Financiële en Monetaire Zaken

Hoe het onbespreekbare toch mogelijk werd in de Eurozone

Lessen uit Jeroen Dijsselbloem’s boek “De Eurocrisis – Het verhaal van binnenuit”.

Naast de grote menselijke tragedie die het Coronavirus heeft veroorzaakt krijgt ook de economie een ongekende dreun. Een recessie is in aankomst en een golf van faillissementen dreigt. Sommige Europese landen hebben uitgebreide steunprogramma’s opgezet om bedrijven overeind te houden, waardoor de staatsschuld in rap tempo stijgt. 

Minister Hoekstra van Financiën onderhandelt met zijn collega’s over een herstelpakket van tenminste honderden miljarden euro’s. De Eurozone heeft vaker voor hete vuren gestaan, maar in in hoeverre zal de muntunie in staat zijn om de economische impact van Covid-19 aan te kunnen? De stappen die gezet zijn in de nasleep van de de financiële crisis van 2008 schetsen een beeld van de stand van zaken van de Eurozone voordat de Corona-crisis uitbrak. 

Daarnaast zijn de grote sprongen die in het vorig decennium gemaakt zijn een indicatie van waartoe Europa in staat is als de nood hoog is. Dit is relevant in de huidige discussie over het herstelpakket, eurobonds en leningen versus giften aan noodlijdende lidstaten.

Paniek op Wall Street

Veel economen noemen de financiële crisis van 2008 de ergste sinds de Grote Depressie van de jaren dertig. Wat begon met paniek op Wall Street, werd al snel gevolgd door een wereldwijde financiële crisis met langdurige gevolgen.

In Europa moesten banken voor miljarden euro’s worden gered met belastinggeld om een ​​volledige implosie van de economie te voorkomen. De impact van de bankencrisis op de samenleving was enorm, en veel mensen verloren hun baan. In Spanje en Griekenland blijft de jeugdwerkloosheid nog altijd rond de dertig procent hangen, waar het voor de crisis twintig procent was. Hoe heeft de eurozone zich sindsdien ontwikkeld?

Jeroen Dijsselbloem, voormalig minister van Financiën, was voorzitter van de Eurogroep tijdens de financiële crisis van 2008 en schreef een boek over hoe hij die kritieke tijd beleefde. In “De Eurocrisis – Het verhaal van binnenuit” geeft de voormalig minister een overzicht van de belangrijke stappen die zijn gezet om de eurozone robuuster te maken. 

Daarbij geeft de oud-bewindspersoon een fascinerend inzicht in het besluitvormingsproces temidden van de crisis. Tot slot hij aanbevelingen achter over hoe we de eurozone verder kunnen verstevigen om zo nieuwe economische schokken beter op te kunnen vangen.

Van bail-outs…

Dijselbloem beschrijft hoe de bankenwereld in Europa ingrijpend is veranderd door de financiële crisis. Vóór de recessie waren banken en nationale overheden sterk afhankelijk van elkaar. Een bank die failliet dreigde te gaan had de financiële steun van de staat nodig om te overleven. Overheden boden deze ondersteuning uit angst voor verdere escalatie en paniek, zoals bank runs.

De miljarden die door nationale regeringen met belastinggeld zijn betaald, waren dan wel nodig om erger te voorkomen, de nationale schuld groeide evenredig. Het feit dat banken werden beschouwd als “te groot om te falen” en daarom altijd zouden worden gered leidde tot verontwaardiging. De banken hadden duidelijk gefaald, en de burger betaalde de prijs.

Om deze cyclus te doorbreken zijn de eurolanden erin geslaagd om overeenstemming te bereiken over een systeem waarbij grote banken niet langer worden geherkapitaliseerd door nationale regeringen. 

Deze rol werd overgenomen door het Europese stabiliteitsmechanisme (ESM) in Luxemburg. Het ESM biedt banken in zwaar weer financiële bijstand in de vorm van leningen. Het ESM wordt gefinancierd en ondersteund door de gezamenlijke eurolanden. De grootste banken werden onder Europees toezicht werden geplaatst en elke steun zou gepaard gaan met strikte voorwaarden.  

Naar bail-ins…

Mogelijk een nog grotere paradigmaverschuiving was dat particuliere investeerders verliezen zouden gaan nemen wanneer banken in de problemen komen, de zogenaamde bail-in. Voorheen dachten regeringen dat bail-ins beleggers zouden afschrikken. 

Temeer omdat de banken überhaupt al niet erg gezond waren, konden regeringen zich niet ook nog de afwezigheid van private investeerders veroorloven, was de gedachte. Bail-ins zouden het besmettingsgevaar van de crisis naar andere banken kunnen doen toenemen.

De consensus verschoof echter naar het idee dat, net als overal, ook investeringen in banken risico’s met zich meebrengen. De impliciete garantie dat regeringen altijd zouden ingrijpen als banken in zwaar weer terecht zouden komen moest verdwijnen. Het vertrouwen van beleggers zou kunnen worden gewonnen door nieuwe kapitaaleisen, grotere buffers, voor banken. Het Europese toezicht en de voorwaardelijke steun van het ESM maakten de bail-in verder mogelijk.

Bovendien moesten banken geld inleggen voor hun eigen resolutiefonds, dat bedoeld is om steun aan een bank te faciliteren. Het fonds is niet bedoeld voor geldinjecties. De bankenunie werd voltooid met het depositogarantiestelsel, een garantieregeling voor de rekeninghouders van een bank. Als een bank failliet gaat, garandeert het banktegoeden (deposito’s) tot maximaal EUR 100.000. Banken moeten zelf bijdragen aan dit fonds. 

Optimaal valutagebied

Ondanks het al verrichte werk zijn de fundamenten van de euro nog niet volledig afgebouwd. Waar pessimisten denken dat de eurozone gedoemd is vanwege haar tekortkomingen, identificeert Dijsselbloem zichzelf in zijn boek als een optimist. Hij zet het liefst kleine en goed doordachte stappen vooruit. Volgens de voormalige politicus zou het opzetten van een volwaardige politieke unie niet nodig zijn om de Euro te versterken.

Dijsselbloem verwijst naar de theorie van de Canadese econoom en Nobelprijswinnaar Robert Mundell over optimale valutagebieden. Volgens Mundell hangt de beslissing om toe te treden tot een gezamenlijke munt af van drie factoren. Dat zijn de mogelijkheid voor arbeid en kapitaal om zich binnen het valutagebied te verplaatsen, de flexibiliteit van een land om prijzen en lonen te corrigeren en een mechanisme voor financiële overdrachten.

Vrij verkeer van werknemers zorgt ervoor dat mensen naar andere landen binnen het valutagebied kunnen verhuizen waar er meer banen zijn, wat landen met hoge werkloosheid ontlast. 

De flexibiliteit om prijzen en lonen te corrigeren is deels gerelateerd aan hoe concurrerend een economie is. In een land met hoge lonen maar een laag concurrentievermogen zal een verlaging van de lonen de concurrentiepositie verbeteren. Dit leidt uiteindelijk tot meer economische activiteit en herstel, waardoor ook arbeid en kapitaal kunnen terugkeren.

Overdrachten 

Ten slotte zouden volgens Mundell financiële overdrachten nodig zijn om negatieve effecten van de gemeenschappelijke valuta in een bepaald gebied te compenseren. Volgens Dijsselbloem is dit overdrachtsmechanisme in de EU al grotendeels gecreëerd doordat particuliere investeerders als eerste te maken krijgen met verliezen wanneer banken failliet gaan.

Bovendien vinden openbare overdrachten al plaats via de bijdragen van lidstaten aan de EU-begroting. Rijke landen betalen relatief meer in de EU-begroting dan landen met een lager bruto binnenlands product. 

Daarnaast worden financiële middelen herverdeeld via de Europese structuur- en investeringsfondsen, die belast zijn met het scheppen van banen en een duurzame Europese economie.

Ter aanvulling stelt Dijsselbloem voor dat het ESM, onder de voorwaarde van hervorming, leningen aan lidstaten kan verstrekken wanneer zij zich in een recessie bevinden. Momenteel verstrekt het ESM alleen leningen wanneer landen bijna failliet zijn. 

De voormalige minister van Financiën geeft de voorkeur aan leningen boven subsidies, om het morele risico te vermijden dat regeringen op steun gaan rekenen zonder zich verplicht te voelen verantwoordelijk te handelen.

Kapitaalmarkten

Voor Dijsselbloem hebben de voltooiing van de bankenunie en de oprichting van een geïntegreerde kapitaalmarkt prioriteit om de eurozone te versterken. Wat de bankenunie betreft, moeten resterende risico’s nog worden opgeruimd en moeten de balansen van banken verder worden versterkt.

Blijft over: de interne kapitaalmarkt. Ondanks de vooruitgang die al is geboekt bij de liberalisering van kapitaal- en betalingsstromen binnen Europa, zijn de kapitaalmarkten nog grotendeels gefragmenteerd gebleven.

Volgens de Europese Commissie ontvangen kleine bedrijven in Europa vijf keer minder financiering van kapitaalmarkten dan in de VS. Europese bedrijven moeten minder afhankelijk worden van banken voor investeringen en meer financiering kunnen ontvangen uit risicokapitaal. 

De plannen van de Commissie voor een kapitaalmarktenunie moet ervoor zorgen dat kleine bedrijven even gemakkelijk financiering kunnen aantrekken als grote bedrijven. Financiering via kapitaalmarkten moet steeds eenvoudiger worden. Het zoeken naar investeringen in een andere lidstaat mag niet onnodig worden belemmerd.

Economische schok

Heeft de eurozone voldoende werk verricht om een ​​mogelijke zware economische schok van het Coronavirus het hoofd te kunnen bieden? Het grootste deel van het fundamentele werk is gedaan in de nasleep van de financiële crisis van 2008. De kansen dat Europese banken met belastinggeld moeten worden gered zijn aanzienlijk verkleind en de nieuwe financiële buffers van banken zouden respijt moeten geven.

De sterke afhankelijkheid van Europese bedrijven van financiering door banken kan echter opnieuw problemen veroorzaken. Wanneer bedrijven failliet gaan vanwege de gevolgen van het Coronavirus zullen banken wederom een groot deel van de verliezen moeten nemen, waardoor hun balansen onder druk komen te staan. Daardoor zullen ze aanvankelijk minder geld kunnen uitlenen als de economie weer aantrekt.

Het hebben van een sterke interne kapitaalmarkt zou de economie van de eurozone veel veerkrachtiger maken. Na een economische schok zouden durfkapitalisten dan een groter deel van de verliezen moeten nemen, maar de economie zou veel sneller kunnen worden gereactiveerd.

Politieke unie

Het boek van Dijsselbloem geeft een spectaculair inzicht in wat er zich heeft afgespeeld in het oog van de storm van de eurocrisis. Hij geeft openlijk zijn mening over de cruciale gesprekken die hij voerde met sleutelfiguren zoals de Duitse minister van Financiën Schäuble en de Griekse minister Varoufakis. Hij neemt de lezer mee langs de sleutelmomenten waar de eurozone langs de afgrond scheerde.

Wat zijn ideeën voor de versterking van de eurozone betreft geeft Dijsselbloem de voorkeur aan een stapsgewijze aanpak. Hij gelooft niet dat een Europese minister van Financiën, een eigen EU-begroting of belastingen, danwel euro-obligaties nodig zou zijn om van de Eurozone een robuuste valuta-unie te maken. Maar dat betekent natuurlijk niet dat deze instrumenten geen verdere discussie verdienen, zeker nu ze actueler zijn geworden dan ooit tevoren.

Photo credit: svklimkin.com

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *