Digitalisering en Media

De vierde macht in de Europese Unie

Hoe de Europese Unie inzet op censuur en factchecken in plaats van educatie en vertrouwen.

Sinds een aantal maanden is het niet meer mogelijk om door het Kremlin aangestuurde mediakanalen zoals Russia Today (RT) te bekijken vanuit de Europese Unie. De propaganda en het nepnieuws dat door deze kanalen verspreid wordt, is volgens de Commissie een gevaar voor de democratische rechtsorde. 

Toch is het de vraag of deze actie gerechtvaardigd is. Vorige maand heeft een collectief van Nederlandse journalisten, internetproviders en burgerrechtenorganisaties een aanklacht ingediend bij het Europees Hof van Justitie. Het collectief stelt dat het verbieden van de Russische kanalen, hoewel begrijpelijk, niet bijdraagt aan een gezond journalistiek milieu. “Als regeringsleiders zelfstandig informatie kunnen verbieden, raakt dat de democratische rechtsstaat als geheel,“ aldus Thomas Brunning van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ).

Het uitgevaardigde verbod staat echter niet op zichzelf. Ook tijdens de corona pandemie, met name tijdens de perioden waarin veel gevaccineerd werd, heeft de EU geworsteld met de spanning tussen het waarborgen van de journalistieke vrijheid en het bestrijden van nepnieuws. En dit alles gebeurt in een Europese Unie waar het vertrouwen in de journalistiek af lijkt te nemen en het voor journalisten soms niet meer veilig is om hun werk te doen. Zit de Europese journalistiek in een crisis? En zo ja, wat kan de EU doen?

Journalistiek en nepnieuws in de Europese Unie

De Europese Unie heeft de journalistiek in de kern een belangrijke plek toegediend. In het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is vastgesteld dat de vrijheid van media gewaarborgd moet worden. Informatie, en de vrijheid om deze te vergaren en te delen, is fundamenteel voor de werking van de democratische lidstaten. Burgers krijgen op deze manier de kans om informatie te vergaren en zich te mengen in discussies. 

Toch is de praktijk vaak weerbarstiger. Uit cijfers van Reporters Without Borders blijkt dat veel Europese lidstaten steeds meer moeite hebben de persvrijheid te waarborgen. Zo is er sinds de pandemie in veel landen een toename van verbaal en fysiek geweld tegenover journalisten zichtbaar. Daarnaast heeft de pandemie soms grote financiële wonden achtergelaten. Mede door teruglopende advertentie-inkomsten hebben veel media kanalen moeite om overeind te blijven. Daar komt nog eens bij dat er ook veel nepnieuws in omloop is, wat het voor burgers lastig maakt de echte nieuwsberichten van de foutieve te onderscheiden. 

Om in dit verslechterde klimaat de burger toch van goede informatie te kunnen voorzien, probeert  de EU de afgelopen jaren dit nepnieuws tegen te gaan. Dit containerbegrip duidt volgens de EU op verifieerbaar onjuiste of misleidende informatie, gecreëerd voor economisch gewin of het misleiden van het publiek met mogelijk leed tot gevolg. Uit deze definitie blijkt dat de EU deze vorm van misleiding uiterst serieus neemt, waarbij ze zich bewust zijn van de mogelijke gevolgen. 

Om deze reden heeft de EU dan ook besloten om de Russische staatsmedia in de gehele EU te blokkeren. Deze maatregel, welke begin maart aangekondigd werd, schrijft voor dat Europese omroepen verschillende Russische zenders, waaronder Russia Today, niet meer mogen uitzenden. Dit geldt zowel voor reguliere televisiekanalen als streams via het internet. 

Het doel van deze maatregel is om “de giftige en schadelijke stroom leugens tegen te gaan,” zoals Von der Leyen het eerder beschreef. Hierop vulde de vicepresident van de Commissie, Věra Jourová, aan dat “uitzonderlijke tijden om uitzonderlijke maatregelen vragen. Wij staan allen voor de vrijheid van meningsuiting, maar het kan niet misbruikt worden om oorlogspropaganda te verspreiden.” . Daar komt nog eens bij dat de Commissie erop wijst dat er sowieso al een hele hoop zaken vanuit Rusland geweerd worden. Voorbeelden hiervan zijn technologie, transport, en in steeds grotere mate fossiele brandstof. Waarom zou de journalistiek,  gezien de desastreuze gevolgen die het kan hebben, hier een uitzondering op moeten zijn?  

Kritiek op de Europese censuur

Al kort na de aankondiging van het verbod op de Russische staatsmedia, werd er kritiek geuit. De European Federation of Journalists (EFJ), vond dat ondanks de stroom aan desinformatie die deze kanalen verspreiden, men voorzichtig moet zijn met een totaalverbod. Deze houding is in mei geconcretiseerd, toen verschillende Nederlandse organisaties, waaronder de NVJ, een aanklacht hebben ingediend bij het Europese Hof van Justitie. Deze organisaties zijn het niet eens met het verbod, waarbij er drie argumenten aangevoerd worden. 

Ten eerste is het volgens de aanklagers niet geheel duidelijk wat er geblokkeerd moet worden en voor welke tijdsperiode dit nodig zal zijn. Zo is het voor veel internetproviders bijvoorbeeld onduidelijk welke media uitingen wel en welke niet onder de wet vallen. Hierdoor zullen de internetproviders voor moeilijke keuzes komen te staan, waarbij een vergissing grote financiële gevolgen kan hebben. Hierbij zullen beslissingen waarschijnlijk gemaakt worden onder het mom van “het zekere voor het onzekere”. Hierdoor kan het dus gebeuren dat sommige kanalen onterecht geweerd zullen worden, iets wat in een open democratische samenleving onwenselijk is. 

Ten tweede is er geen uitzonderingspositie voor academisch onderzoek gemaakt. Het is hierdoor niet mogelijk om onderzoek te doen naar de manier waarop Rusland propaganda inzet. Dit onderzoek kan echter zeer waardevol zijn. Zo zou er onderzocht kunnen worden welke nieuwe technieken Rusland toepast om hun staatspropaganda aantrekkelijker te maken of wanneer deze staatspropaganda het niet meer volhoudt. Ook op de langere termijn kan dit gevolgen hebben voor ons begrip van de Russische manier van opereren. Iets wat we de komende jaren misschien erg nodig gaan hebben.

Ten derde wordt er beargumenteerd dat deze maatregel kan leiden tot een glijdende schaal. Als er nu naar het machtsmiddel van censuur gegrepen wordt, zal er in de toekomst misschien wederom naar dit machtsmiddel gegrepen zal worden. Als het geaccepteerd wordt dat een overheidsinstantie de macht heeft om bepaalde media te blokkeren, is het moeilijk te bepalen waar de grens in de toekomst precies ligt. 

Het probleem met censuur is tweeledig. Ten eerste kan het ervoor zorgen dat bepaalde machthebbers (in dit geval de EU) te veel macht naar zich toe weten te trekken. Hierdoor kunnen ze meer invloed uitoefenen dan gewenst is en verstoren ze mogelijk de democratische balans, waarin de journalistiek de taak heeft om onderzoek te doen en gebeurtenissen te duiden. Ten tweede kan ook het debat in de maatschappij hier schade van ondervinden. Wanneer bepaalde geluiden niet meer gehoord worden, kunnen mensen een minder volledige inschatting maken over zowel hun eigen als iemands anders positie in het debat. Je begrijpt elkaar steeds minder goed. 

Daarnaast voelt deze maatregel ook enigszins betuttelend. Het staat Europese burgers kennelijk niet meer vrij om Russische propaganda te bekijken. Dit terwijl het ons veel kan leren over de Russische manier van opereren en de Russische denkwijze. Dit soort maatregelen dragen impliciet in zich dat de EU haar eigen burgers niet vertrouwd in het maken van de juiste afwegingen rondom nepnieuws en propaganda. Uit al deze argumenten blijkt dat censuur misschien niet de ideale oplossing is. Maar wat kan de Europese Unie dan wel doen?

Vertrouwen en kritisch denkvermogen 

Een kant en klare oplossing voor dit probleem is er helaas niet. Maar dit betekent niet dat de EU niks zou kunnen doen. Er zijn twee belangrijke aspect om burgers tegen nepnieuws en propaganda te wapenen. Dit zijn het kweken van vertrouwen in de journalistiek en het bevorderen van het kritisch denkvermogen van Europese burgers. 

Zoals Jesper Strömbäck in zijn paper Media Trust in Europe benadrukt, is het van groot belang voor de liberale democratieën van de EU, dat nieuwsmedia hun democratische functie kunnen uitvoeren: het verstrekken van informatie aan de burger. Het is hierbij van belang dat de journalistiek vertrouwd wordt. Dus hoe staat het met het media vertrouwen in de EU? 

Over het algemeen blijft het vertrouwen in de Unie zeer stabiel. Wel zijn er grote en structurele verschillen zichtbaar. Waar het vertrouwen in Noordelijke lidstaten als Zweden, Noorwegen en Nederland over het algemeen zeer hoog is, is deze bij de zuidelijke lidstaten zoals Spanje, Frankrijk en Griekenland vaak zeer laag. Er zijn verschillende oorzaken voor wantrouwen in de journalistiek, waaronder polarisatie en toenemend extremisme. Dit zijn echter zaken waar de EU niet direct invloed op heeft. Dus wat doen ze wel?

De Europese Unie voert, zoals eerder aangegeven, al een aantal jaar strijd tegen nepnieuws en propaganda. Voor een deel is het doel ook om de betrouwbaarheid van de media te waarborgen. Hierbij probeert de EU vooral in te zetten op het factchecken van informatie. Echter heeft dit vaak weinig effect. In landen met een toch al laag vertrouwen zal factchecken van zaken geen effect hebben. Alleen bij publiek dat de journalistiek sowieso al vertrouwd zal dit effectief zijn.

Wat de EU wel kan doen, is inzetten op financiële ondersteuning. Sinds de corona pandemie hebben veel mediabedrijven financiële problemen. In een enkel geval, zoals Luxemburg, wordt dit opgevangen door overheidssteun. In veel andere gevallen echter, zoals Slovenië, Hongarije, Polen, Cyprus en Roemenië, worden de financiële oplossingen vaak aangedragen door grote bedrijven of politieke partijen die via de journalistiek macht willen uitoefenen. Zulke ongewenste praktijken zullen door de EU een halt toegeroepen moeten worden, waarbij er ook geprobeerd zal moeten worden deze financiële middelen op een andere manier te waarborgen. 

Ten tweede is het belangrijk dat burgers op de hoogte zijn van het fenomeen nepnieuws en propaganda en zich hiertegen weten te wapenen. Het onvermogen van burgers om nepnieuws van echt nieuws te onderscheiden is helaas groot. Een oplossing hiervoor zou kunnen zijn het kritische denkvermogen van Europese burgers te vergroten. Dit kritisch denken is belangrijk voor het juist en accuraat analyseren en evalueren van berichtgeving. 

Om het groeiende wantrouwen tegen te gaan, heeft de Wallonia-Brussels-Federation, begin dit jaar een media-educatie curriculum opgesteld, die ervoor moet zorgen dat studenten kritischer leren analyseren. Dit kan een waardevolle toevoeging zijn, aangezien uit onderzoek blijkt dat mensen de neiging hebben zaken eerder te geloven wanneer deze zeer dicht bij hun huidige intuïties liggen. Daarom is het belangrijk om deze intuïties al vroeg uit te dagen en zo een kritische houding te ontwikkelen. 

Vertrouwen in plaats van censuur

Het censureren van bepaalde uitingen, zoals de staatspropaganda van Rusland, kan op korte termijn een oplossing bieden. Maar het is belangrijk om te beseffen dat deze strategie niet zonder gevolgen is. Verschillende politieke partijen en bedrijven kunnen nepnieuws en propaganda gebruiken in hun eigen voordeel, ook binnen de Europese Unie. Aangezien de vrijheid van meningsuiting en de journalistieke vrijheid belangrijke waarden zijn in de Unie, moet er gezocht worden naar andere oplossingen voor censuur. Twee van deze mogelijke oplossingen die in dit artikel aangehaald zijn, is het inzetten op het kritisch denkvermogen van burgers en het bevorderen van vertrouwen in de journalistiek. 

Het verzoek dat eind mei ingediend is door een coalitie van verschillende Nederlandse organisaties, waaronder de NVJ, ligt op dit moment bij het Europees Hof. Hoe deze rechters zullen oordelen zal afgewacht moeten worden. In de tussentijd zal het voor de EU zaak zijn om goed na te denken over de consequenties die een eventuele erkenning van de rechter zal kunnen hebben. Als propaganda kanalen zoals die van Russia Today weer uitgezonden mogen worden in de EU, zal er een nieuwe strategie gezocht moeten worden om burgers te wapenen tegen deze stroom leugens. Maar censuur kan dan niet meer het antwoord zijn. 

Luuk Brouns heeft reeds zijn bachelor Liberal Arts and Sciences met de specialisatie filosofie afgerond.

Beeld: Shutterstock

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *