Verkiezingen

Profiel EU-lid Denemarken: onrealistisch gidsland op migratiegebied

Landen Analyse - Denemarken - Shaping Europe

Een terugblik op de EP-verkiezingen van 2019 en een vooruitblik op die van 2024.

EU landen analyse - Denemarken - Shaping Europe

Denemarken. Het land van Lego, fietsen, de Kleine Zeemeermin en Hygge (‘gezelligheid’). Van de oudste monarchie van Europa en de oudste, erkende vlag ter wereld. Het land dat jaar na jaar een van de gelukkigste ter wereld is. Van welvaart, beleefdheid en progressie. Waar smørrebrød en Kanelsnegle veelvuldig gebakken en gegeten worden. Het land van Vikingen, groene energie, misdaadseries en vlakte. Van Hans Christiaan Andersen, de Wet van Jante (‘niemand is beter dan een ander’) en drie extra letters in ‘hun’ Latijnse alfabet (æ, ø en å). En bovendien het land in een koninkrijk samen met Groenland en de Faroër-eilanden. 

Als men denkt aan Denemarken, is het bovenstaande waarschijnlijk de uitkomst. Een gezellig en veilig land, dat alles wel goed georganiseerd heeft. Alles koek en ei… Totdat je kijkt naar de bredere maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Dan zie je ook de onrust die regelmatig ontstaat, bijvoorbeeld na koranverbrandingen in de afgelopen jaren of door de omstreden nationale aanpak omtrent zogenoemde ‘ghetto’s’ (2021-2022). Waar verschillende Europese landen nog worstelen met hun migratieaanpak, is die van Denemarken namelijk al een paar jaar duidelijk: streng, misschien zelfs de ‘strengste’ van West-Europa. Met verschillende maatregelen probeert Denemarken migratie terug te dringen. Hierdoor is het land op dit vlak een ‘gidsland’ geworden voor veel rechts-georiënteerde kiezers en politici in de EU. De vraag is echter of dit idee wel terecht is. 

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de Deense politiek, en van Denemarken in de Europese Unie (EU). Wanneer werd Denemarken onderdeel van de EU? Stemmen inwoners van Groenland en de Faroër-eilanden ook? Welke onderwerpen waren van belang tijdens de Europese verkiezingen in 2019? En hoe gaat de campagne er straks uitzien? Dit is het eerste artikel in de serie ‘EU-landenprofielen’, geschreven in het kader van de Europese Parlementsverkiezingen (EP-verkiezingen) in juni 2024. Benieuwd naar het profiel van andere EU-landen? Lees dan de volgende keer over Hongarije – het land van Orbán, Boedapest en euroscepticisme.

Denemarken: een politiek overzicht

Groenland, Faroër en Denemarken

Het Koninkrijk Denemarken bestaat uit het land Denemarken zelf en de autonome gebieden (selvstyrende områder) Groenland en de Faroër. Deze laatsten zijn zogenaamde ‘landen en gebieden overzee’, oftewel LGO’s. LGO’s zijn geen onderdeel van het gezamenlijke grondgebied van de EU, ook wel het communautaire grondgebied genoemd, waardoor  de EU-wetgeving hier niet geldt. In Groenland, een mega eiland (2.166.000 km², terwijl Duitsland bijvoorbeeld 357.592 km² groot is) gelegen in het Noord-Amerikaanse Noordpoolgebied, wordt niet gestemd voor de EP-verkiezingen. 

De reden hiervoor is niet dat het land een LGO is. De inwoners van de Nederlandse LGO de Nederlandse Antillen mogen sinds 2006 bijvoorbeeld wel stemmen voor de Europese Parlementsverkiezingen. In Groenland is de situatie echter anders. De autonome regio, een gebied dat zich over het algemeen onderscheid van de rest van het land met een eigen taal en cultuur en met een beperkte graad van zelfstandigheid en zelfbestuur, trad op 1 januari 1985 terug als onderdeel van de Europese Gemeenschappen (EG) – de voorloper van de EU. Dit gebeurde nadat een referendum had bepaald dat de inwoners hier niet langer lid van wilden zijn. Je zou kunnen zeggen dat dus niet het Verenigd Koninkrijk (VK), maar Groenland het eerste ‘gebied’ is dat de EU, of oké, de EG, verliet (of het tweede, als je bedenkt dat Algerije na de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1962 ook geen deel meer uitmaakte van de EG). Om deze reden wordt er dus niet gestemd voor de EP-verkiezingen in Groenland. Op de Faroër-eilanden, gelegen in de noordelijke Atlantische Oceaan wordt overigens ook niet voor de EP-verkiezingen gestemd, omdat de regio, zoals vastgelegd in het Verdrag van Rome, geen onderdeel is van de EU en de Schengenzone. 

Hoewel Groenland en vooral de Faroër-eilanden veelvuldig zaken doen met (landen uit) de EU, is de relatie niet altijd goed geweest. Zo voerde de EU ongeveer tien jaar geleden nog een handelsboycot in voor haring en makreel tegen de Faroër-eilanden. In wat ook wel de ‘makreeloorlog’ of het ‘haringgeschil’ wordt genoemd ontstond onenigheid over Faroërse overbevissing in EU-wateren. Onderhandelingen zorgden uiteindelijk voor een einde van het gesteggel in 2014, maar de relatie blijft bij vlagen wat gespannen over dit punt. De relatie tussen het Koninkrijk Denemarken enerzijds en Groenland en Faroër anderzijds, is af en toe ook niet al te best. Hoewel Kopenhagen het credo it’s better together blijft benadrukken, groeit de roep om onafhankelijkheid in Nuuk (Groenland), en Tórshavn (de Faroër-eilanden). 

Het Scandinavische Denemarken, het enige officiële land in het Koninkrijk, ligt op het vasteland van Noord-Europa – ware het niet dat het echt een heel stuk zuidelijker gelegen is dan de rest van Scandinavië. De rest van dit artikel gaat hoofdzakelijk over het land Denemarken in plaats van over het Koninkrijk Denemarken, aangezien – zoals net besproken – Groenland en Faroër dus geen deel uitmaken van de EU. 

Het land Denemarken: geografie

Denemarken is een land van eilanden: het bestaat uit 405 eilanden die samen de Deense archipel vormen. Het grootste eiland is Seeland, waarop ook de hoofdstad Kopenhagen gelegen is. Andere bekende eilanden zijn bijvoorbeeld Funen, Lolland, Falster en Amager, en schiereiland Jutland. Jutland ligt tegen Duitsland aan. Andere eilanden zijn veelal aan elkaar verbonden middels bruggen. Op die manier zijn ook Denemarken en buurland Zweden aan elkaar verbonden. Naast het prachtige Kopenhagen kent Denemarken tevens andere sfeervolle steden, zoals Århus, Odense, Aalborg en Kolding. De meeste Denen wonen in deze stedelijke gebieden. 

In totaal wonen er in Denemarken 5.8 miljoen mensen. De bevolkingsdichtheid bedraagt 136,2/km². Naast stedelijke gebieden, kent Denemarken bos, kustgebieden en veel landbouwgrond. Het land is de laatste jaren in trek bij jonge Europese boeren, bijvoorbeeld uit Nederland. Als je kijkt naar het bbp, is Denemarken een van de meest welvarende landen van Europa én zelfs van de wereld. De levenskwaliteit is er hoog, en zo ook de levensverwachting. Het land heeft wel te maken met een snelle vergrijzing. Hierdoor neemt bijvoorbeeld de druk op de zorg toe. 

De Deense nationale politiek

Denemarken is een constitutionele monarchie, heeft een parlementair stelsel, en het staatshoofd Koningin Margrethe II heeft enkel een ceremoniële functie – dit lijkt dus flink op het politieke systeem van Nederland. De huidige premier van Denemarken is Mette Frederiksen, die behoort tot de sociaaldemocratische partij (Socialdemokraterne, afgekort SD). Frederiksen is premier sinds juni 2019 en volgde Lars Løkke Rasmussen, lid van de liberale en centrumrechtse Venstre-partij, op. Een leuk feit is dat Frederiksen niet de eerste vrouwelijke premier van Denemarken was, want dat was Helle Thorning-Schmidt. Zij was premier, tevens namens de socialdemocraten, van 2011 tot 2015. Het zit wel goed dus met de Deense vrouwenemancipatie in de politiek. 

De huidige coalitie in Denemarken zit vanaf december 2022, dus op dit moment nét iets meer dan een jaar. De coalitie bestaat uit de sociaaldemocraten, de liberale Venstre-partij, en De Gematigden-partij (Moderaterne, afgekort M), opgericht door de eerdergenoemde oud-premier Rasmussen. Samen hebben de drie partijen 89 van de 179 zetels, wat nét geen meerderheid is. Echter, omdat de regering wordt gesteund door vier parlementariërs uit Groenland en Faroër die zich vaak niet bezig houden met de Deense, binnenlandse kwesties, heeft  de coalitie als het ware alsnog een ‘meerderheid’. Historisch gezien wordt de Deense politiek gekenmerkt door sociaaldemocratische kabinetten, al is er het laatste decennium een afwisseling van linkse en centrumrechtse kabinetten. 

Denemarken en de EU: het land van de opt-outs

Denemarken diende op 10 augustus 1961 een verzoek in om lid te worden van de Europese Gemeenschappen. Na een lange procedure trad het land uiteindelijk op 1 januari 1973, tegelijk met Ierland en het Verenigd Koninkrijk, toe tot de EU. De grootste reden voor de Deense interesse in de EU was dat het zijn landbouwexport naar het VK veilig wilde stellen. De Deense bevolking mocht via een referendum bepalen of hun land lid moest worden van de EU. Uiteindelijk stemde een meerderheid van ruim 63% voor. 

De EG was populair in Denemarken, maar toch staat het land wel bekend als eurokritisch. Niet op eenzelfde manier als Hongarije of Polen (een peiling uit 2019 liet zien dat slechts 8% van de Denen een DEXIT wil), maar wel is het land terughoudend als het gaat om verdere Europese integratie. Het land maakt gebruik van verschillende ‘opt-outs’ (een uitzonderingsclausule), waarover je meer kan lezen in dit artikel, zoals op de deelname aan de Economische en Monetaire Unie (Denemarken heeft de euro niet ingevoerd) en op deelname aan het Europese asiel- en migratiebeleid. 

Door deze laatste opt-out hoeft Denemarken zich niet te houden aan de EU-minimumvoorwaarden voor de opvang van asielzoekers. Zo legt Denemarken beslag op bezittingen met een waarde van meer dan tienduizend Deense kronen (omgerekend zo’n 1.344 euro), zodat de asielzoeker meebetaalt aan de opvang. Ook stuurt Denemarken – als een van de weinige Europese landen – Syriërs terug, omdat (de omgeving van) Damascus veilig geacht wordt en worden alleen tijdelijke verblijfsvergunningen gegeven. Om een permanente verblijfsvergunning te krijgen, moet een migrant aan strenge eisen voldoen. Tot slot is Denemarken voorstander van het controversiële idee om asielzoekers buiten de EU op te vangen, in bijvoorbeeld Rwanda. 

De asielaanpak van Denemarken werkt in de zin dat het aantal asielaanvragen behoorlijk is gedaald. Toch krijgt Denemarken regelmatig kritiek op het asielbeleid. Dat het land heel weinig asielzoekers opneemt, zorgt ervoor dat er meer vluchtelingen in bijvoorbeeld Zweden, Duitsland en Nederland moeten worden opgevangen. Kopenhagen zegt te streven naar humane opvang, maar mede daardoor zit de opvang in het Nederlandse Ter Apel – aldus EU-correspondent Caroline de Gruyter – overvol. De Deense aanpak zorgt zo dus mede voor inhumane situaties over de grens. Denemarken heeft echter geen boodschap aan de kritiek. In 2022 zei toenmalig Minister van Immigratie en Integratie, Mattias Tesfaye, het huidige Europese asielsysteem ‘een grote leugen’ te vinden, en Europa bovendien ‘naïef’. 

Een groot deel van de rechterkant van het politieke spectrum van de EU ziet Denemarken als een gidsland op het gebied van migratie. Want als zelfs een sociaaldemocratisch land als Denemarken een zeer streng migratiebeleid heeft, waarom heeft bijvoorbeeld Nederland dit dan niet? Het antwoord is simpel: Nederland heeft geen opt-outs. Landen kunnen een opt-out aanvragen als er nieuwe verdragen ingevoerd worden die een onderdeel vormen van de grondwettelijke basis van de EU. Het laatste verdrag waarbij landen opt-outs aan konden vragen was het Verdrag van Lissabon van 2007. Landen die neigen naar de Deense aanpak hebben dus de boot gemist. Dat Denemarken een voorbeeld is voor veel rechtse politici en kiezers op het gebied van migratie is dus begrijpelijk, maar op dit moment niet reëel.

EP-verkiezingen van 2019: daling eurosceptische partijen

De vorige EP-verkiezingen vonden in Denemarken plaats op 26 mei 2019. De stemopkomst 66,1%. Dit was de hoogste opkomst bij een EP-verkiezing in het land ooit! Denemarken heeft momenteel veertien van de 705 zetels, maar tijdens de vorige verkiezingen waren dat er nog dertien. De liberale Venstre-partij was de winnaar van de verkiezingen en verkreeg drie zetels. Op het moment dat het VK de EU verliet, kreeg Denemarken een extra zetel en die ging naar iemand van de Venstre-partij. Op deze manier eindigde de partij dus op vier zetels. De sociaaldemocraten werden tweede bij de verkiezingen. De uiteindelijke uitkomst was als volgt: 

Partij Zetels
Venstre, Danmarks Liberale Parti (liberalen) 3-4 (23,50%)
Socialdemokratiet (sociaaldemocraten) 3 (21,48%)
Socialistik Folkeparti (socialisten) 2 (13,23%)
Radikale Venstre (sociaal-liberalen) 2 (10,07%)
Dansk Folkeparti (eurosceptisch) 1 (10,76%)
Konservativt Folkeparti (conservatieven) 1 (6,18%)
Enhedslisten – De Rød-Grønne (socialistisch, groen) 1 (5,51%)
Folkebevægelsen mod EU (Eurosceptisme) 0 (3,70%)
Alternativet (groen) 0 (3,37%)
Liberal Alliance (liberalen) 0 (2,20%)

 

Bij de EP-verkiezingen van 2019 verloor de Dansk Folkeparti (Deense Volkspartij) drie van de vier zetels en de Folkebevægelsen mod EU (Volksbeweging tegen de EU) verloor haar enige zetel. Bij de verkiezingen van 2019 was er dus een daling in het aantal stemmen voor eurosceptische partijen. 

Verschillende thema’s waren belangrijk tijdens de verkiezingen, waaronder klimaatverandering, immigratie en de Brexit – dat het VK ooit aanvraag deed om EU-lid te worden, was immers de reden dat Denemarken dat ook wilde. Dat de eurosceptische partijen kiezers verloren, kwam echter niet per se door een verandering in de kijk op de EU, maar door interne problemen. Een partijlid van de Deense Volkspartij stapte op vanwege een gebrek aan transparantie binnen de partij. Ook bleek dat de partij misbruik had gemaakt van EU-financiering. Hierdoor werd de partijleider, Messerschmidt, gedwongen af te treden. Hij werd opgevolgd door Anders Visitisen. Mensen houden niet van gerommel in partijen en dat zag je gelijk bij de EP-verkiezingen van 2019.

EP-verkiezingen 2024: een vooruitblik

Begin oktober maakte Denemarken de datum voor de Europese verkiezingen bekend: zondag 9 juni 2024. Dit jaar krijgt Denemarken er nog een zetel bij (het aantal zetels in het EP gaat van 705 naar 720), waardoor het land in totaal vijftien Europees Parlementsleden mag verkiezen. De verkiezingen zijn nog redelijk ver weg en de campagnes moeten nog beginnen, dus het is nog niet echt een onderwerp van gesprek. Enkele lijsttrekkers zijn echter al gekozen. Zo wordt Christel Schaldemose de lijsttrekker van de sociaaldemocraten, Henrik Dahl van Liberal Alliance en Morten Løkkegaard voor Venstre. Bovendien is al bekendgemaakt dat verschillende partijen een ‘electorale alliantie’ zullen vormen voor de EP-verkiezingen. De conservatieven en Liberal Alliance vormen bijvoorbeeld samen een lijst. 

Hoewel de eurosceptische partijen in 2019 daalden in populariteit, is euroscepticisme in Denemarken niet verdwenen. Het is interessant om te volgen wat de eurosceptische partijen bij de aankomende verkiezingen zullen doen, zeker omdat er – tot dusver – weinig interne strubbelingen zijn geweest binnen die partijen. Hoe dan ook blijven vooral klimaat en immigratie een belangrijk thema voor de Denen. 

De laatste tijd komt Denemarken regelmatig in het nieuws vanwege koranverbrandingen en de onrust die hierna ontstaat. De verbrandingen zetten relaties tussen individuen en de betrekkingen met andere landen op het spel. Hoewel Denemarken eigenlijk niet wil tornen aan de vrijheid van meningsuiting, wordt nu – vanwege zorgen over de nationale veiligheid – de openbare verbranding van religieuze voorwerpen wellicht verboden. Dit leidt dan weer tot discussie bij de rechtse kiezer. 

Het rechtse en nationalistische sentiment in Denemarken groeit, net als in veel andere Europese landen. Tegelijkertijd krijgt Denemarken ook steeds vaker te maken met kritiek uit het buitenland. Vanwege hun migratieaanpak, vanwege discriminatie bij de aanpak van zogenaamde ghetto’s, of vanwege het gebruik van opt-outs. De komende maanden gaan uitwijzen welke partijen kiezers zullen winnen of juist verliezen, en welke parlementariërs zullen zetelen in het EP. Extra interessant is dat Denemarken in de tweede helft van 2025 voorzitter zal zijn van de Europese Unie. Aangezien de voorzitter van de EU gedeeltelijk de prioriteiten van de Unie zal bepalen, is het des te relevanter om te volgen welke richting de Deense politiek op zal gaan.

Loes ter Horst volgt een master Midden-Oostenstudies (Universiteit van Amsterdam). Afgelopen zomer behaalde ze de MSc Crisis and Security Management (Universiteit Leiden), nadat ze eerder de BA Liberal Arts and Sciences (Universiteit Utrecht) had afgerond.

Beeld: Shutterstock