Verkiezingen

Drie steden, één parlement: een unieke zetelverdeling

Drie steden, één parlement: een unieke zetelverdeling - Shaping Europe

De zetelverdeling van het Europees Parlement en de discussie daaromtrent.

Hoewel de Europarlementariërs het grootste deel van de tijd in Brussel bijeenkomen, moeten zij ook maandelijks voor vier dagen naar Straatsburg afreizen voor plenaire vergaderingen. Dit is namelijk de officiële locatie voor deze bijeenkomsten; oftewel de ‘zetel’ van het Europees Parlement. Dit leidt tot veel frustratie, zowel binnen het Europees Parlement als daarbuiten. Het maandelijkse verhuiscircus zou namelijk onnodig duur zijn, slecht voor het milieu en niet onbelangrijk: erg onhandig en inefficiënt. Voorstanders stellen onder meer dat het juist het ontstaan van een ‘Brusselse bubbel’ tegenwerkt. In dit artikel lees je hoe deze zetelverdeling tot stand is gekomen en wat speelt in de discussie die hierover met regelmaat oplaait. 

Korte geschiedenisles: waarom ligt een zetel van het Europees Parlement in Straatsburg?

Voor we de met regelmaat oplaaiende discussie induiken is een korte geschiedenisles op zijn plaats, want waarom ligt het Europees Parlement (EP) eigenlijk in Straatsburg? Daarvoor moeten we terug naar de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1951, waarvan Frankrijk, West-Duitsland, Italië en de drie landen van de Benelux deel uitmaakten. Het doel van de organisatie was om de productie van kolen en staal onder een gemeenschappelijke autoriteit te brengen en de oprichting ervan was een belangrijke stap in de richting van Europese integratie. De instellingen van de EGKS werden in Luxemburg gevestigd, maar de Raad van Europa lag al in Straatsburg. Die was daarvoor namelijk in 1949 met het Verdrag van Londen opgericht en moest Europese waarden op het gebied van bijvoorbeeld mensenrechten, rechtsstaat en democratie waarborgen. De Raad van Europa opende de deuren van zijn plenaire vergaderzaal voor bijeenkomsten van de EGKS. De Parlementaire Vergadering van de EGKS werd later, met de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), omgevormd tot het EP. Zo werd Straatsburg de belangrijkste locatie voor plenaire zittingen van het Parlement, hoewel er ook aanvullende zittingen werden gehouden in Luxemburg.

Nadat de EEG in 1958 werd opgericht, werd Brussel de thuisstad van een groot deel van het werk van de Europese Commissie en de Raad van Ministers. Het werk van het EP hangt nauw samen met deze werkzaamheden, aangezien het de taak is van het EP om toezicht op hen te houden. Daarom werden langzaamaan meer activiteiten van het EP georganiseerd in Brussel in plaats van Straatsburg. Dit leidde tot een situatie waarin de belangrijkste plenaire zittingen in Straatsburg plaatsvonden, maar waarin commissies en fracties elkaar in Brussel ontmoetten.

Met de invoering van het Verdrag van Maastricht van 1992 waarmee de Europese Unie (EU) werd opgericht werd deze situatie aangepast. Straatsburg werd formeel de officiële zetel van het EP, én locatie voor de meeste plenaire vergaderingen. Het EP moet er twaalf zittingen per jaar houden, die vier dagen duren. Dit komt dus neer op 42 dagen per jaar. De parlementaire commissies vergaderen wel nog in Brussel en het secretariaat van het Parlement, oftewel het administratieve lichaam, vestigt zich in Luxemburg. Deze regeling werd in zijn volledigheid opgenomen in het Verdrag van Amsterdam van 1997.

Deze vastlegging brengt met zich mee dat een wijziging van het Verdrag van Maastricht is vereist als men de zetel van het EP wil veranderen. Dit vereist een unanieme goedkeuring van alle lidstaten. Maar willen veel lidstaten, Europarlementariërs en Europese burgers dit? Dit brengt ons bij de discussie die sinds de vastlegging van de zojuist toegelichte verdeling met regelmaat oplaait.

Drie steden, één parlement: een unieke zetelverdeling - Shaping Europe

Gebouw van het Europees Parlement in Straatsburg

De oplaaiende discussie

Er zijn verschillende redenen die maken dat veel mensen vinden dat het tijd is dat het Europees Parlement Straatsburg permanent verlaat. Het eerste argument berust op klimaat en duurzaamheid. Door middel van de Europese Green Deal wil de Europese Commissie een klimaatneutrale Europese Unie bewerkstelligen in uiterlijk 2050. Maatregelen om dit doel te bereiken zijn bijvoorbeeld het bouwen van energiezuinige huizen, het op grote schaal aanplanten  van bomen en het plaatsen van een miljoen laadpalen voor elektrische auto’s. Het huidige zetelsysteem wordt echter buiten beschouwing gelaten. 

Uit een rapport van de Europese Rekenkamer blijkt dat het huidige zetelverdelingssysteem een aanzienlijke impact heeft op het milieu. Als Straatsburg niet meer als werkplek zou worden gebruikt zou dit een besparing opleveren van meer dan 10.200 ton CO2 per jaar. De huidige uitstoot is onder andere afkomstig van het energieverbruik, transport van medewerkers en spullen, en het onderhoud en IT van de gebouwen in Straatsburg. Meer dan 460 ton CO2 zou worden bespaard als ook Luxemburg geen deel van het Europees Parlement zou huisvesten. Veel tegenstanders wijzen op deze cijfers en menen dat de ‘onnodige’ reis iedere maand moet worden overbrugd tussen Straatsburg en Brussel niet meer van deze tijd is.

Meerdere Europarlementariërs zelf hebben ook hun ongenoegen geuit over de huidige situatie. Het huidige zetelsysteem zou simpelweg onpraktisch en inefficiënt zijn. Het kost de 705 – in de toekomst 720 – europarlementariërs, 2300 medewerkers, lobbyisten en journalisten die de reis moeten afleggen, veel tijd en energie. Ook vrachtwagens gevuld met afgesloten dossierkisten moeten hierdoor regelmatig op en neer rijden. Dit vereist allemaal een hoop geregel, wat op zijn beurt weer extra tijd en geld kost. Het centraliseren van Europese instellingen zou praktischer zijn en onderlinge samenwerking vergemakkelijken.

Over kosten gesproken, bij de maandelijkse verhuizing komen bedragen kijken van tussen de 169 en 204 miljoen euro per jaar. Deze kosten zijn vooral afkomstig van reizen, transport, administratie en logistiek. Het bedrag komt neer op zo’n vijftien tot twintig procent van het hele budget van het Parlement. Franse Europarlementariërs hebben er wel op gewezen dat dit ‘geneuzel’ is, omdat het slechts 0,04% van het totale budget van de Europese Unie beslaat.

Een vierde argument haalt aan dat de gebouwen in Straatsburg 89 procent van de tijd leeg staan. Gedurende deze tijd moeten de gebouwen natuurlijk wel verwarmd, verlicht, bemand, bewaakt en onderhouden worden. Dit is niet klimaatvriendelijk, duur en onpraktisch. Dit aspect van de discussie kwam onlangs weer in de spotlight te staan toen in het Europees Parlement onenigheid ontstond over de uitbreiding van hun vastgoed in Straatsburg. Een private aannemer heeft naast de hoofdzetel van het EP in Straatsburg ongevraagd een pand gebouwd ter waarde van 62 miljoen euro, in de hoop dat het EP het gebouw zou willen kopen. Met name de linkse fracties in het EP weigeren dit. Frankrijk heeft aangeboden om het gebouw te verkopen en te verhuren aan het EP voor een bedrag dat ver onder de marktwaarde ligt, maar er zijn ook plannen voorbij gekomen om het gebouw om te toveren tot een hotel voor Europarlementariërs en hun medewerkers. In oktober 2023 ging een krappe meerderheid uiteindelijk akkoord met de vastgoeddeal, maar naar aanleiding van de commotie gaat het EP zich nog een keer buigen over de noodzaak van de aankoop. De kwestie blijft voorlopig dus onopgelost, en de meningen verdeeld.

Een laatste argument is dat de huidige verdeling meer ruimte biedt voor fouten. Zo belandden honderden  medewerkers van het EP in oktober 2023 per abuis in Disneyland Parijs in plaats van in Straatsburg. De plotselinge wijziging in bestemming werd veroorzaakt door een wisselstoring en leidde tot een vertraging van drie kwartier, maar ook tot veel grappen vanuit de Europarlementariërs en nieuwe grond voor de discussie omtrent de zetelverdeling. Zo klaagde een Europarlementariër via X (voorheen Twitter) dat ze helaas geen bezoek mochten brengen aan het pretpark en suggereerde medewerker Pelle Geertsen dat Disneyland misschien gebruik kon maken van de EP gebouwen in Straatsburg.

Het Europees Parlement heeft herhaaldelijk opgeroepen tot het invoeren van slechts één zetel. Vanaf 2020 werd een periode alleen in Brussel vergaderd, vanwege de corona pandemie en de daarbij komende reisbeperkingen. Dit had van veel Europarlementariërs zo mogen blijven. Als niet wordt voldaan aan de eis dat jaarlijks minimaal twaalf plenaire vergaderingen in Straatsburg plaatsvinden, kan het EP voor de rechter gesleept worden. Zoals eerder is benoemd ligt het wijzigen van de zetelverdeling echter niet bij het EP, maar is het aan de EU-lidstaten. Daarbij liggen zowel Frankrijk als Luxemburg dwars. Dit maakt aanpassing vrijwel onmogelijk, aangezien een unanieme beslissing is vereist voor wijzigingen. Ook wordt voor een wijziging vereist dat de verandering door alle nationale regeringen wordt bekrachtigd. Hiervoor is in sommige landen een referendum nodig.

Drie steden, één parlement: een unieke zetelverdeling - Shaping Europe

Gebouw van het Europees Parlement in Brussel

Voordelen 

Een reden die vaak wordt gebruikt om te beargumenteren dat het Europees Parlement Straatsburg juist niet mag verlaten is de grote symbolische waarde van de stad. De stad ligt aan de Rijn, en aan de andere kant van deze rivier ligt Duitsland. In het verleden is Straatsburg regelmatig in Duitse handen geweest. De laatste keer dat dit het geval was, was gedurende de Tweede Wereldoorlog. De toenmalige burgemeester, Pierre Pflimlin, maakte zich nadien hard voor een verzoening met Duitsland. Zodoende werd de stad het symbool van de verzoening van Duitsland en Frankrijk, hun vriendschapsband en de Europese samenwerking. 

Verder wordt door voorstanders gewezen op de voordelen van het spreiden van Europese instellingen. De burgemeester van Straatsburg, Jeanne Barseghian, stelt dat de zetel in Straatsburg van belang is voor het tegengaan van ‘euroscepsis’. Volgens haar weert de huidige verdeling de negatieve perceptie van Brussel. Ook zou het de onafhankelijkheid van het Europees Parlement versterken, evenals de Europese democratie. Als alternatief voor de klimaatvoetafdruk die het op en neer gereis met zich meebrengt, stelt Barseghian dat het van groter belang is om het treinnetwerk van Europa te verbeteren. Ook wordt erop gewezen dat de zetel in Straatsburg aanzienlijk meer gebruikmaakt van hernieuwbare energie (zo’n 62.6 procent), vergeleken met de locatie Brussel (zo’n 0.91 procent). Niet onbelangrijk is dat de huidige verdeling ook erg gunstig is voor de lokale economie van Straatsburg, een gegeven dat de burgemeester niet zal zijn ontgaan. Dit bleek ook uit het eerdergenoemde rapport van de Europese Rekenkamer. Hetzelfde geldt voor de aantrekkingskracht die de stad als zetel van het Europees Parlement (en de Raad van Europa) heeft op andere internationale organisaties.

De hele situatie lijkt een impasse te zijn. Een aanpassing is niet mogelijk zonder instemming van Frankrijk en Luxemburg, maar daar moet een goede deal tegenover staan. In het verleden zijn ideeën geopperd, zoals de vestiging van een Europese universiteit in de gebouwen in Straatsburg. Hopelijk wordt er in de toekomst een oplossing gevonden voor dit knellende probleem.

Julia studeert Notarieel Recht aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast volgt ze de opleiding Liberal Arts and Sciences, met een hoofdrichting in Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief.

Beelden: Shutterstock