Cultuur en Sport

Fossielen als roofkunst?

Fossielen als roofkunst? - Shaping Europe

De positie van fossielen in het debat omtrent roofkunst.

Roofkunst is een onderwerp dat de afgelopen paar decennia steeds meer aandacht heeft gekregen. Dikwijls gaat het daarbij om kunstobjecten die uit koloniën zijn meegenomen en sindsdien in Europese musea vertoeven. Ook tussen Europese landen bestaat onenigheid over ‘gestolen’ voorwerpen. De discussie laait vaak op als landen en/of gemeenschappen deze voorwerpen terug eisen. Dit levert overigens soms wel iets op; een elfmeter hoge totempaal keerde bijvoorbeeld afgelopen september, na bijna een eeuw in Schotland, terug naar de inheemse Nisga’a gemeenschap in Canada. Een minder bekend facet van deze discussies is die rondom fossielen. Over de status van fossielen als roofkunst of roofobject, en over de mogelijkheid om fossielen terug te eisen, lopen de meningen uiteen. Het is belangrijk om duidelijkheid te scheppen over de status van deze objecten, zodat deze discussies goed afgehandeld kunnen worden.

Fossielen als ‘roofkunst’

Of fossielen onder ‘roofkunst’ vallen is een discussie op zich. Als het over roofkunst gaat denkt men al snel aan kunstobjecten of aan voorwerpen met culturele of religieuze waarde. De gefossiliseerde ribben of tanden van een dier dat miljoenen jaren geleden heeft geleefd passen niet helemaal in dat plaatje. Als het aan bod komt, kijkt men al gauw naar de wetenschappelijke waarde van deze vondsten. Toch kan er ook een cultureel aspect zijn. Dat is bijvoorbeeld zo als het fossiel een rol speelde in lokale mythes en legendes, of als het als sieraad of ruilmiddel werd gebruikt. Een voorbeeld van zo’n mythologie is het verhaal van de reuzen in Tlaxcala, Mexico, die alle voorouders van het Tlaxcalteca-volk zouden hebben gedood, vermoedelijk geïnspireerd door Colombiaanse fossielen van mammoeten. Daarnaast worden natuurhistorische musea ook tot culturele attracties gerekend.

Argumenten op grond van de wet zijn vaak gebaseerd op het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR). Op grond van artikel 15 van dit verdrag heeft eenieder het recht om deel te nemen aan het culturele leven. Er bestaat wat onenigheid over de precieze invulling van het ‘culturele leven’. Over het algemeen vallen hieronder de werken van kunstenaars en wetenschappers, waarbij gedacht kan worden aan toegang tot boeken, kunstwerken en objecten met een historisch, wetenschappelijk en/of cultureel belang. Artikel 15 IVESCR wordt gebruikt om te beargumenteren dat de fysieke afwezigheid van een cultureel object van een gemeenschap een schending van mensenrechten oplevert. Het is lastiger om deze schending aan te tonen als het gaat om een fossiel, dan bij bijvoorbeeld een ceremonieel of heilig object. Daarbij is het wel relevant om welk fossiel het gaat. Van uiterst bijzondere en zeldzame fossielen kan immers makkelijker worden aangetoond dat het belangrijk is voor de identiteit van het land of de regio.

Europees beleid over roofkunst is er niet, al is er wel een non-profitcommissie voor roofkunst in Europa, de Commission for Looted Art in Europe (CLAE). Een aantal jaar geleden heeft het Europees Parlement de Europese Commissie opgeroepen om regelgeving te maken om de grensoverschrijdende teruggave van roofkunst te verbeteren. Een resolutie die op 17 januari 2019 is aangenomen stelt een Europese databank over geroofde kunst voor. Ook oppert het dat geschillen over roofkunst beter moeten worden opgelost, maar zonder dat er een rechter aan te pas hoeft te komen. Via een resolutie geeft het Europees Parlement een bepaald signaal af: de ‘politieke wil’. Het doel is vaak om de Europese Commissie aan te zetten tot actie, maar bindende regelgeving staat er dus niet in. In 2018 is wel een wet aangenomen die invoervergunningen voor cultuurgoederen verplicht stelt. Concrete Europese regelgeving over de daadwerkelijke teruggave van roofkunst is dus (nog) niet geschreven.

De Dubois-collectie

Indonesië heeft vorig jaar acht kunststukken en natuurwetenschappelijke collecties teruggevraagd van Nederland. Een van deze teruggevraagde collecties is de complete Dubois-collectie. Deze collectie is te zien in museum Naturalis in Leiden en bestaat uit ongeveer veertigduizend fossielen. Een van de items in deze collectie is het wereldberoemde ‘schedelkapje van Dubois’. Dubois zocht naar de missende link tussen mens en aap. De fysieke resten, waarvan het schedelkapje een onderdeel uitmaakt, zouden deze missende link zijn en zouden zodoende aantonen dat de mens en de mensaap een gemeenschappelijke voorouder hebben. De wenkbrauwbogen van het kapje waren namelijk dik en zagen er aapachtig uit, maar de grootte van de hersenen lagen tussen die van mens en mensaap in. 

Fossielen als roofkunst? - Shaping Europe

Dubois Schedel

Eerder deze zomer zijn reeds 472 kunstobjecten weer in Indonesische handen teruggekeerd. De fossielen bevinden zich echter nog in Naturalis. Op hun website is te lezen dat de vraag nu actueel is of de Dubois-collectie voldoet aan het Nederlandse teruggavebeleid. De beantwoording van deze vraag is niet aan Naturalis, maar aan de commissie-Gonçalves en demissionair staatssecretaris Cultuur en Media Gunay Uslu. De Indonesische regering benadrukt dat hoewel de fossielen strikt genomen geen roofkunst zijn, ze wel sociale en culturele betekenis hebben voor Indonesië.

De Mosasaurus

De Mosasaurus, oftewel de maashagedis’, leefde ongeveer 75 tot 65 miljoen jaar geleden. De eerste fossiele overblijfselen van het reptiel werden in 1778 gevonden in de Sint-Pietersberg in Maastricht. Daar heeft Mosasaurus zijn naam aan te danken; Mosa is namelijk de Latijnse benaming voor ‘Maas’. Na de vondst is het exemplaar vrij snel naar Frankrijk verhuist. In die periode stond Maastricht namelijk onder Frans bestuur, een tijdperk dat ook bekendstaat als het ‘Beleg van Maastricht’. Politiek commissaris Augustin-Lucie de Frécineals vergezelde het Franse leger en had als doel om bijzondere kunstobjecten en andere voorwerpen met (wetenschappelijke) waarde in beslag te nemen. Deze objecten werden vervolgens overgebracht naar Frankrijk. Dit lot stond ook de Mosasaurus te wachten. In 1794 namen de Fransen het fossiel mee naar het toen net geopende Muséum national d’histoire naturelle in Parijs. Daar is het nog steeds te bewonderen.

Bram Nab bepleit dat het fossiel terug moet keren naar Limburgse bodem. De fractievoorzitter van Forum voor Democratie in Maastricht kaartte het daarom aan bij de gemeenteraad. Hij stelt dat de Mosasaurus een van de vele bijzondere voorwerpen is waarover het Muséum national d’histoire naturelle beschikt, terwijl het voor het Natuurhistorisch Museum in Maastricht een echte publiekstrekker zou zijn. Zij beschikken op het moment slechts over een afgietsel van de kaak van het exemplaar. Nabs voorstel om met de Fransen in gesprek te gaan over teruggave van het exemplaar werd breed gesteund. De gemeente Maastricht gaat daarom proberen de Mosasaurus terug te halen naar de bodem waar het eeuwen geleden was gevonden. De gemeente Maastricht benadrukt daarbij dat het exemplaar onderdeel uitmaakt van het erfgoed van de stad. De Fransen werpen tegen dat het fossiel voor hen cultureel belangrijk is, aangezien de Mosasaurus centraal stond in het onderzoek van de Franse grondlegger van de paleontologie, George Cuvier. Dat de maashagedis voor beide landen in meer of mindere mate van cultureel belang is, vereenvoudigt de discussie niet.

Fossielen als roofkunst? - Shaping Europe

De kaak van een Mosasaurus

Dit is overigens niet de eerste keer dat een poging tot teruggave wordt gedaan. De Maastrichtse Maxime Verhagen (CDA) heeft zich hier tijdens zijn zittingsperiode in het Europees Parlement ook voor ingespannen, maar zonder resultaat. Tussen 1814 en 1827 heeft Rosa Godding, een nicht en erfgename van de eigenaar van de grond waar de Mosasaurus is gevonden, zich er ook hard voor gemaakt. Zij wilde het fossiel zelf dan wel de schadeloosstelling ontvangen die eerder aan haar oom was beloofd. Dat dit niet soepel verliep blijkt alleen al uit het feit dat zij brieven heeft geschreven aan de Franse minister van Buitenlandse Zaken, de gouverneur van Limburg, het Nederlandse ministerie van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken en zelfs aan Koning Willem I. Haar pogingen werden beloond met een bedrag van 6250 frank, al is dat aanzienlijk minder dan de daadwerkelijke waarde van het exemplaar. Die werd door kenners namelijk geschat op zo’n vijftigduizend frank.

Het is interessant dat Nederland de Mosasaurus terug vraagt zonder het verzoek van de Indonesiërs in te willigen. Concrete regelgeving vanuit de Europese Unie over de eigendomspositie en teruggave van roofkunst zou een welkom handvat zijn bij dergelijke discussies.

Julia studeert Notarieel Recht aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast volgt ze de opleiding Liberal Arts and Sciences, met een hoofdrichting in Internationale betrekkingen in historisch perspectief.

Afbeeldingen: Shutterstock