Het duivelse dilemma voor een groene toekomst
Meer mijnbouw als oplossing, maar ook als hindernis voor een klimaatneutraal 2050.
In 2020 presenteerde de Europese Commissie de Green Deal, een overzicht van de plannen van de Europese Unie om de CO2 uitstoot in 2030 te halveren en Europa in 2050 zelfs het eerste klimaatneutrale continent te maken. Het is een ambitieus, maar ook noodzakelijk streven, aangezien de aarde in rap tempo blijft opwarmen. Een belangrijk onderdeel van de Green Deal is om meer te investeren in duurzame energie die opgewekt wordt door onder andere windmolens en zonnepanelen. Klinkt als een goed idee, maar er is wel een probleem; voor de bouw van windmolens en zonnepanelen, en voor het opslaan van opgewekte energie zijn batterijen nodig. Deze batterijen worden geproduceerd met zogeheten zeldzame grondstoffen en juist daar bevindt zich het dilemma: hoe komen we aan deze grondstoffen?
Wat zijn zeldzame grondstoffen?
Er is een grote verscheidenheid aan zeldzame grondstoffen die elk ergens anders voor gebruikt worden. Voor accu’s om je elektrische auto te laten rijden heb je lithium, kobalt en grafiet nodig. De zonnepanelen die op je dak liggen zijn gemaakt met arsenicum, gallium en germanium en voor de windmolens langs de snelweg zijn neodymium, praseodymium, dysprosium en terbium nodig. Het klinkt waarschijnlijk als een hoop abracadabra, maar al deze grondstoffen zijn enorm belangrijk en spelen een grote rol in je dagelijks leven – ook als je geen zonnepanelen of een elektrische auto hebt. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar je telefoon; ook daar zitten genoeg zeldzame elementen in.
Ondanks wat de naam doet vermoeden, zijn zeldzame grondstoffen niet per se zeldzaam op aarde. Ook in Europa zijn er op meerdere plekken zeldzame grondstoffen te vinden. De zeldzaamheid zit hem in het feit dat de aardelementen erg verspreid zijn over de aardkorst en op veel plekken in kleine hoeveelheden voorkomen. Daarnaast zijn ze, als ze gevonden worden, moeilijk te scheiden van andere elementen in de grond.
Er zijn momenteel twee methodes die gebruikt worden bij het delven van zeldzame aardelementen. De eerste methode bestaat uit het verwijderen van de bovenste laag grond en het creëren van een bassin waarin chemicaliën aan de gewonnen aarde toegevoegd worden, zodat de zeldzame elementen gescheiden worden van de rest van de aarde. Je kan je echter wel voorstellen dat een vijver vol chemicaliën de nodige schade aan kan richten aan de natuur en in het grondwater kan lekken als de bassins niet goed gedicht zijn. Is de tweede methode dan een betere optie? Waarschijnlijk niet. Hierbij worden er namelijk gaten in de grond geboord om door middel van pvc-buizen en rubberen slangen chemicaliën direct in de aarde te pompen.
Beide methodes creëren dus een grote hoeveelheid giftig afval dat grote schade kan aanrichten aan de omgeving. In sommige gevallen kunnen er zelfs radioactieve resten achterblijven, omdat zeldzame grondstoffen zich vaak in de buurt van de radioactieve stoffen thorium en uranium bevinden. De impact die het delven van zeldzame elementen met zich meebrengt, is een van de voornaamste redenen dat er nu nauwelijks grondstoffen op het Europese continent gewonnen worden, maar ook dit komt tegen een hoge prijs.
De China kwestie
Op dit moment domineert China de markt voor zeldzame elementen. In 2016 was het land verantwoordelijk voor 85% van het wereldwijde aanbod van grondstoffen. De EU is zelfs voor 98% afhankelijk van de Chinese productie van zeldzame aardmetalen. China is niet alleen de wereldleider in het delven van grondstoffen, maar ook in andere delen van de productieketen, zoals het smelten en raffineren van aardmetalen. Dit betekent dat het enorme gevolgen kan hebben voor Europa als China besluit om een einde te maken aan de export van zeldzame grondstoffen.
Deze bijna-monopolie op zeldzame grondstoffen zorgt ervoor dat China in een machtige positie verkeert en al meerdere keren heeft laten zien niet bang te zijn om deze macht te gebruiken; zo werd in 2010 de import van zeldzame grondstoffen naar Japan geblokkeerd naar aanleiding van opsluiting van een Chinese kapitein. Hoewel de EU er tot nu toe goed vanaf lijkt te komen, is er geen garantie dat China de Europese afhankelijkheid van Chinese grondstoffen niet zal misbruiken in de toekomst.
Goedkope vervuilende methodes en een gebrek aan milieuwetten hebben ervoor gezorgd dat China in rap tempo wereldleider op de markt voor zeldzame aardmetalen is geworden. Hiervoor heeft de Chinese bevolking echter een grote prijs moeten betalen. Arbeiders in de mijnbouw hebben vaak gezondheidsproblemen als gevolg van blootstelling aan giftige stoffen. Ook kent het land zogeheten ‘kankerdorpen’. Dit zijn plaatsen waar een disproportioneel aantal mensen kanker heeft gekregen door vervuiling veroorzaakt door mijnbouw. Een van de meest beruchte mijnen in China is Bayan-Obo, met residubassins waarin meer dan 70.000 ton radioactieve thorium zijn opgeslagen. Recentelijk zijn deze bassins gaan lekken, met als gevolg dat er radioactief materiaal in het grondwater terecht is gekomen. Op een gegeven moment zal dit in de Gele Rivier terecht komen, een belangrijke bron van drinkwater.
Om verdere schade aan het eigen land te beperken haalt China zeldzame aardmetalen nauwelijks meer uit eigen grond. In plaats daarvan heeft het land de mijnbouw voor een groot deel verplaatst naar Afrika. Dit kan gezien worden onderdeel van het bredere Belt and Road Initiative, het Chinese buitenlandbeleid dat gericht is op samenwerking met Afrika. De Democratische Republiek Congo is momenteel een van de belangrijkste bronnen van zeldzame aardmetalen voor China, met name voor kobalt dat gebruikt wordt in lithiumbatterijen. In ruil daarvoor helpt China met het verbeteren van de Congolese infrastructuur en de bouw van ziekenhuizen. Dit klinkt als een goede deal, maar de werkelijkheid ligt anders; in veel gevallen zijn de werkomstandigheden in Congolese mijnen allesbehalve goed. Arbeiders zijn niet goed geïnformeerd over het feit dat kobalt giftig is als je het aanraakt en inademt, met als gevolg dat velen onbeschermd te werk gaan.
Naast afhankelijkheid van China heeft de EU dus ook te maken met mensenrechtenschendingen in Afrika. Je kunt je daarom afvragen of het wenselijk is om indirect bij te dragen aan deze barre praktijken. Voor veel Europeanen is dit echter een ver-van-mijn-bed show. Het is immers vrijwel nooit bekend waar alle grondstoffen voor je telefoon, zonnepanelen of accu’s voor je elektrische auto vandaan komen.
Europa’s Critical Raw Materials Act
Om dit grondstoffenprobleem te tackelen heeft de Europese Commissie op 16 maart van dit jaar de nieuwe Critical Raw Materials Act geïntroduceerd. Het doel van de wet is om de zelfredzaamheid van de EU te vergroten als het gaat om het delven, verwerken en recyclen van zeldzame aardmetalen. Dit betekent concreet dat de Commissie ernaar streeft om meer mijnbouw projecten op te zetten in de EU zelf. Uiteindelijk is het de bedoeling dat 10% van de totale consumptie van aardmetalen uit Europese mijnen komt en er meer wordt ingezet op eigen verwerking van deze metalen. Daarnaast moet er meer geïnvesteerd in het diversifiëren van de import vanuit andere landen, zodat er niet ineens een ernstig tekort ontstaat als een land de samenwerking beëindigd.
Afhankelijkheid verminderen klinkt als een goed plan, maar je kunt je afvragen of de Raw Materials Act niet ingaat tegen andere belangrijke doelen van de EU. Denk bijvoorbeeld aan de Natuurherstelwet van eurocommissaris Frans Timmermans waarover nu nog gediscussieerd wordt. Een groot deel van de bekende reserves van zeldzame aardmetalen in Europa bevinden zich in of vlakbij beschermde natuurgebieden. Het herstellen van de Europese natuur aan de ene kant en meer mijnbouw aan de andere gaan daarom niet samen, wat betekent dat er moeilijke knopen doorgehakt moeten worden.
Niet in mijn achtertuin
Naast het feit dat mijnbouw niet lijkt te passen in de bredere visie van de EU op gebied van natuur en klimaat, lopen veel lidstaten ook niet warm voor het openen van nieuwe mijnen. Verschillende EU-landen, waaronder Zweden, waar eerder dit jaar nog een grote hoeveelheid zeldzame aardmetalen aangetroffen werd, hebben voldoende grondstoffen in de bodem zitten. Zij stuiten echter op hevig verzet van natuurbeschermers en de bevolking die in de buurt van potentiële mijnen woont. Zo werd grond in Roemenië waar koper in te vinden is door tegenstanders opgekocht en zijn activiteiten in de Servische Jadar lithiummijn opgeschort na protesten van de bevolking.
In het Franse Tréguennec is de op één na grootste lithiumvoorraad van het land aangetroffen, maar concrete plannen om het “witte goud” te delven zijn er nog niet. Dit zou namelijk betekenen dat er gegraven moet worden in een beschermd natuurgebied. Vergelijkbare situaties komen overal in Europa voor, bijvoorbeeld ook in Spanje waar bewoners van de Valdeflores Vallei een rechtszaak aangespannen hebben tegen het bedrijf Infinity Lithium om de plannen voor mijnbouw tegen te houden.
Mijnbouw in Europa lijkt vooralsnog geen gemakkelijke opgave te worden. Er is veel verzet, het gaat in tegen andere groene doelen en, zelfs als er toestemming is, duurt het waarschijnlijk jaren voordat een mijn wat oplevert. Op de korte termijn moet er dus ook buiten het Europese continent gekeken worden naar mogelijke partners. Een van de plannen binnen de nieuwe wet bestaat uit het vormen van “Critical Raw Materials Clubs” met landen waar de EU nu al een hechte relatie mee heeft. De meest voor de hand liggende partners zijn dan Canada, waar veel kennis is over het verwerken van aardmetalen, en Australië, dat zelf beschikt over voorraden lithium en andere metalen.
Een andere optie is om strategische partnerschappen aan te gaan met Afrikaanse landen, zoals nu vooral door China gedaan wordt. Vooralsnog bestaat er veel onduidelijkheid over hoeveel zeldzame aardmetalen het Afrikaanse continent beschikt. Er wordt namelijk nog maar relatief weinig geïnvesteerd in het onderzoeken naar de mogelijkheden om de mijnbouw in Afrika te intensiveren. Strategische partnerschappen en investeringen in Afrika kunnen resulteren in nieuwe mijnbouwprojecten die helpen om het Europese tekort aan zeldzame elementen (deels) op te lossen.
De Chinese investeringen in de Democratische Republiek Congo hebben echter laten zien dat er, als er onvoldoende toezicht is, een kans op uitbuiting bestaat. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat Afrika niet opnieuw het slachtoffer wordt van de Europese vraag naar grondstoffen, zoals bijvoorbeeld in het verleden is gebeurd met kolen en aardolie. Daarom heeft de Wereldbank het Climate-Smart Mining Initiative opgericht om ervoor te zorgen dat grondstofrijke ontwikkelingslanden ook profiteren van de toenemende vraag naar aardmetalen, gecombineerd met het beperken van de schade aan de omgeving door mijnbouwprojecten. Dergelijke initiatieven zijn belangrijk, omdat veel Afrikaanse landen minder wetten hebben die natuurbehoud reguleren. Het Europese streven naar het beschermen van de natuur mag niet ten koste gaan van natuur op andere plekken.
Investeren in innovatie
Ondanks de mogelijkheden om zeldzame aardmetalen van buiten Europa te halen, streeft de EU er nog steeds naar om een deel van de benodigde grondstoffen zelf de produceren. Om dit te combineren met andere klimaatdoelen en natuurbehoud, is het nodig om intensief te investeren in onderzoek naar groenere vormen van mijnbouw. Hoewel mijnbouw altijd invloed zal hebben op de omgeving, zijn er meerdere onderdelen van het mijnbouwproces waarin geïnvesteerd kan worden in groene alternatieven, zoals het stroom- en waterverbruik en de ontmanteling van de mijn aan het eind van zijn levensduur. Zo zijn oude steenkoolmijnen in het Duitse Lausitzer Seenland omgebouwd tot een natuurreservaat wat jaarlijks veel toeristen trekt.
Er zijn veelbelovende oplossingen die mijnbouw schoner kunnen maken door de chemicaliën die nu nog nodig zijn te vervangen. Een daarvan is fytomijnbouw, waarbij planten worden ingezet die metalen in hun weefsel op kunnen nemen. Een ander voorbeeld komt van onderzoekers van Harvard waarbij bacteriën ingezet zijn om aardelementen uit de bodem te filteren. Deze alternatieven vergen vooralsnog veel extra onderzoek en investeringen, maar schetsen wel een optimistisch beeld voor de toekomst.
In sommige gevallen kunnen zeldzame aardmetalen mogelijk vervangen worden door milieuvriendelijkere alternatieven. Zo wordt er bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar een veelbelovende vervanging voor lithiumbatterijen; natrium-ion batterijen. Natrium kan in grote hoeveelheden gewonnen worden uit steenzout en is dus mogelijk een goed alternatief.
Een andere optie is om meer in te zetten op het recyclen van zeldzame aardelementen. Op dit moment bestaat er nog geen adequate technologie die toegepast kan worden op het recyclen van lithiumbatterijen, wat betekent dat lege batterijen veelal op de vuilnisbelt belanden. Om die reden heeft de EU enorme investeringen gedaan in het ondersteunen van de ontwikkeling van technologie om recyclen wel mogelijk te maken.
Dit is echter niet het enige aspect van recyclen waar nog wat te winnen valt. Onderdelen van onder andere oude telefoons en computers worden nu maar mondjesmaat gerecycled, onder meer omdat de markt daar momenteel niet voor is ingericht. De focus ligt nog op het maken van apparaten die makkelijk weggegooid kunnen worden, niet op het uit elkaar kunnen halen van kapotte toestellen of het mogelijk maken voor consumenten om onderdelen zelf te repareren. In sommige EU-landen bestaat al regelgeving over het recyclen van elektronisch afval. Zo is het voor verkopers in Duitsland verplicht om oude apparaten terug te nemen als consumenten iets nieuws kopen. Het doel hiervan is om te voorkomen dat oude elektronische apparaten bij het afval belanden.
Het duivelse dilemma tackelen
Door de enorme vraag naar zeldzame aardmetalen zullen schonere alternatieven en recyclen voorlopig niet voldoende zijn. Het intensiveren van de mijnbouw is dus nodig, of dat nu in Europa zelf is of daarbuiten. Op dezelfde manier doorgaan is geen optie, de oorlog in Oekraïne heeft immers laten zien wat de gevolgen kunnen zijn van te veel afhankelijkheid van één land voor cruciale grondstoffen.
Dit duivelse dilemma laat zien dat de weg naar een CO2-neutrale EU niet alleen maar schoon en groen is. Er moeten moeilijke keuzes gemaakt worden en compromissen gesloten worden. Daarnaast moet er veel geïnvesteerd worden in zowel strategische partnerschappen, als in innovatieve technologieën die het recycleproces kunnen verbeteren en helpen om mijnbouw groener te maken. Een groene toekomst in 2050 is een mooi streven, maar we moeten ons er ook voor inzetten om de weg daarnaartoe zo groen mogelijk te maken.
Sabine Herder heeft een master Crisis and Security Management aan Universiteit Leiden en en doet nu een master European Policy aan de Universiteit van Amsterdam. Hiervoor heeft ze een bachelor Liberal Arts and Sciences gedaan met een hoofdrichting in Internationale Betrekkingen.
Beeld: Shutterstock