gedeelte van het huidige Oekraïne in 1918 weer in handen van het Witte Leger, een diverse groep mensen die streed tegen het communistische Rode Leger tijdens de Russische Burgeroorlog. Uiteindelijk kwam het gebied in 1921 in handen van het Rode Leger en werd het gevormd tot de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek. Deze republiek was onderdeel van de Sovjet-Unie die vanuit Moskou werd bestuurd, waardoor er opnieuw een verbintenis is ontstaan tussen het huidige Oekraïne en Rusland. 

De periodes dat Oekraïne onder de invloed van Rusland en de Sovjet-Unie stond hebben ervoor gezorgd dat er tot op heden nog steeds een groep etnische Russen in vooral het zuiden (inclusief de Krim) en oosten van Oekraïne woont. Daarnaast is de Russische taal in sommige van die gebieden dominant aan de Oekraïense taal. De hoeveelheid etnische Russen in Oekraïne is een argument dat door Rusland wordt gebruikt in de huidige spanningen. Daarnaast is de hogere concentratie etnische Russen en Russisch sprekenden in deze gebieden ook een van de oorzaken voor het uitbreken van de oorlog in Oost-Oekraïne. Hierop zal op een later moment in het artikel teruggekomen worden. 

Toen in 1991 de Sovjet-Unie viel, riep Oekraïne de onafhankelijkheid uit en is het tot op heden een onafhankelijke republiek. In de periode na de val streefde de Europese Unie naar een betere samenwerking met de landen die voorheen onderdeel waren van de Sovjet-Unie. In 1994 zette de EU een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) op met Oekraïne die uiteindelijk in 1998 in werking trad. Met deze overeenkomst werd de basis gelegd voor een samenwerking op verschillende gebieden, waaronder politiek, handel, economie, energie, justitie en wetenschap. In 2008 liep de PSO af en besloot de EU een associatieverdrag met Oekraïne te sluiten om de relatie tussen de twee in stand te houden.  

Euromajdan

De huidige spanningen tussen Oekraïne en Rusland vinden hun oorsprong in 2012. In dat jaar werd de eerder genoemde “Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne” voor het eerst voorgesteld. Er werd getracht de banden tussen het land en de  EU in stand te houden na het aflopen van de PSO. Het tekenen van het Associatieverdrag door de partijen zou onder andere betekenen dat de EU-lidstaten en Oekraïne samen zouden gaan werken en beleid op economisch, wetgevend en regulerend gebied op elkaar af zouden stemmen. 

De toenmalige president van Oekraïne, Viktor Janoekovytsj, was aanvankelijk voorstander van het verdrag, net zoals aanhangers van de oppositie. Acht dagen voordat het Associatieverdrag getekend zou worden werden de onderhandelingen echter door Oekraïne opgeschort. De Oekraïense oppositie stelde op dat moment dat Janoekovytsj en zijn regering de onderhandelingen niet uit zichzelf stop hadden gezet, maar onder druk van Rusland deze beslissing hadden gemaakt. Op diezelfde dag, 21 november 2013, begonnen in het centrum van Kyjiv op het Onafhankelijkheidsplein (Majdan Nezalezjnosti) protesten gericht tegen de regering van Janoekovytsj naar aanleiding van het opschorten van de onderhandelingen. De mensen die de straat opgingen eisten juist meer Europese samenwerking met Oekraïne en zagen Janoekovytsj het liefst aftreden met daarna vervroegde verkiezingen. De partij van Janoekovytsj zag echter liever een nauwe samenwerking met Rusland en niet met de Europese Unie. 

In januari 2014 sloeg het doel van de demonstratie om. Waar het voorheen een pro-EU protest was, werd het vanaf deze periode een sterk anti-regering protest. Deze omslag was vooral te danken aan de anti-demonstratiewet die Janoekovytsj invoerde aan het einde van januari. Zowel het recht tot vrijheid van meningsuiting als vrijheid van vergadering en betoging werden beperkt. In februari van 2014 was er opnieuw een omslag. Op 18 februari liep namelijk een protest op het Onafhankelijkheidsplein in Kyjiv uit op een gewelddadige confrontatie. Er vielen 25 doden en 400 mensen raakten gewond. 

Deze gebeurtenis was het begin van een reeks veranderingen in het land die een bestuurlijke revolutie teweeg brachten. Tijdens deze onrustige periode vonden er onderhandelingen tussen EU-afgevaardigden en Janoekovytsj plaats. Op 21 februari werd een akkoord bereikt dat bepaalde dat er vervroegde presidentsverkiezingen moesten plaatsvinden, uiterlijk in december 2014. De betogers op het Onafhankelijkheidsplein vonden dit echter niet ver genoeg gaan: zij eisten dat Janoekovytsj direct zou aftreden. Janoekovytsj vluchtte weg uit Kyjiv, maar werd alsnog afgezet door het parlement op 22 februari. Een aantal dagen later, op 27 februari, werd de interim-regering onder leiding van voormalig minister van Economische Zaken Arsenij Jatsenjoek gevormd. Op 21 maart 2014 werd dan uiteindelijk alsnog het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne getekend. 

De Krimcrisis 

De aanstelling van de interim-regering en het uiteindelijk tekenen van het Associatieverdrag betekende echter niet het terugkeren van de rust in Oekraïne. Op dezelfde dag als de vorming van de interim-regering bezetten gewapende mensen het parlementsgebouw in Simferopol, een stad gelegen op het schiereiland de Krim. Ook twee vliegvelden en een gebouw van de Oekraïense staatstelevisie op het eiland werden bezet door gewapende mensen. Toen zij de Russische vlag hesen was het duidelijk wie deze mensen waren; namelijk Russische militairen. Een paar dagen eerder, op 24 februari 2014, had de toenmalige Russische premier Dmitrij Medvedev laten weten dat Rusland het afzetten van president Janoekovytsj niet zou erkennen. Daarnaast maakte hij zich zorgen om de levens van de Russen en de Russische belangen in Oekraïne, volgens hem stonden deze op het spel. 

Op 11 maart 2014 werd de onafhankelijkheid van de Krim uitgeroepen en op 16 maart 2014 vond er een referendum plaats. De bevolking op de Krim zou in dit referendum mogen laten weten of ze zich bij Rusland wilden aansluiten. Volgens de Russische president Vladimir Poetin zou er een opkomst zijn geweest van 82 procent en zou een ruime 96 procent daarvan hebben gestemd voor aansluiting bij Rusland. Poetin wist dit in zijn jaarlijkse speech in het Kremlin te verklaren aan de hand van de innige band die Rusland en de Krim al zo lang met elkaar hebben. Volgens Poetin zijn Rusland en de Krim allebei een “unieke mix van verschillende volkeren en tradities”. Zoals eerder is genoemd, maakt Rusland in deze situatie ook gebruik van het argument dat er veel etnische Russen in het oosten en zuiden van Oekraïne wonen. Poetin kaartte daarom ook in zijn speech aan dat van de 2,2 miljoen mensen die er op de Krim wonen 1,5 miljoen Russisch zijn en dat de overige bevolking, Oekraïners en Krim Tataren, vooral naar Rusland zouden “leunen” in plaats van Oekraïne. 

In zijn speech weet Poetin mooi te verwoorden waarom de bevolking op de Krim voor een aansluiting bij Rusland heeft gekozen en schuift het referendum dan ook naar voren als een legitieme reden voor Rusland om de Krim in te nemen. Daarnaast is de Krim voor Rusland ook van strategisch belang: de basis van de Zwarte Zeevloot, een gedeelte van de Russische vloot, is gevestigd in Sebastopol (Sevastopol) op de Krim en wanneer de Krim onder Russisch gezag zou vallen zou Rusland ook volledige controle hebben over de Straat van Kertsj (een doorgang tussen het eiland en de Russische kust die de zee van Azov met de Zwarte Zee verbindt). Wanneer Oekraïne zich meer van Rusland zou gaan afzetten en zich meer zou gaan richten op Europa, zouden de Russische strategische belangen op de Krim in gevaar kunnen komen. Op 18 maart, de dag van de speech van Poetin, werd officieel bekend gemaakt dat de Krim was geannexeerd door Rusland. Buiten Rusland wordt deze inname tot op de dag van vandaag enkel erkend door Belarus. 

De oorlog in Oost-Oekraïne

Nadat Janoekovytsj was afgezet en Rusland de Krim had bezet, ontstonden er in het oosten en zuiden van Oekraïne, gebieden die bekend staan pro-Russisch te zijn, protesten. In de oblasten (regio’s) Donetsk en Loehansk escaleerden deze protesten tot een gewapend conflict. Op 6 april 2014 bezetten rebellen meerdere regeringsgebouwen en Oekraïne zette in reactie hierop het leger in. Zowel de steden Donetsk en Loehansk als het gebied ten zuidoosten van deze steden tot aan de Russische grens werden door de rebellen ingenomen. Op 12 mei werden de volksrepubliek Donetsk en de volksrepubliek Loegansk uitgeroepen. Het doel van het uitroepen van de volksrepublieken was om deze gebieden uiteindelijk, net zoals de Krim, bij Rusland te voegen, maar dit is tot op heden niet gebeurd. De rebellen zijn wel al die tijd gesteund geweest door Rusland, opnieuw vanwege het argument dat in deze gebieden een grote Russische minderheid woont die beschermd moet worden.

Wat volgde was een oorlog die tot de dag van vandaag nog actief is. Er is meerdere keren een staakt-het-vuren afgesproken, maar elke keer werd deze weer doorbroken. In 2015 maakte de VN de schatting dat er toen al zeker 6000 doden waren gevallen in de oorlog. Internationaal wordt de ramp met het Malaysia Airlines vliegtuig, beter bekend als vlucht MH17, gezien als een van de dieptepunten van het conflict op het moment van schrijven. Op 17 juli 2014 werd boven het dorp Hrabove in het Donetsk oblast een passagiersvliegtuig naar beneden geschoten waarbij alle inzittenden om het leven kwamen. Inmiddels is bekend dat dit toestel door een luchtdoelraket, die werd ingezet in de oorlog, uit de lucht is geschoten.

Nog in april van dit jaar dreigde het gewapende conflict in het grensgebied van Oekraïne en Rusland weer verder op te laaien toen bekend werd dat Rusland maar liefst honderdvijftig duizend militairen naar de grens had gestuurd. EU-buitenlandchef Josep Borrell liet weten dat deze ontwikkeling zeer verontrustend was. Een enkele “vonk” zou volgens hem tot escalatie kunnen uitlopen. De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Koeleba riep de EU op om nieuwe sancties tegen Rusland af te kondigen bovenop de al bestaande sancties die sinds 17 maart 2014 van kracht zijn. Aan het eind van april kondigden de Russen echter aan de troepen weer terug te trekken, uiterlijk op 1 mei zouden zij weer terug moeten zijn op hun vaste basissen. Deze korte provocatie zou vooral gericht zijn op het uittesten van de NAVO-landen: hoe zouden zij reageren wanneer Rusland het conflict met Oekraïne zou laten escaleren? En een reactie kregen ze. Zo liet president Joe Biden weten dat de VS achter Oekraïne zou staan en stuurden de Britten zelfs oorlogsschepen naar de Zwarte Zee. 

Nog geen eind in zicht

Het conflict tussen Oekraïne en Rusland lijkt nog niet snel afgelopen te zijn. Zolang de oorlog in Oost-Oekraïne woedt en deze gesteund blijft worden door Rusland ziet het er niet naar uit dat de landen snel tot een meer vriendschappelijke relatie kunnen komen. Het conflict heeft daarnaast ook veel invloed op de relatie tussen Rusland en het Westen, waaronder de EU. Er zijn nog steeds EU-sancties tegen Rusland, en de Krim, en deze zijn kort geleden nog verder uitgebreid. Het voorbeeld van het Oekraïense EK-tenue illustreert goed dat beide landen ook zeker niet van plan zijn de strijdbijl snel te begraven. Hoe het is afgelopen met de shirts? De UEFA heeft Rusland gelijk gegeven en Oekraïne opgedragen om de tenues te veranderen naar een vorm die niet zou “provoceren”. Dit geldt trouwens alleen voor de eerder genoemde slogan. De omtrek van Oekraïne inclusief de Krim mogen op het shirt blijven staan.

Esmee Slutter heeft Geschiedenis gestudeerd aan de Radboud Universiteit en heeft zich gespecialiseerd in Europese culturele geschiedenis. Op het moment is ze bezig met het behalen van haar bachelor in Russische Studies aan de Universiteit Leiden.

 

Beeld: Shutterstock

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *