De Green Deal is Europa’s moment om schadelijke cosmetica te weren
Hoe schadelijke cosmetica van de Europese markt te houden.
Europa houdt van cosmetica. Van deodorant tot make-up, van zonnebrand tot dagcrème. Bijna 500 miljoen Europeanen gebruiken cosmeticaproducten op een dagelijkse basis en dat is te merken; met een omzet van 79.8 miljard euro in 2019 is de Europese cosmeticamarkt de grootste van de wereld. Cosmetica is zo wijdverspreid dat consumenten er niet bij stilstaan dat het producten zijn die een zeker risicogehalte met zich mee kunnen brengen. In de jaren 70 waren er meerdere incidenten waarbij cosmeticaproducten de oorzaak waren van heftige bijwerkingen, daarvan vond het meest impactvolle incident plaats in Frankrijk in 1972.
Fabrikant ‘Bébe’ had per ongeluk het irriterende ingrediënt hexachlorofeen toegevoegd aan zijn babypoeder. Hexachlorofeen kan in kleine hoeveelheden al leiden tot bijwerkingen als jeuk, irritaties en verkleuringen van de huid, maar in dit geval was er tot wel zes procent aan hexachlorofeen in het babypoeder terecht gekomen. Honderden jonge kinderen kregen last van ernstige gezondheidsproblemen en uiteindelijk overleden 36 baby’s aan de gevolgen van een hartstilstand die werd veroorzaakt door het poeder. Dit bewoog de Europese Gemeenschap ertoe om Europese wetgeving te creëren rondom cosmetica en vandaag de dag kent de EU de strengste cosmeticawetgeving ter wereld: EU-verordening EC 1223/2009, beter bekend als de Cosmetica Directive.
Het hoofddoel van de Directive is de veiligheid van cosmetica waarborgen. Er wordt een uitvoerige veiligheidsbeoordeling geëist voordat een nieuw product in de EU in de handel mag worden genomen. Bovendien bepaalt de verordening dat voor elk product een zogenaamde “verantwoordelijke persoon” moet worden aangewezen. Deze entiteit, die een persoon of een bedrijf kan zijn, is vanaf het begin van het goedkeuringsproces aansprakelijk voor het product en blijft dat ook nadat een product op de markt is gebracht.
Cosmetovigilance
Het Bébe voorbeeld laat zien hoe belangrijk de monitoring van cosmeticaproducten is, vooral aangezien cosmetica vaak ingewikkelde samenstellingen kent en bestaat uit veel verschillende ingrediënten. Dit proces heeft zelfs zijn eigen naam gekregen: cosmetovigilance. Dit begrip omschrijft het proces waarbij cosmetica streng gecontroleerd wordt voor én na introductie op de Europese markt om eventuele bijwerkingen snel op te kunnen sporen. Al met al zou je zeggen dat het goed geregeld is in Europa, maar ik zou dit artikel niet schrijven als er geen addertje onder het gras zit.
Om vast te stellen of een chemisch ingrediënt gebruikt mag worden in de EU, wordt het getoetst aan de hand van REACH. Dit is de regulering die mens en milieu moet beschermen tegen schadelijke stoffen en het is ook de graadmeter die bepaald welke ingrediënten gebruikt mogen worden in cosmetica. REACH was dus niet speciaal ontwikkeld voor cosmeticaproducten, maar voor chemicaliën in het algemeen. Het grote probleem wat dit veroorzaakt is dat een ingrediënt als veilig bestempeld kan worden zonder dat er genoeg rekening wordt gehouden met het effect dat het kan hebben op het lichaam. Bovendien hoeft een ingrediënt niet chemisch van aard te zijn om nadelige bijwerkingen te hebben zodra het in contact komt met de huid.
Een goed voorbeeld hiervan is het wijdverspreide gebruik van parfum in cosmeticaproducten. Een onderzoek heeft aangetoond dat 99.1% van cosmetica consumenten minstens een keer per week worden blootgesteld aan geparfumeerde producten. Onder REACH zijn parfums veilig omdat ze geen schadelijke stof zijn. Maar, parfums zijn wel irriterend zodra ze in contact komen met de huid. Parfum breekt de beschermende laag van de huid af en veroorzaakt droogheid, roodheid en zwellingen. Het is zelfs aangetoond dat parfum de nummer één oorzaak van contactallergie is onder mensen. Dus dat een ingrediënt is gelabeld als niet-schadelijk, betekent nog niet dat het ook goed is om te gebruiken op de huid. Iets wat de huidige regelgeving over het hoofd heeft gezien.
‘Schadelijk’ en ‘schadelijk voor mensen’
Daarbij komt dat niet alleen niet-schadelijke stoffen met eventuele negatieve bijwerkingen in cosmetica producten gevonden kunnen worden, maar ook daadwerkelijk schadelijke stoffen kunnen via een omweg alsnog terecht komen in cosmeticaproducten. REACH zou in theorie schadelijke stoffen moeten weren uit consumptiegoederen, maar wanneer het niet 100% duidelijk is of een stof nadelig is voor mensen of niet, kan het alsnog goedkeuring krijgen voor gebruik in cosmetica. Dit komt omdat ‘schadelijk’ en ‘schadelijk voor mensen’ als twee verschillende labels worden gezien. De Wetenschappelijke Commissie voor Consumentenveiligheid is een speciaal aangestelde EU commissie die moet toetsen of een schadelijke stof veilig te gebruiken is in cosmetica en kan dus toestemming verlenen om stoffen in lage doses alsnog toe te staan op de Europese markt. Dit is ook gebeurd met de stof Aceetaldehyde.
Aceetaldehyde is een veelgebruikt ingrediënt in geur- en smaakstoffen en wordt ook gebruikt in een breed scala aan cosmetica middelen. De stof is sterk bijtend en heeft bijwerkingen die uiteenlopen van het veroorzaken van eczeem tot het veroorzaken van kanker, afhankelijk van hoelang je blootgesteld wordt aan de stof. De Commissie voor Consumentenveiligheid heeft aceetaldehyde aangemerkt als een mutageen categorie 3. Dit betekent dat er wel zorgen zijn om de stof, maar dat niet voldoende aangetoond kan worden dat het ook daadwerkelijk schadelijk is voor mensen. Aceetaldehyde mag dus in cosmetica producten gebruikt worden, al is het maar in een kleine hoeveelheid. Maar dit roept wel de vraag op wat de toegevoegde waarde is van dit soort ingrediënten in producten die op dagelijkse basis gebruikt worden door mensen.
De huid is een bijzonder gevoelig orgaan en is in staat om stoffen die op de huid gesmeerd worden op te nemen. Voor lange tijd ging de mythe rond dat 60% van een cosmeticaproduct door het lichaam wordt opgenomen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat dit percentage in werkelijkheid wat lager ligt, maar schadelijke stoffen die op deze manier het lichaam binnenkomen kunnen alsnog aanzienlijke gezondheidseffecten hebben. De huidige Cosmetics Directive heeft regulering streng genoeg gemaakt dat Europese consumenten zich niet druk hoeven te maken over het ontwikkelen van ernstige klachten door cosmetica, maar het gebruik van REACH roept wel de vraag op of het vermijden van de effecten van schadelijke stoffen op deze manier goed genoeg is.
Hoe veilig is veilig?
Europese burgers worden gelukkig niet geconfronteerd met levensbedreigende bijwerkingen van het gebruik van cosmetica zoals in bijvoorbeeld de VS wél het geval is.* Maar dit betekent niet dat cosmeticagebruik zonder gevolgen is. Het kan leiden tot situaties waarin bijvoorbeeld een anti-acne crème juist acne veroorzaakt, of mensen allergieën ontwikkelen door het gebruik van een bepaalde douchegel. Dit gaat direct in tegen waar cosmetica voor bedoeld is; het voeden en beschermen van het lichaam. Daarbij komt dat veel van deze ingrediënten niet noodzakelijk zijn. Parfums zorgen ervoor dat een product lekker ruikt, maar hebben op zichzelf geen enkele functionele rol in een huidverzorgingsproduct. Is het dan wel gewenst dat ze worden toegevoegd als zoveel mensen er last van kunnen krijgen?
Een derde probleem met REACH en de Cosmetica Directive is dat de veiligheidstest voor schadelijke stoffen gedaan wordt op basis van consumentengebruik. Dit sluit een grote groep mensen uit die beroepsmatig in contact komen met deze stoffen. Deze blootstelling is vaak hoger dan wat als veilig is aangemerkt door de Europese wetgeving. Denk bijvoorbeeld aan hoeveel vaker een kapper in contact komt met haarverf ten opzichte van een consument die eens in de zoveel tijd zijn/haar eigen haar verft. Meerdere wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat vrouwen die werkzaam zijn als kapster een aanzienlijk hoger risico hebben op onvruchtbaarheid en miskramen veroorzaakt door de blootstelling aan chemicaliën die ze onder werktijd ondergaan. Dit terwijl deze producten als veilig bestempeld zijn.
Op het moment is de Europese Commissie bezig met het aanpassen van REACH en dit betekent dus ook dat de eisen voor cosmeticaproducten in de EU gaan veranderen. Met het oog op de Green Deal wordt de focus vooral gelegd op een nog betere bescherming van mens en klimaat. Dit is veelbelovend, zeker omdat schadelijke stoffen compleet verbannen worden uit consumentenproducten onder het huidige voorstel. Dit is het perfecte moment voor de Commissie om door te pakken en ook beter te kijken naar het effect van chemische (en niet-chemische) stoffen in cosmetica producten die niet als ‘schadelijk voor mensen’ zijn bestempeld.
Zoals ik heb beargumenteerd kunnen deze stoffen ook nadelige effecten hebben op mensen en leiden tot huidklachten en het ontwikkelen van allergieën. Europese consumenten zouden er bij gebaat zijn als cosmetica haar eigen veiligheidsmeter krijgt die speciaal gericht is op het effect van stoffen op de huid. Hierbij ligt ook een grotere rol weggelegd voor dermatologen, want deze groep experts is opvallend afwezig in het huidige goedkeuringsproces. De Europese markt kent de veiligste cosmeticaproducten van de wereld, maar we hebben nog een lange weg te gaan voordat cosmetica daadwerkelijk de beloftes die het al decennia maakt waar kan maken: ‘dit product gaat je leven beter maken’.
Voor wie geïnteresseerd is in de problematiek rondom gevaarlijke stoffen in Amerikaanse cosmetica producten raad ik sterk de documentaire ‘Toxic Beauty’ (2019) aan geregisseerd door Phyllis Ellis.
Linda den Bol heeft een Bachelor in Geschiedenis van de Radboud Universiteit en is momenteel bezig met het behalen van haar dual Masters degree in Europees beleid van de Masaryk Universiteit en Utrecht Universiteit.
Featured image licensed with Shuttershock