Cultuur en Sport

Faster, Higher, Stronger – (sometimes) Together

De politieke implicaties van de Olympische Spelen

De politieke implicaties van de Olympische Spelen.

‘Sport is een integraal onderdeel van de Europese samenleving en cultuur die in het belang van iedereen moet worden beschermd en bevorderd.’ 

Zo begint een Europees Burgerinitiatief (ECI) dat begin deze maand werd ingediend bij de Europese Commissie door een groep Europeanen die op z’n zachts gezegd niet te spreken waren over wat er vorig jaar in de voetbalwereld gebeurde rondom de Super League controverse. Met het burgerinitiatief eist de groep dat de Europese Commissie o.a. de sociale waarde van sport erkent binnen de Europese samenleving en strenger optreedt tegen partijen die proberen te verdienen aan sport ten koste van de fans door middel van Europese wetgeving. 

De actie van de groep laat zien hoe belangrijk sport is voor mensen; of we nu zelf graag sporten of een enorme fan zijn van een bepaalde club. Wat men nog wel eens over het hoofd ziet is dat de macht van sport veel verder gaat dan de tribunes en ook een enorme politieke kracht is. De Olympische Winterspelen die twee weken geleden feestelijk zijn geopend in Beijing, China, zijn een goed voorbeeld van hoe een evenement dat in de eerste plaats draait om sporten ook een enorme aantrekkingskracht blijkt te hebben op soft politics: van de Turkse schansspringer Fatih Arda Ipçioğlu die met de Oeigoerse vlag onder zijn ski’s de schans afsprong tot de de Oekraïense skeletonner Vladislav Heraskevitsj die na zijn run een papiertje voor de camera hield met daarop de woorden “No war in Ukraine”. Internationale sportwedstrijden staan bol van politieke betekenis. Dus hoe zit dit met de Olympische Spelen en welke rol neemt de Europese Unie in binnen een event waar het officieel geen rol heeft? 

Historische context: sport en politiek 

De Olympische Spelen is een van de oudste internationale sportevenementen die op de dag van vandaag nog steeds bestaat. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de Olympische Spelen zoals die in de Klassieke Oudheid zijn ontstaan en de moderne Olympische Spelen zoals wij die nu nog steeds kennen. De oude Olympische Spelen zijn ontstaan in Griekenland in de oude stad Olympia. Traditioneel wordt de eerste editie geplaatst in 776 voor Christus, tot ze in 393 na Christus werden verboden door de Romeinen. Aan het eind van de 19e eeuw kwamen er in Europa meerdere initiatieven om de Olympische Spelen weer te gaan organiseren. De Olympische Zomerspelen van 1896 werden uiteindelijk de eerste officiële moderne Olympische Spelen, georganiseerd in Athene. De eerste Olympische Winterspelen vonden in 1924 plaats in Chamonix-Mont-Blanc. Tot 1992 vonden de Winterspelen en de Zomerspelen in hetzelfde jaar plaats, sinds 1994 wisselen de twee Spelen elkaar af.

In de geschiedenis van de moderne variant van de Olympische Spelen hebben er meermaals boycots plaatsgevonden die vaak ook een politieke aard hadden. De meest prominente is die van 1936. In dat jaar werden de Zomerspelen georganiseerd door Duitsland waar sinds 1933 Adolf Hitler aan de macht was als rijkskanselier. De gaststad Berlijn werd in 1931 gekozen door het IOC, maar toen Hitler in 1933 aan de macht kwam was het onder andere de Verenigde Staten die opriep tot het verplaatsen van de Spelen. Spanje organiseerde uit protest een Olympiade van het volk in hetzelfde jaar, maar dit wist geen doorgang te vinden door het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog. Uiteindelijk vonden de Spelen alsnog in Berlijn plaats en werd het evenement door de nazi’s gebruikt als propagandamiddel. Zo werd door Leni Riefenstahl, die uit opdracht van de nazi’s propagandafilms maakte, een film gemaakt over de Spelen in Berlijn, maar ook werd er ontzettend veel geïnvesteerd in het opzetten van allerlei sportlocaties om zo de superioriteit van nazi-Duitsland te tonen. 

Gedurende de periode van de Koude Oorlog werden zowel de Zomerspelen van 1956 in Melbourne als die van 1980 in Moskou en die van 1984 in Los Angeles geboycot. Na aanleiding van het harde ingrijpen van de Sovjet-Unie tijdens de Hongaarse Opstand in 1956 boycotten Nederland, Spanje en Zwitserland de Spelen. In 1980 werden de Zomerspelen in Moskou door 65 landen geboycot vanwege de invasie van het Sovjetleger in Afghanistan. In 1984 boycotte de Sovjet-Unie en veertien Oost-Europese landen de Zomerspelen in Los Angeles omdat naar eigen zeggen de Verenigde Staten de veiligheid van de atleten niet kon waarborgen. De Zomerspelen van 1972 en 1976 werden door een groot aantal Afrikaanse landen geboycot met als doel om het IOC onder druk te zetten om Zuid-Afrika uit te sluiten wegens het apartheidsbeleid wat op dat moment gevoerd werd in het land. Ook Taiwan besloot deze Spelen te boycotten omdat China niet wilde dat Taiwan mee zou doen onder de naam Republiek China en ook druk had uitgeoefend bij de organisatie van de Spelen. De geschiedenis van de Olympische Spelen kent dus een geladen politieke achtergrond en laat zien dat gebeurtenissen en spanningen op geopolitiek niveau gevolgen kunnen hebben bij de Spelen.

Huidige Olympische debatten 

De Olympische Spelen zijn bij uitstek een evenement waarbij conflicten tijdelijk aan de kant worden geschoven en landen in vrede samen komen. Politieke uitingen zijn dan ook verboden, maar dit betekent niet dat ze niet gedaan worden. Landen die politiek gezien niet met elkaar door één deur kunnen staan vaak genoeg ook strijdend tegenover elkaar op het sportveld. Toch zijn het vaak grotere internationale vraagstukken die er voor doen zorgen dat een editie van de Olympische Spelen onder druk komt te staan van kritiek. De vorige Spelen die in Beijing werden gehouden, de Zomerspelen van 2008, was bijvoorbeeld zo’n editie. Ondanks dat geen enkel land zich weerhield van deelname aan de Spelen, werd er wel commentaar geleverd op de schendingen van mensenrechten in het land en de onrust in de regio’s Tibet, Darfur en Taiwan. Zo was het de Amerikaanse president George W. Bush die kort voor het begin van de Spelen in Thailand een toespraak hield waarin hij uitspraak dat hij zich zorgen maakte om de vrijheid van religie en de mensenrechten in China. 

In 2014 vonden de Olympische Winterspelen plaats in Sotsji, Rusland. De keuze voor het gastland en de plek in Rusland zorgden wereldwijd direct voor kritiek. Sotsji is de voormalige hoofdstad van het land Circassië waar in 1864 etnische zuiveringen plaatsvonden en de oorspronkelijke bewoners door de Russen werden gedeporteerd. De keuze voor deze plek ligt dus bij de Circassiërs en de Adygeërs, de oorspronkelijke bewoners van deze plek, zeer gevoelig. Zij grepen de Spelen aan om de problematiek in dit stuk Rusland aan te kaarten. Tijdens de bouw van de Olympische faciliteiten zijn er namelijk massagraven vernietigd en verwijderd. Daarnaast waren andere schendingen van mensenrechten ook reden voor kritiek. De omgang met de LHBTIQ+ bevolking in Rusland is namelijk zeer slecht, maar destijds was het vooral een in juni 2013 aangenomen wet die uitingen van homoseksualiteit verbiedt die voor ophef in binnen- en buitenland leidde. Veel atleten hebben zich dan ook uitgesproken tegen de situatie in Rusland met betrekking tot LHBTIQ+ rechten. 

Ook de huidige Winterspelen in Beijing hebben veel kritiek gekregen in binnen- en buitenland. Opnieuw gaat het om de schending van mensenrechten en dit keer is de focus vooral gericht op de Oeigoeren die in China onder enorm slechte omstandigheden leven. De beelden van de ‘heropvoedingskampen’ die zo groot zijn dat je ze via satellietbeelden kan zien zijn inmiddels grotendeels bekend. Onder andere Nederland heeft zich al uitgesproken tegen deze situatie en het officieel bestempeld als een genocide. De situatie zorgde voor een grootschalige roep tot boycotten van deze editie van de Winterspelen. Toch is het grotendeels gebleven bij kritiek in de vorm van woorden en het wegblijven van politici. Tijdens deze editie van de Spelen zijn er, ondanks het verbod, politieke uitingen gedaan als protest tegen deze situatie, zoals die van Turkse schansspringer Fatih Arda Ipçioğlu, maar ook tegen de dreigende situatie tussen Oekraïne en Rusland door skeletonner Vladislav Heraskevitsj, zoals beiden hierboven benoemd.

De relevantie van winnen

Hoe belangrijk is het om te winnen bij de Olympische Spelen? Voor atleten en hun ondersteunende staf is dit duidelijk. Dit is hun uiteindelijke doel, hun raison d’être. Maar er zijn ook redenen waarom het voor landen belangrijk is om winnaars voort te brengen. China heeft een reputatie als het gaat om het keihard trainen van atleten vanaf een jonge leeftijd. Dit zware trainingsregime zou moeten leiden tot veel medailles op de Spelen en andere sportevenementen. Het behalen van medailles kan een symbolische waarde hebben. Richting andere landen kan het laten zien dat een land sterk en succesvol is. Ook richting het eigen volk laat het zien dat er redenen zijn om trots te zijn op het land.

Op de Olympische medaillespiegel van alle Olympische Spelen bij elkaar is een duidelijke correlatie te zien met de landen die hier aan de top zijn en de landen met de meeste macht in de wereldpolitiek. Zo staat de Verenigde Staten bovenaan. De Sovjet Unie staat op een tweede plek (Rusland zelf op de 9e en de Russische Olympische Comité op de 46e). De verdere top 5 bestaat uit Groot-Brittanië, Duitsland en China. Wanneer er alleen wordt  gekeken naar de medaillespiegels van de afgelopen edities zien we China vaker op een tweede plek achter de Verenigde Staten staan. Dit is vergelijkbaar met de strijd tussen deze twee landen om het machtigste land ter wereld te zijn op economisch, politiek en militair vlak. Daarnaast zitten er verschillen tussen de zomer- en de winterspelen. Noorwegen was bijvoorbeeld eerste tijdens de Winterspelen van Pyeongchang in 2016, maar scoorde 20e tijdens de Zomerspelen in Tokio in 2021.

Naast een correlatie tussen de medailles en geopolitieke macht is er ook een correlatie tussen landen met veel medailles en landen met een hoog BNP. Veel die zich in de top van het klassement bevinden hebben nu eenmaal meer geld om uit te geven aan de sport. Opleidingsprogramma’s en alle andere zaken die komen kijken bij het klaarstomen van toptalent zijn immers erg prijzig.

Het kwalificeren voor de Spelen is al een enorme prestatie. Voor sommige landen en atleten zal dan ook gelden dat meedoen belangrijker is dan winnen, zeker wanneer zij vrijwel geen kans hebben op een hoge klassering. De Olympische spirit gaat zeker ook wel om winnen, maar ook om het vieren en promoten van talent en doorzettingsvermogen en de samenhorigheid. Het motto van de spelen is Faster, Higher, Stronger. Sinds 2021 is hier ‘Together’ aan toegevoegd. Participatie en sportiviteit spelen dus ook een belangrijke rol.

De host en machtsvertoon

De Olympische Spelen zijn het moment bij uitstek om je als gastland wereldwijd op de kaart te zetten. De zomerspelen van Tokio van vorig jaar trokken meer dan drie miljard kijkers wereldwijd. Het is daarom niet overdreven te stellen dat wanneer je de Olympische Spelen organiseert, de ogen van de wereld letterlijk op je gericht staan. De promotie van een stad, want het zijn officieel steden die de Olympische Spelen hosten, begint al jaren van tevoren. 

Het IOC kiest een gaststad gemiddeld zeven tot elf jaar voordat die Spelen gehouden moeten worden en aan dat keuzeproces gaat veel werk vooraf. Er wordt miljoenen gestoken in reclamecampagnes om het IOC zover te krijgen te kiezen voor een bepaalde kandidaat, zonder garantie dat je ook daadwerkelijk de Spelen mag organiseren. Zo heeft de campagne om de Spelen van 2016 naar Chicago (USA) te halen meer dan $70 miljoen gekost, terwijl die Spelen uiteindelijk naar Rio de Janeiro (Brazilië) gingen. Of je de Spelen krijgt toegewezen of niet, deze zogenaamde ‘bidperiode’ zorgt voor een impuls in investeringen in branding, infrastructuur en faciliteiten die op zowel de korte als de lange termijn de reputatie van een gebied moeten verbeteren. 

Vanaf het moment dat je als stad wél gekozen wordt om de Spelen te organiseren trekt dat meteen de aandacht, en het is juist deze aandacht op het internationale toneel waar het landen om te doen is. Voor een paar weken zijn vertegenwoordigers uit alle uithoeken van de wereld te vinden op dezelfde plek en van dit momentum wordt gretig gebruikt gemaakt om als het ware reclame te maken voor de gaststad en breder het land waar de Spelen in gehouden worden. Er is wel een interessante shift gaande als het gaat om de beweegredenen van landen om de Spelen te organiseren; waar ze in het verleden voornamelijk economisch waren zie je de laatste jaren steeds meer dat de soft politics van de Spelen de overhand krijgen. 

Voor het merendeel van de twintigste eeuw gold namelijk dat een land nog een aardig centje kon verdienen aan het organiseren van de Olympische Spelen: alleen al de TV-rechten leveren honderden miljoenen op. Ook het toerisme profiteert aangezien hotels vrijwel meteen volgeboekt zijn op het moment dat er een locatie voor de Spelen bekend wordt gemaakt en onderzoek heeft aangetoond dat het organiseren van de Olympische Spelen het exportvolume van het gastland verhoogt en de economie opener maakt, allebei ontwikkelingen waar flink aan te verdienen is. Maar de laatste jaren worden aan de economische voordelen voor het gastland steeds meer getwijfeld. 

De laatste decennia zijn de kosten die verbonden zijn aan het organiseren van de Spelen enorm uit de pan gerezen. Alle Spelen die de afgelopen twintig jaar zijn georganiseerd zijn over budget gegaan met als meest extreme voorbeeld de Olympische Winterspelen van Sotsji 2014 die uiteindelijk $51 miljard hebben gekost in plaats van de van tevoren geschatte $10 miljard. Dat komt voornamelijk omdat de eisen steeds hoger worden. Tegenwoordig zijn er om Spelen te kunnen houden gemiddeld 35 sportlocaties nodig. Dit alleen al kan een miljardeninvestering zijn omdat de locaties die er al zijn vaak niet voldoen aan de eisen dat het IOC stelt aan Olympische stadions. Dan moet er ook een Olympisch dorp gebouwd worden voor de sporters dat ook miljarden kan kosten, een media- en productiekantoor voegt opnieuw een miljard euro toe aan de begroting. Er is infrastructuur nodig tussen alle olympische locaties wat opnieuw in de papieren kan lopen en ga zo maar door. 

The Council on Foreign Relations schrijft in een artikel uit 2021 dat in het verleden voornamelijk rijke landen het op zich namen om de Spelen te organiseren. Door de alsmaar stijgende kosten keert de publieke opinie zich steeds meer tegen de monsteropgave om Spelen naar je land toe te trekken. Zo zijn er inmiddels 26 referenda gehouden binnen landen over de vraag of men de Spelen moest organiseren, waarvan de meerderheid neerkwam op een overtuigende nee. Tegenwoordig zien we dat het vaker landen met een autocratische regering en ontwikkelende economie zijn die zich kandidaat stellen. Volgens economen Robert Baade en Victor Matheson die hier onderzoek naar deden is de kandidaatstelling onder deze groep landen na 1988 verdriedubbeld. 

Aangezien economisch gewin steeds minder een motivatie is om de Spelen te organiseren (landen eindigen tegenwoordig vaker met een miljardenverlies en de stadsregio Rio de Janeiro heeft zelfs faillissement moeten aanvragen na de Spelen van 2016), zien we steeds vaker dat het de ‘Olympische legacy’ is die landen ertoe beweegt de Spelen te organiseren. De spelen boosten nationale trots onder de inwoners van het gastland en geven een mogelijkheid om de plaatselijke cultuur te promoten, onder andere tijdens de openingsceremonie. Ook is het een duidelijk signaal naar de rest van de wereld dat het land internationaal meekan met de grote spelers en de middelen heeft om prachtige Spelen neer te zetten. Het is dan ook geen toeval dat de Spelen steeds duurder worden omdat het inmiddels een sport op zichzelf is geworden om de voorgaande Spelen te overtroeven. 

Nationalisme en sport: waar is de EU? 

Bij sportevenementen zoals de olympische spelen speelt nationalisme een zeer belangrijke rol. In de eerste plaats omdat atleten namens hun land medailles winnen, er wordt met vlaggen gezwaaid en de meeste supporters dragen de kleuren van hun land met trots. 

Nationalisme is ook gelinkt aan een ‘hawkish’ kijk op de wereld. Deze blik houdt in dat mensen sneller geneigd zijn om over te gaan op geweld om internationale conflicten op te lossen in vergelijking met mensen die meer ‘doveish’ zijn.  Ook is binnen deze wereldblik winnen en competitie erg belangrijk. Er is sprake van een ‘zero-sum game’: je wint of je verliest, geen middenweg. Toch is de stelling dat iedereen die zijn land support tijdens een wedstrijd op oorlog uit is, een te extreme stelling. Mensen zien en vieren nationale trots namelijk op verschillende manieren. De één door militair vertoon, de ander door succes in de sport, weer anderen richten zich op geschiedenis of wetenschap.

Wel kan er worden gesteld dat de Olympische Spelen het algemene nationalistische sentiment aanwakkeren. Er is veel wij-zij denken tijdens de wedstrijden en op de medaillespiegel wordt bijgehouden welk land het meest succesvol is. Bij meer niche-sporten zoals skeleton kunnen mensen opeens erg trots zijn op een medaille. Toch zullen zij de komende vier jaar weinig interesse in de atleten of de sport zelf tonen. Dit is onder andere terug te zien in de zoektrends op Google. In Nederland is hier elke vier jaar een sterke piek te zien bij de Spelen. Daarna blijven de cijfers redelijk constant en relatief laag.

Power of the personality

Een kanttekening bij het verhaal over nationalisme is wel dat alle sporters nu meer mogelijkheden hebben om een breder publiek aan te spreken. Sommige sporters hebben fans over de hele wereld en kunnen hen bereiken via social media. Hierdoor spreken zij een grotere groep aan en zullen mensen ook atleten supporten die niet uit hetzelfde land komen. Voorbeelden hiervan tijdens deze Spelen zijn kunstschaatsers Nathan Chen (USA) en Yuzuru Hanyu (Japan) die wereldwijd fans hebben die de sport tijdens de Spelen volgen voor hen, niet voor hun eigen land.  Hoe aansprekend iemand is kan in de toekomst mogelijk een belangrijke rol gaan spelen, zeker gezien dit ook commercieel zeer aantrekkelijk is. Een verhaal over obstakels en doorzettingsvermogen is niet alleen een interessant verhaal voor nationalistische doeleinden, maar het is ook goed verkoopbaar. Toch zal nationalisme ook een belangrijke rol spelen, zeker bij minder bekende sporten die zonder de Spelen weinig aandacht krijgen. 

Rol van de EU

Voor de EU lijkt er in eerste instantie geen grote rol weggelegd. Het is zeer onwaarschijnlijk dat sporters de volgende Spelen onder de Europese vlag gaan spelen. Op politiek vlak heeft de EU wel een rol. Landen kunnen via de EU gezamenlijk besluiten om geen politieke delegatie te sturen of zelfs helemaal geen sporters. Wanneer er geen politieke en diplomatieke delegatie naar de Spelen gaan houdt dat in dat er geen politiek leiders aanwezig zullen zijn tijdens de spelen. 

In 2021 zijn er diverse debatten geweest over de keuze om een diplomatieke ban voor de Olympische Winterspelen in Beijing in te voeren op EU-niveau. De schendingen van mensenrechten door China werd hiervoor als het voornaamste argument gebruikt. Het Europese Parlement heeft een resolutie aangenomen om geen diplomatieke delegatie te sturen, maar deze uitspraak is niet bindend. De Raad van Buitenlandse zaken heeft hier geen verdere beslissing over genomen. Individuele lidstaten zoals Litouwen hebben geen diplomatieke delegatie gestuurd. Litouwen heeft al langer een conflict met China omdat het land Taiwan nog erkent als één van de weinige andere landen. De keuze om geen diplomatieke delegatie te sturen brengt hierdoor weinig risico met zich mee. Ook Nederland, Duitsland, Denemarken hebben geen diplomatieke delegatie gestuurd. Al is het aannemelijk dat de corona-pandemie hier ook mee te maken heeft.

De mogelijkheid om diplomatieke delegaties van andere landen te spreken is bijvoorbeeld erg beperkt. Andere landen zoals Frankrijk en Italië hebben gekozen om wel een diplomatieke delegatie naar China te sturen, vermoedelijk omdat de handelsrelatie met China erg belangrijk voor ze is. Op EU-niveau is op dit gebied dus geen consensus bereikt. Het is slechts enkele keren voorgekomen dat landen ook geen sporters hebben gestuurd. De Verenigde Staten deden dat bijvoorbeeld in 1980 toen de Spelen in Moskou plaatsvonden. Toch behoren bans tot de mogelijkheden waarop de EU gezamenlijk op kan treden op het gebied van de olympische spelen. Het is een vorm van soft power en het zal zeker een signaal afgeven als EU als geheel besluit om een diplomatieke of gehele ban in zal voeren richting de Olympische Spelen.

‘Together’ of toch nog vooral  ‘Alone’

Samenvattend kan worden gesteld dat er heel wat politieke aspecten bij de Olympische Spelen komen kijken. Door de geschiedenis zien we boycots, protesten en controversiële gastlanden. Nationalistische sentimenten komen weer sterk naar boven en het gastland kan zich van zijn beste kant laten zien op het wereldtoneel. We zien nog weinig daadwerkelijke actie op EU-niveau, maar dit behoort wel tot de mogelijkheden. Hierbij gaat het om het uitoefenen van soft politics en het geven van een signaal.

Toch kan er niet worden gesteld dat de Olympische Spelen alleen maar om macht, politiek en nationalisme draaien. Het blijft natuurlijk voor de meeste ook gewoon vermakelijk om naar de atleten te kijken die buitengewone prestaties leveren. Ook is er wel degelijk verbinding tussen verschillende landen door bijvoorbeeld uitingen van solidariteit en het gezamenlijk vieren van overwinningen. Voor de atleten en de meeste toeschouwers zal de internationale politiek een bijzaak zijn. Concluderend kunnen we stellen dat  de spelen om Faster, Higher, Stronger draaien, maar Together is wel degelijk ook belangrijk.

Linda den Bol is afgestudeerd in Geschiedenis en European Governance en werkt momenteel als trainee bij de Overheid.

Esmee Slutter heeft Geschiedenis gestudeerd aan de Radboud Universiteit en heeft zich gespecialiseerd in Europese culturele geschiedenis. Op het moment is ze bezig met het behalen van haar bachelor in Russische Studies aan de Universiteit Leiden.

Anoek Zijderveld is afgestudeerd in internationale betrekkingen met een specialisatie in globale politieke economie. Momenteel is zij werkzaam als trainee bij overheidsorganisaties.

Beeld: Shutterstock

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *