Verkiezingen

De meest relevante waterschapsverkiezingen ooit?

De meest relevante waterschapsverkiezingen ooit? - Shaping Europe

Wat de waterschappen doen, hoe ze werken en waarvoor we stemmen.

Aanstaande 15 maart kan er weer gestemd worden in Nederland. In 2023 stemmen we voor de provinciale staten en voor de waterschappen. Historisch gezien zijn de waterschapsverkiezingen geen populaire verkiezingen. In 2019 ging slechts s 51,9% van de stemgerechtigden naar de stembus. Toch was dat een flinke verhoging ten opzichte van bijvoorbeeld 2008, toen louter 24% een stem uitbracht. Dit laat zien dat er in toenemende mate interesse is in de waterschapsverkiezingen, maar dat er ook nog winst te behalen valt. Voor de Tweede Kamer verkiezingen was de opkomst in 2021 bijvoorbeeld 78%. Een stuk hoger, met dus ook meer democratische legitimiteit.

Wat doen de waterschappen ook alweer?

De waterschappen zijn één van de oudste nog bestaande democratische bestuursorganen ter wereld. Het is ook een unieke bestuursorganisatie, nergens anders kan je voor het waterbeheer stemmen. De bestuursorganisatie verhoudt zich ingewikkeld tot het Huis van Thorbecke. Het Huis van Thorbecke beschrijft de verhoudingen van de basis van het Nederlandse openbare bestuur: de gemeenten, de provinciën en het Rijk. Zo is dit ook opgenomen in de Grondwet van 1815. Waterschappen zijn in feite geen overheidslaag met de onderliggende hiërarchieën, maar een overheidsorganisatie met een specifiek takenpakket. De taken en verantwoordelijkheden van de waterschappen zijn vastgelegd in de grondwet en worden gespecificeerd in de Grondwaterwet. Wat de verhoudingen met het Huis van Thorbecke ook moeilijker maakt is dat waterschappen niet dezelfde grenzen als provincies kennen. Er zijn waterschappen die door wel vier provincies heen stromen.

Nederland is verdeeld in 21 waterschappen.  Vroeger waren dit er veel meer, in 1950 waren het er bijvoorbeeld nog 2600. Hierna waren er verschillende momenten waarop waterschappen verder fuseerden, mede omdat het takenpakket zo beter uitvoerbaar werd. De waterschappen, ook wel Hoogheemraden genoemd, zijn verantwoordelijk voor een breed takenpakket rondom, je raadt het al, water. Waterschappen zijn vooral verantwoordelijk voor het bewaken van de waterkwaliteit en -kwantiteit. De werkzaamheden die hierbij komen kijken zijn divers. Er kan gedacht worden aan het beheer en onderhoud van dijken, het zuiveren van afvalwater, maar ook zorgen voor gezond drinkwater. Niet iedereen in Nederland heeft een goed beeld van de verantwoordelijkheden van deze unieke bestuursorganisatie. Uit een recente peiling is gebleken dat ongeveer 31% van de mensen geen idee hebben wat het waterschap doet, 23% weet het ongeveer en 46% heeft een goed beeld van de verantwoordelijkheden en taken.

Door klimaatverandering en andere milieuproblemen valt te verwachten dat water een steeds belangrijker wordt en dat het een grotere politieke lading krijgt. Dijken moeten steeds verder verhoogd worden, maar ook droogte en overstromingen zullen vaker voorkomen. Daarnaast zijn er zorgen rondom de kwaliteit van het water, vanwege PFAS, microplastics en andere vervuilers. Zo is er de laatste jaren veel te doen rondom de kwaliteit van het water in relatie tot de stikstof crisis. Er wordt veel gefocust op de uitstoot in de lucht, maar ons water bevat ook te veel stikstof. Dit heeft grote gevolgen voor de waterkwaliteit, zo is er een toename aan pesticiden. Ook neemt de biodiversiteit in waterplanten af, en juist die biodiversiteit is essentieel voor het filteren van het water. 

Oplossingen hiervoor zijn minder technocratisch dan het in eerste instantie lijkt. Verschillende groepen hebben verschillende belangen bij de besluiten. De agrarische sector heeft  bijvoorbeeld op veel dossiers andere belangen dan milieugroeperingen. Dilemma’s die in de verkiezingen terugkomen zijn onder andere de vraag of het water meer ruimte zou moeten krijgen, wat de natuur tegemoetkomt, of dat er vooral ingezet moet worden op dijkverhogingen en dat eventuele ruimte niet moet worden opgeofferd. Bovendien zijn er verschillende perspectieven over de rol van de waterschappen. Er zijn bijvoorbeeld verschillende meningen over de rol van de waterschappen in de energietransitie. Ook zijn er debatten over de rol van de waterschappen in het armoedebeleid, onder andere omtrent het kwijtschelden van belastingen en er zijn discussies rondom rol van waterschappen in het beschermen van cultureel erfgoed. Partijpolitiek heeft hier dus zeker een functie.

Verschillen in de partijen & geborgen zetels

Nederland is verdeeld in twaalf waterschappen. Welke partijen meedoen verschilt per waterschap. In het Hoogheemraadschap Delft 2023 doen er bijvoorbeeld vijftien partijen mee aan de waterschapsverkiezingen en voor Wetterskip Fryslân doen er elf partijen mee. Sommigen zijn direct aan een politieke partij gebonden, zoals Forum voor Democratie, PvdA en het CDA. Andere partijen zijn enkel actief bij waterschapsverkiezingen, zoals Water Natuurlijk. Daarnaast zijn er in enkele waterschappen lokale partijen actief, zoals bij Lokaal Waterbeheer in het waterschap Vallei en Veluwe.

Naast de verkiesbare zetels zijn er ook een aantal zogeheten geborgen zetels. Deze zetels zijn benoemd en worden bezet door vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven, de agrarische sector en de beheerders van natuurterreinen. Waar verkozen zetels het algemeen belang horen te dienen, zullen deze zetels specifieke belangen dienen. In 2020 is er een motie ingediend door GroenLinks om deze zetels af te schaffen, waar D66 zich bij aansloot. Het zou ondemocratisch zijn en zorgen voor een oververtegenwoordiging van de commerciële belangen (agrarische sector en andere bedrijven) ten opzichte belangen van de kiezers. Anderzijds wordt beargumenteerd dat de partijen met geborgen zetels ook het meest betrokken zijn. Zij ervaren de meeste impact van de besluiten, dragen het meeste bij aan het waterbeheer en hebben de meeste vakkennis. In 2020 adviseerde ook een onafhankelijke adviescommissie in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de geborgen zetels af te schaffen. Onlangs is besloten dat de geborgen zetels voor het bedrijfsleven vanaf de aanstaande verkiezingen worden afgeschaft en dat er in verhouding minder geborgen zetels overblijven voor de agrarische sector. Het totaal aantal zetels blijft wel gelijk, er zijn dus meer zetels om uit te kiezen. 

Boeren versus de natuur?

In sommige nieuwsartikelen worden deze verkiezingen geframed als de verkiezingen waar de boeren voor vrezen en waar er gekozen wordt voor de boeren of de natuur. Dit heeft onder andere te maken met de afname van de geborgen zetels maar ook met het grondwaterpeil, aangezien de waterschappen hierover gaan. Momenteel wordt het grondwaterpeil kunstmatig laag gehouden. Dit is voordelig voor de landbouw, omdat de weiden dan minder zompig zijn. Hierdoor kan vee op de weiden lopen en tractoren kunnen rijden op de velden waar zij anders in zouden zakken. Dit zou voor meer zomerdroogte zorgen. Bovendien stoot droge grond meer CO2 uit in vergelijking met natte grond. De kunstmatige droogte zou daarnaast zorgen voor een reductie in biodiversiteit. De grutto zou er bijvoorbeeld door verdwijnen. Daarbij zijn er ook zorgen rondom het verzakken van huizen. Door het lage grondwaterpeil zijn meer huizen met een fundering van houten palen in veengrond kwetsbaar. Als de heipalen afwisselend droog en nat worden, gaat het hout wegrotten. Dit kan zorgen voor ernstige funderingsproblemen.

Wanneer er voor de groenere belangen wordt gekozen raken de boeren hun invloed op het water verder kwijt. Dit heeft grote gevolgen voor hun bedrijfsvoering. Ook stellen tegenstanders van de ophoging van het grondwaterpeil dat het kan zorgen voor verdere bodemdaling. Bovendien stoten de moerassen die zouden ontstaan door de verhoging van het pijl methaan en lachgas uit. Dit zijn zwaardere broeikasgassen dan CO2. Ten slotte kan een droge ondergrond meer water opnemen bij zwaardere buien in vergelijking met een natte en al verzadigde ondergrond volgens de tegenstanders.

De grensoverschrijdende decentrale overheid

Veel van de grotere problemen van de waterschappen zijn niet alleen op het lokale niveau op te lossen. Op nationaal niveau is er hier de Unie van Waterschappen voor, die zelf ook bij het Rijk lobbyt. Echter zijn veel problemen transnationaal. De Rijn begint bijvoorbeeld niet in Nederland. Problemen in Duitsland stromen letterlijk door naar Nederland, wat dwingt tot internationale samenwerking. 

Daarnaast wordt veel milieuwetgeving door de EU bepaald. Een recent voorbeeld hiervan is een wet omtrent medicijnafval. Wanneer medicijnresten in het rioolwater terechtkomen, is het moeilijk om dit eruit te filteren, waardoor er ook restanten in het drinkwater kunnen komen. Dit is onwenselijk, aangezien dit een groot gezondheidsrisico kan vormen. Het uitfilteren van medicijnafval is erg duur en complex. De EU heeft besloten dat de farmaceutische industrie hier ook een financiële bijdrage aan moet leveren. De zogeheten productenverantwoordelijkheid is hiermee uitgebreid. Bovendien heeft veel EU-wetgeving rondom biodiversiteit en natuurbescherming een grote invloed op de manier waarop waterschappen hun werk doen.

Dit laat zien dat de EU-wetgeving zeer veel impact heeft op de waterschappen en de veiligheid van ons drinkwater. Daarom lobbyt de Unie van Waterschappen samen met de Vereniging van Nederlandse Waterbedrijven bij de EU om hun belangen te behartigen. Ook op nationaal niveau worden er ingangen gezocht. Zo pleit de Unie van Waterschappen ook bij de Tweede Kamer voor de uitbreiding van de producenten verantwoordelijkheid voor chemische stoffen voor alle sectoren, al dan niet via de EU.

Conclusie

De rol van waterschappen wordt steeds zichtbaarder en urgenter door de gevolgen van klimaatverandering, afvalproblemen en de stikstof crisis. Daarnaast zijn er nu meer verkiesbare zetels. De waterschapsverkiezingen van 15 maart zijn daardoor misschien wel relevanter dan ooit. De laatste waterschapsverkiezingen in 2019 hadden historisch gezien de hoogste opkomst. De vraag is dus of de gevoelde relevantie zich ook doorvertaald in nog hogere opkomstcijfers. Voor de democratische legitimatie van de ingrijpende beslissingen die de waterschappen moet maken op het gebied van duurzaamheid, boerenbelangen cultureel erfgoed is dit zeer wenselijk, al dan niet noodzakelijk.

Anoek Zijderveld heeft een master in Internationale Betrekkingen en een bachelor in Politicologie. Momenteel werkt zij als adviseur in de publieke sector.

Beeld: Shutterstock

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *