Mensenrechten en Gelijkheid

De dreiging van hostile architecture 

Hostile architecture

Over de manieren waarop onze publieke ruimte steeds minder aangenaam wordt.

Al eeuwenlang wordt de openbare ruimte gebruikt als ontmoetingsplek voor mensen uit alle lagen van de samenleving. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Griekse Agora, verzamelplaatsen waar mensen in de oudheid samenkwamen om elkaar te ontmoeten, handel te drijven en vergaderingen te houden. Deze publieke ruimtes zijn van groot belang omdat ze ervoor zorgen dat mensen zich verbonden voelen met elkaar en anderen kunnen ontmoeten. 

Architectuur kan gebruikt worden om de kwaliteit van leven in de stad te verbeteren; zo zorgen stoepen ervoor dat mensen veilig kunnen wandelen en bieden bomen schaduw en een verbeterde luchtkwaliteit. Deze vormen van architectuur zorgen ervoor dat de stad aangenamer wordt om in te wonen. Hoewel de meeste stadsarchitecten bezig zijn met het aangenamer maken van de stad, wordt de leefbaarheid tegelijkertijd bedreigd. Op veel plekken in Europa is het niet langer vanzelfsprekend dat iedereen welkom is in de publieke ruimte, wat voor een belangrijk deel toe te schrijven is aan de opkomst van hostile architecture, oftewel vijandige architectuur. 

Wat is hostile architecture?

Van London tot Hamburg tot Stockholm, op steeds meer plekken in Europa wordt architectuur gebruikt om de publieke ruimte te beïnvloeden. Voor een deel wordt architectuur gebruikt om de stad voor iedereen veilig te maken, bijvoorbeeld door paaltjes te plaatsen die ervoor zorgen dat auto’s niet overal kunnen komen en lantaarnpalen voor voldoende straatverlichting. Volgens voorstanders functioneert hostile architecture op een vergelijkbare manier, maar er zijn duidelijke verschillen. 

Hostile architecture komt voor als onderdelen van de openbare ruimte specifiek ontworpen zijn om ongewenst gedrag tegen te gaan. Door vormen van vijandige architectuur toe te passen in de publieke ruimte zou dat volgens voorstanders zorgen voor een afname van overlast en leiden tot minder criminaliteit. In werkelijkheid benadeelt hostile architecture vooral daklozen die een plek zoeken om te rusten en jongeren die graag samen willen komen.

Een van de meest zichtbare vormen van hostile architecture is het plaatsen van hekken. Hoewel het logisch is dat je een hek of schutting om je eigen tuin hebt staan, is het een ander verhaal als hekken in de publieke ruimte neergezet worden. Een andere duidelijk zichtbare en vrij agressieve vorm van hostile architecture is het plaatsen van spikes op vensterbanken, zodat mensen daar niet gaan zitten, of onder bruggen om ervoor te zorgen dat daklozen daar niet kunnen overnachten.

Bank met spikes

Vijandige architectuur voor alle zintuigen

Niet alle vormen van hostile architecture zijn bedoeld om de toegang tot bepaalde plekken te blokkeren. Een niet fysieke, maar wel hoorbare vorm van hostile architecture is het gebruik van geluid om mensen te weren van sommige plekken. Een op het eerste oog vrij onschuldige manier is het afspelen van onder andere klassieke muziek uit speakers rondom hangplekken voor jongeren. Een voorbeeld uit eigen land is het ‘s nachts afspelen van Eftelingmuziek op Amsterdam Centraal om overlast te voorkomen. Het idee is dat deze muziek ‘oncool’ zou zijn en er daardoor voor zorgen dat jongeren niet op die plekken afspreken. Zeg nou zelf, de hele nacht naar “Carnaval Festival” luisteren is inderdaad niet iets waar de meesten van ons op zitten te wachten.

Soms worden er echter ook geluiden gebruikt die daadwerkelijk fysiek als onaangenaam ervaren worden. Zo werd afgelopen maart bekend dat verschillende Nederlandse gemeenten, waaronder Barendrecht, Leiderdorp en Rotterdam, gebruik maken van de zogenoemde mosquito’s. Dit zijn apparaten die constant een onaangenaam zoemend geluid uitzenden, vandaar de verwijzing naar de mug. Dit geluid wordt op een frequentie afgespeeld die alleen door jonge mensen, ongeveer tot vijfentwintig jaar, gehoord kan worden. 

Gemeenten, zowel hier in Nederland als in andere Europese landen, stellen dat het gebruik van mosquito’s een bijdrage levert aan het verminderen van overlast door jongeren. Hoewel de apparaten niet illegaal zijn, kleven er wel ethische bezwaren aan het gebruik van mosquito’s. Het is specifiek gericht tegen jongeren en discrimineert dus op basis van leeftijd. Jongeren worden hierdoor als bevolkingsgroep gezien als een probleem, wat mogelijk de kloof tussen jong en oud vergroot en daarmee ook het nu al bestaande onbegrip tussen de twee groepen. 

Er zijn ook vormen van vijandige architectuur die door het beïnvloeden van ons zicht bepaald gedrag willen ontmoedigen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het gebruik van blauw licht in openbare toiletten. Het lijkt misschien een spannend sfeertje te geven aan je toiletbezoek, maar in werkelijkheid hebben deze lichten een ander doel; het ontmoedigen van drugsgebruik door middel van injecties, zoals heroïne. Door blauwe lampen is het voor drugsgebruikers veel moeilijker om hun aderen te vinden. In de praktijk helpt blauw licht niet om drugsgebruik te remmen, in plaats daarvan zorgt het mogelijk juist voor meer gezondheidsrisico’s als mensen misprikken en is het ook niet goed voor de ogen van andere toiletbezoekers. 

De onzichtbaarheid van hostile architecture

Hekken, spikes en barricades zijn duidelijk zichtbare vormen van hostile architecture, maar deze kunnen ook gecamoufleerd worden om ervoor te zorgen dat ze minder opvallend zijn. Spikes zijn duidelijk, maar keien en plantenbakken zijn dat niet. Hekken zorgen ervoor dat de omgeving er onprettig uitziet, maar luide klassieke muziek doet niets aan het uiterlijk van de buurt. Een hek neerzetten om een parkje geeft een duidelijk signaal af waaruit blijkt dat mensen daar niet mogen komen, maar de afwezigheid van bankjes heeft een vergelijkbaar effect, zonder dat het doel overduidelijk is.

Een van de bekendste toepassingen die ook in Nederland regelmatig terug te zien is, zijn bankjes. Het doel van een bankje in de publieke ruimte is dat het een plek biedt waar mensen uit kunnen rusten, de krant lezen en elkaar kunnen ontmoeten. Bankjes bieden mensen een manier om even te ontspannen en tijdelijk te ontsnappen aan de hectiek van de stad. 

Steeds vaker worden comfortabele bankjes echter ingeruild voor moderne versie die mensen niet uitnodigt om een tijdje op te vertoeven. Veel nieuwe bankjes zijn gemaakt van oncomfortabel materiaal, zijn te smal om goed op te zitten of hebben individuele armleuningen waardoor daklozen bankjes niet als slaapplek kunnen gebruiken. Hoewel het voornaamste doel van zulke bankjes dus is om ervoor te zorgen dat daklozen er niet overnachten, hebben oncomfortabele bankjes ook als gevolg dat onder andere ouderen en lichamelijk kwetsbare mensen ook niet meer goed kunnen zitten. 

Bank met armleuning

Wegkijken in plaats van oplossen

Waarom proberen we als samenleving de publieke ruimte, die in principe voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn, te vormen? Het fenomeen van hostile architecture biedt een confronterende inkijk in de manier waarop er in onze samenleving wordt omgegaan met minderbedeelde mensen, zoals dak- en thuislozen. Nederland telde in 2021, dus nog voor de massale inflatie, de energiecrisis en het eind van de coronasteun, 32.000 daklozen. In de gehele Europese Unie waren er naar schatting 700.000 mensen die in 2020 geen onderdak hadden.

Het inzetten van hostile architecture zorgt ervoor dat de verantwoordelijkheid om de oorzaken van ongewenst gedrag aan te pakken verschoven wordt. In plaats van een adequate oplossing die ervoor zorgt dat deze mensen een onderkomen krijgen, wordt er door middel van hostile architecture geprobeerd om het probleem te verbergen door de publieke ruimte steeds ontoegankelijker te maken. Door maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat mensen niet meer op straat kunnen slapen, wordt er de boodschap afgegeven dat zij ergens anders kunnen en moeten slapen, terwijl er in veel gevallen te weinig opvangplekken zijn. 

Zoals eerder gezegd, worden ook jongeren sterk benadeeld door hostile architecture. Het gebruik van vijandige architectuur is voor een deel gebaseerd op de aanname dat mensen zich slecht zullen gedragen in de openbare ruimte. Als de angst voor mogelijke overlast door gebruik van openbare voorzieningen de overhand krijgt, houden we een middelmatige openbare ruimte over die niet uitnodigt om er veel tijd door te brengen. In plaats van uit te gaan van het slechtste in de mens, moet er een omgeving gecreëerd worden die verwelkomend is naar iedereen. 

Hostile architecture gaat in tegen de essentie van wat de openbare ruimte is. Openbaar betekent open voor iedereen, niet voor slechts een selecte groep. Door sommige mensen de toegang te ontzeggen, worden zij in feite niet gezien als een onderdeel van de maatschappij. In plaats van vrezen voor overlast of misbruik van de openbare ruimte, moet er geïnvesteerd worden in plekken waar iedereen zich welkom voelt en naast elkaar kan leven zonder elkaar in de weg te zitten. Als de coronacrisis ons iets geleerd heeft is dat wel dat elkaar in alle vrijheid fysiek ontmoeten enorm belangrijk is, dus moeten er ook plekken zijn waar dat mogelijk is.

Sabine Herder doet een master Crisis and Security Management aan Universiteit Leiden met een specialisatie Intelligence and National Security. Hiervoor heeft ze een bachelor Liberal Arts and Sciences met een hoofdrichting in Internationale Betrekkingen gedaan.

Beeld: Shutterstock

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *