Ceuta en Melilla: de twee Spaanse enclaves in Marokko en hun problemen rondom migratie
Mensenrechtenschendingen en chantage aan de grens tussen Marokko en Spanje.
Over de twee kuststeden Ceuta en Melilla bestaat al jaren veel discussie, vooral tussen Marokko en Spanje. Ceuta en Melilla zijn namelijk Spaanse enclaves gelegen in Marokko, plus de enige Europese grenzen op het vasteland van Afrika. Marokko noemt de steden ‘Sebtah en Melilah’ en vindt dat de steden bezet Marokkaans grondgebied zijn. Het land heeft Ceuta en Melilla dan ook nooit juridisch als Spaans erkend en eist de enclaves – en nog vier andere gebieden in de Straat van Gibraltar – weer terug op. Spanje is daarentegen van mening dat de soevereiniteit van Ceuta en Melilla niet in twijfel mag worden getrokken; de steden horen bij Spanje en daarmee ¡basta!
De verschillen tussen Marokko en de Spaanse enclaves zijn groot. Binnen de grenzen van Ceuta en Melilla liggen de lonen hoger, is er goed onderwijs, een betaalbare gezondheidszorg en genieten de inwoners de voordelen van de Spaanse democratie en het Spaanse lidmaatschap van de Europese Unie (EU). Toch kwamen de steden de laatste jaren regelmatig negatief in het nieuws. Gezien het feit dat Ceuta en Melilla de enige Europese grenzen op het vasteland van Afrika zijn, proberen migranten massaal via deze weg Europa te bereiken. Om migranten tegen te houden zijn er hekken geplaatst. De kritiek hierop groeit, voornamelijk vanwege Marokkaans en Spaans politiegeweld, mensenrechtenschendingen en illegale mensensmokkel. Dit artikel zal ingaan op de geschiedenis van Ceuta en Melilla. Sinds wanneer horen de eilanden eigenlijk bij Spanje? En wat is de huidige situatie in de enclaves? Beschreven wordt daarnaast hoe Ceuta en Melilla, maar ook Marokko, omgaan met de grote aantallen migranten, en hoe de EU moet reageren op de mensenrechtenschendingen aan de grens.
Een duik in de geschiedenis
Ceuta en Melilla hebben niet altijd bij Spanje gehoord. Al in de vijfde eeuw werden de steden veroverd door Carthagers, Grieken en Romeinen. Drie eeuwen later werd Ceuta geregeerd door verschillende Berber- en Arabische dynastieën, totdat Portugal de stad in 1415 veroverde en koloniseerde. Spanje veroverde Melilla in 1497. Hierop volgde een tijd van aanslagen en belegeringen, gepleegd door de Islamitische inwoners van het (omliggende) gebied. Melilla hoort definitief bij Spanje vanaf 1556. Ceuta heeft lange tijd bij de Iberische Unie gehoord. Dit was een politieke unie tussen Spanje en Portugal, die bestond tussen 1580 en 1640. Bij de Unie hoorden Spanje en Portugal, maar ook verschillende overzeese gebieden die veroverd waren door enerzijds de Spanjaarden of anderzijds de Portugezen. In 1640 viel de Iberische Unie echter uit elkaar. Hoewel Portugal al zijn overzeese koloniën behield, behoorden Ceuta en het Peterselie-eiland vanaf dat moment bij Spanje. In 1668 deed Portugal officieel afstand van Ceuta.
Zowel Ceuta en Melilla bleven bij Spanje horen toen Marokko onafhankelijk werd, ongeveer halverwege de twintigste eeuw. Sindsdien zijn er regelmatig diplomatieke conflicten tussen Marokko en Spanje over de twee enclaves. Dat bleek bijvoorbeeld toen de Spaanse Koning Juan Carlos de gebieden in 2007 bezocht. Dit zorgde ervoor dat de discussies rondom de soevereiniteit van de enclaves in Marokko opnieuw oplaaien. Marokko onderstreept regelmatig dat Ceuta en Melilla overblijfselen zijn van Spaans kolonialisme in Marokko. Het land probeerde de zaak bijvoorbeeld aan te kaarten bij de VN, echter zonder succes.
Ook in de rest van de wereld groeit de kritiek, zelfs in Spanje. Een op de vijf Spanjaarden denkt dat Ceuta en Melilla binnen twee decennia onderdeel zullen zijn van het Marokkaans grondgebied. Toch zijn er evenwel Spanjaarden die van mening zijn dat Marokko de steden alleen kan inlijven door oorlog. Hoogstwaarschijnlijk wil Marokko deze prijs niet betalen, zeker omdat Spanje er dicht bovenop zit. Dat bleek eerder al in 2002, toen Marokko een Spaans eilandje in de Straat van Gibraltar bezette. De situatie escaleerde zo snel dat zelfs de Verenigde Staten moesten bemiddelen.
De huidige situatie
Ceuta en Melilla, samen zo’n 32 vierkante kilometer groot, zijn momenteel het thuis van ongeveer 160.000 mensen. De meest gesproken talen zijn Spaans en Arabisch en de belangrijkste religies zijn het Christendom en de Islam. Tot zo ver ‘de Spaans/Marokkaanse combinatie’, want verder probeert Spanje de enclaves zo Spaans mogelijk te maken en te houden. Er is zelfs tijdsverschil tussen de enclaves en Marokko; Spanje hanteert zomertijd en Marokko niet. Dat is niet het enige verschil tussen Marokko en Ceuta en Melilla. Spanje wil wonen in de enclaves namelijk zo aantrekkelijk mogelijk maken. Dit zorgt voor grote verschillen tussen Marokko en de enclaves, maar ook tussen Spanje en de twee steden. Er zijn bijvoorbeeld verschillende belastingvoordelen ingevoerd in Ceuta en Melilla en de lonen liggen flink hoger dan op het Spaanse vasteland. Het lijkt erop alsof de twee steden Spanje hierdoor meer kosten dan opleveren. Veel Marokkanen die in de buurt wonen, profiteren daarentegen van de belastingvoordelen. Zij gaan regelmatig naar Ceuta en Melilla om hier grootschalig in te kopen, wat financieel gewin oplevert voor Spaanse verkopers in de enclaves. De producten worden meegenomen naar Marokko, waar ze met een kleine winst kunnen worden doorverkocht. De handel in deze producten is illegaal, maar niet ongunstig voor Spanje.
Om het geld in het land te houden, probeert Marokko echter al jaren om de werkgelegenheid te vergroten in de omgelegen gebieden van Ceuta en Melilla om de illegale handel te stoppen. Zo probeert Rabat ervoor te zorgen dat de enclaves toch te duur worden voor Spanje. Aan de andere kant probeert Madrid te bewerkstelligen dat Spanjaarden massaal op vakantie gaan naar Ceuta en/of Melilla. Op deze manier wordt getracht Ceuta en Melilla meer bij Spanje te betrekken. Reisorganisaties zeggen dat dit dé ideale plekken zijn om ín Spanje te genieten van een Arabische sfeer. Op websites van reisaanbieders staan teksten als:
“We herinneren ons ze [Ceuta en Melilla] vaak alleen wanneer we het nieuws over immigranten die over het beroemde hek springen zien […]. Deze twee kleine Spaanse autonome steden – gelegen op Afrikaans grondgebied – hebben echter meer bezienswaardigheden dan je zou denken.” (Bron: Escribano, 2017, SkyScanner.es)
Vertaling van:
“Muchas veces solo las recordamos cuando vemos las noticias de inmigrantes saltando la famosa valla […]. Sin embargo, estas dos pequeñas ciudades autónomas españolas – ubicadas en territorio africano – tienen más atractivos de los que pudieras imaginar.”
Vluchtelingen
De hekken om Ceuta en Melilla heen: zelfs in de reisadvertenties wordt het dus genoemd. Niet gek, want de hekken zijn precies het eerste waar men aan denkt bij Ceuta en Melilla. Daarnaast zijn de hekken internationaal gezien een van de grootste bronnen van kritiek. Zoals eerder vermeld proberen vele migranten de grens tussen Marokko en de Spaanse enclaves over te steken. Vanuit Afrika is dit de snelste route naar Europa en eenmaal in Ceuta of Melilla kunnen de migranten asiel aanvragen. Op sommige dagen bereiken duizenden migranten het Spaanse territorium, ondanks dat dit geen makkelijke weg is. Rondom Ceuta en Melilla staan drie hekken van zes meter hoog. Pas wanneer migranten het derde hek overkomen, worden ze opgevangen. Daarvoor worden ze meestal al tegenhouden, of raken ze gewond. Dit kan ten eerste komen door het materiaal van de hekken, veelal prikkeldraad, maar ook door politiegeweld.
In de eerste week van maart 2022 verspreidde RTVE Melilla, de lokale nieuwszender, bijvoorbeeld een video via Twitter waarin een migrant werd mishandeld door Spaanse politieagenten nadat hij over een hek was geklommen. De video ging viral en de politie kreeg grote kritiek, onder andere van Amnesty International. De Spaanse minister van Binnenlandse Zaken verdedigde de politie. Volgens hem was het gebruik van geweld door de agenten ‘proportioneel’ en is ‘het niveau van agressie van sommigen die probeerden Melilla binnen te komen ongekend’. Hier voegde hij aan toe dat er ook veel agenten van de Guardia Civil en de Policía Nacional gewond waren geraakt, net als nog 52 andere migranten. Bovendien weigert Madrid uit te leggen welke procedures het hanteert om mensen terug te sturen naar Marokko. Ook de Marokkaanse politie wordt bekritiseerd. Marokko heeft van de EU miljoenen ontvangen om de grens te bewaken en Spanje vindt dat Marokko het geld niet op een goede manier inzet. Daarnaast komt de Marokkaanse politie regelmatig in het nieuws als het gaat om politiegeweld aan de grens.
De grootste bron van ergernis, zowel bij de EU als bij Spanje, is echter dat Marokko Spanje nog weleens – met succes – weet te chanteren met de grens. Tijdens diplomatieke spanningen tussen Marokko en Spanje, bijvoorbeeld over de Westelijke Sahara, heeft Marokko meerdere keren uit boosheid de grens opengezet naar Ceuta en Melilla. Enerzijds door letterlijk de deur te openen, anderzijds door de grenspolitie terug te laten trekken. Het resultaat was chaos en een enorme toestroom aan migranten, die de twee steden amper aankonden. Om de chaos te proberen te beperken en migranten tegen te houden, heeft de Spaanse regering zelfs het leger naar de enclaves gestuurd en zijn er pantservoertuigen ingezet. Duizenden migranten werden daarnaast weer teruggestuurd. Hierdoor werd de sfeer aan de grens grimmig en ontstonden er gevechten tussen migranten en de politie.
De Spaanse enclaves en de EU
De Belgische correspondent Sven Tuytens laat aan de VRT weten dat de Marokkaanse chantage werkt: “Marokko weet dat Spanje, maar ook de rest van Europa, heel gevoelig is als het gaat om migratie. Net zoals Erdogan in Turkije kan Marokko wanneer het dat wil druk uitoefenen. En dat doet het door politie weg te trekken van de grens, met de bekende gevolgen. Meteen zal het Spanje zo aan de onderhandelingstafel krijgen.” De situatie in Ceuta en Melilla is precair. Wanneer Marokko de grens opent, raken de enclaves al snel overspoeld en daarmee ontstaat direct een crisis, ook voor de EU. Deals met Marokko uit het verleden hebben niets tot weinig uitgehaald. Marokko ontvangt jaarlijks 130 miljoen aan EU-subsidies, maar het land komt zijn verplichtingen niet na én opent nog steeds bij boosheid de grens. Een heus machtsspel tussen Marokko en Spanje/de EU is hiermee ontstaan.
De vraag is wat de EU nu moet doen. Sowieso moet de EU een duidelijke positie innemen in het ‘debat’ rondom Ceuta en Melilla. Nog te vaak is de EU stil wanneer de Spaanse Guardia Civil geweld gebruikt en mensenrechten schendt bij het beveiligen van de grenzen. Vanzelfsprekend is het belangrijk dat zowel Marokko als Spanje zich houden aan de internationale verdragen. Dat betekent: geen geweld tegen migranten door militairen en politieagenten aan de grens. Daarnaast moet Spanje zich houden aan het Europees recht. Spanje stuurt nog elke dag migranten terug zonder procedure, en dat mag niet. De EU moet gaan benadrukken dat Spanje en Marokko zich aan de internationale wet- en regelgeving moeten houden en kan eventueel sanctioneren door EU-subsidies te verlagen of zelfs tijdelijk stop te zetten.
Daarnaast is het van belang dat de EU ervoor zorgt dat Ceuta en Melilla de opvang van migranten aankunnen en dat deze opvang op humanitaire wijze gebeurt. Hiervoor kunnen subsidies ingezet worden. Wel moeten de opvangcentra worden gecontroleerd. Soms overstromen de opvangcentra door de grote hoeveelheid mensen en als er procedures worden uitgevoerd, duren deze lang. Bovendien worden er nog te regelmatig mensensmokkelaars bij de grens gearresteerd. Het is belangrijk dat Europol de samenwerking tussen Marokko, Spanje en de EU als geheel versterkt in en ondersteunt bij het aanpakken van mensenhandel. Als laatste is het essentieel dat de EU en de Spaanse- en Marokkaanse autoriteiten blijven samenwerken en elkaar niet chanteren – zeker niet met de levens van migranten. Dit lijkt wellicht een overbodig advies, maar het is helaas nog altijd geen vanzelfsprekendheid.
Loes ter Horst is bachelorstudent Liberal Arts and Sciences aan de Universiteit Utrecht met een specialisatie in International Governance (Departement voor Bestuurs- en organisatiewetenschap).
Beeld: Shutterstock