Verkiezingen

Het EU-wetgevingsproces

Europese wetgeving in zes eenvoudige stappen!

Je weet waarschijnlijk al dat de Europese Unie (EU) een groep van 27 Europese landen is die samenwerken op verschillende gebieden zoals handel, duurzaamheid, productstandaarden en meer. Om dit te doen, neemt de EU regels aan die de doelen van de EU ondersteunen. Momenteel doorloopt de EU het proces voor aanname van de AI Act, een wet die mogelijke negatieve gevolgen van op AI gebaseerde systemen moet voorkomen. Een ander voorbeeld is de Critical Raw Materials Act die Europa in staat moet stellen zijn eigen hulpbronnen te delven die nodig zijn voor duurzame producten zoals elektrische auto’s.

Maar weet je ook hoe die EU-wetten tot stand komen? Om wetten aan te nemen, volgt de EU een wetgevingsproces dat in eerste instantie ingewikkeld lijkt, maar logischer wordt naarmate je beter begrijpt uit welke belangrijke instellingen de EU bestaat. 

Voordat we in het proces duiken, is het goed om te weten dat EU-wetten meestal de vorm aannemen van een verordening of een richtlijn:

  • Verordeningen: Dit zijn universele regels die rechtstreeks van toepassing zijn op alle lidstaten. Als de EU bijvoorbeeld een verordening over voedselveiligheid vaststelt, geldt deze op dezelfde manier in elke lidstaat.
  • Richtlijnen: Deze bepalen een doel voor alle lidstaten om te bereiken, maar geven elk lidstaat enige flexibiliteit in de manier waarop ze dat doen. Bijvoorbeeld, de EU kan een richtlijn hebben over het verminderen van de uitstoot van CO2, en elke lidstaat kan zelf bepalen hoe ze het doel willen bereiken.

Nu gaan we je kennis laten maken met het besluitvormingsproces van de EU!

De EU-instellingen

Bij het wetgevingsproces van de EU zijn verschillende instellingen betrokken. De EU heeft meer instellingen, maar de belangrijkste die betrokken zijn bij het wetgevingsproces zijn de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Wie leiden deze instellingen en wat is hun rol in het wetgevingsproces?

Het wetgevingsproces heeft een ingebouwde machtsbalans om ervoor te zorgen dat geen enkele instelling te veel invloed heeft. De Europese Commissie stelt wetten voor, het Europees Parlement vertegenwoordigt de bevolking, en de Raad vertegenwoordigt de lidstaten. Ze moeten allemaal akkoord gaan voordat een wet wordt aangenomen.

Europese Commissie: Je kunt de Commissie zien als de “regering” van de EU die de algehele belangen van de EU vertegenwoordigt. Er zijn 27 commissarissen, één uit elke lidstaat. Ze worden benoemd door de lidstaten en bevestigd door het Europees Parlement. De Commissie bestaat uit verschillende directoraten-generaal (DG’s). DG’s zijn als gespecialiseerde teams die zich richten op specifieke onderwerpen, zoals handel, milieu of gezondheid. Ze werken aan wetsvoorstellen, de handhaving of uitvoering van bestaande wetten. Ze kunnen worden vergeleken met nationale ministeries of departementen.

Europees Parlement: Het Europees Parlement lijkt op de Tweede Kamer zoals we die in Nederland hebben. Het bestaat uit leden van het Europees Parlement, die worden gekozen door burgers van elk EU-land. Ze vertegenwoordigen de belangen van Europese burgers en vormen een tegenwicht tegen de macht van de Europese regeringen in de EU. Na de verkiezingen van 2024 heeft het Parlement 720 zetels. Op basis van een systeem dat degressieve proportionaliteit wordt genoemd, waarbij lidstaten met meer inwoners meer zetels hebben dan die met een kleinere bevolking. Eenmaal verkozen zijn Europarlementariërs echter niet verdeeld op basis van nationaliteit, maar op basis van de politieke groep waarmee ze zijn geassocieerd, bijvoorbeeld de Sociaal-Democraten (S&D), Groenen, Liberalen (RENEW) of de centrumrechtse Europese Volkspartij (EVP). Zie onze post over het Europees Parlement voor meer informatie!

Raad van de Europese Unie: De Raad zou gezien kunnen worden als een machtige “senaat”. Raadsvergaderingen worden bijgewoond door vertegenwoordigers van elke lidstaat op ministerieel niveau. Deelnemers kunnen dus ministers of staatssecretarissen zijn, maar veel van het voorbereidende werk voor deze formele vergaderingen wordt gedaan door ambtenaren van de verschillende lidstaten. Er zijn verschillende samenstellingen van de Raad, bijvoorbeeld over Economische en Financiële zaken (EcoFin) en een over Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ).

Het Gewone Wetgevingsproces

Nu gaan we je meenemen door het wetgevingsproces, in zes stappen. Dit gaat over de gewone, en meest typische, wetgevingsprocedure. Er zijn ook andere besluitvormingsprocessen voor specifieke gebieden, zoals buitenlandse zaken.

Stap 1: Voorstel door de Europese Commissie

Het proces begint met de Europese Commissie, die een idee heeft voor een nieuwe wet of beleid. Ze kijken naar kwesties die op EU-niveau oplossingen nodig hebben, zoals handelsregels, milieubescherming of consumentenrechten. Ze bespreken deze kwesties met experts en krijgen feedback van mensen en bedrijven.

Stap 2: Discussie en amendementen

Het voorstel wordt naar het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie gestuurd, die de medewetgevers zijn. Beiden mogen wijzigingen (amendementen) aanbrengen op het voorstel. Tijdens dit proces vindt het echte debat plaats. Met name in het Europees Parlement vindt de discussie ook plaats in het openbaar.

  • Rol van het Europees Parlement: Het Europees Parlement bespreekt het voorstel en kan wijzigingen aanbrengen. Europarlementariërs proberen de belangen en zorgen van EU-burgers te vertegenwoordigen. Ze kunnen verschillende meningen hebben, maar ze moeten een meerderheidsstandpunt vinden om een Parlementaire Positie te vormen.
  • Rol van de Raad: De Raad van de Europese Unie bespreekt het voorstel ook. Ze vertegenwoordigen de nationale belangen zoals gedefinieerd door de nationale regeringen van de EU. Deze regeringen kunnen ook verschillende ideeën hebben. Ze moeten het eens worden over een gemeenschappelijke positie, die een Algemene Aanpak wordt genoemd.

Stap 3: Compromissen

Het Europees Parlement en de Raad hebben vaak verschillende ideeën over een voorstel. Ze moeten onderling een compromis vinden – een versie van de wet waar beide partijen het mee eens kunnen zijn. Dit kan veel onderhandeling en over-en-weer-gaan inhouden, in zogenaamde “triloog-onderhandelingen”. Het wordt triloog genoemd omdat de drie instellingen aanwezig zijn tijdens deze onderhandelingen. Hoewel de Commissie geen macht heeft om hun voorstel nog te veranderen nadat ze het naar het Parlement en de Raad hebben gestuurd, mag de Commissie nog steeds deelnemen aan de discussies tussen de medewetgevers. De Commissie kan ook, als ze dat nodig vinden, een voorstel intrekken. Dit gebeurt in de praktijk echter niet vaak.

Stap 4: Goedkeuring

Zodra het Europees Parlement en de Raad het eens zijn over dezelfde versie van het voorstel, is het tijd voor goedkeuring. Dit betekent meestal een meerderheidsstemming in het Parlement, een gewone meerderheid of gekwalificeerde meerderheid in de Raad en soms een unanieme stemming, zoals bij kwesties die verband houden met buitenlandse zaken. Een gekwalificeerde meerderheidsstemming in de Raad betekent dat 55% van de lidstaten, die ten minste 65% van de EU-bevolking vertegenwoordigen, voor moeten stemmen. Uiteindelijk, wanneer zowel het Parlement als de Raad hebben gestemd om de overeengekomen wettekst goed te keuren, wordt het voorstel een wet.

Stap 5: Implementatie

Nu is de nieuwe wet officieel, maar die is niet altijd onmiddellijk effectief. De lidstaten hebben tijd nodig om hun nationale wetten aan te passen aan de EU-wetgeving. Ze hebben hiervoor een bepaalde tijd, die is gespecificeerd in de EU-wet. Dit geeft ook bedrijven en organisaties de tijd om alvast maatregelen te treffen om aan de wetgeving te kunnen voldoen zodra het van toepassing wordt.

Stap 6: Voortdurend toezicht

Eenmaal van kracht staat een wet niet voor altijd vast. De Europese Commissie controleert en evalueert wetten om te zien of ze werken zoals bedoeld. Als een lidstaat zich niet aan de EU-regels houdt, kan de Commissie een zogenaamde inbreukprocedure starten, die tot boetes voor lidstaten kan leiden als ze nog steeds de EU-wet niet respecteren. De Commissie is onlangs bijvoorbeeld een inbreukprocedure gestart tegen Portugal, omdat het land niet genoeg deed om dolfijnen te beschermen onder de Habitatrichtlijn. Als bepaalde wetten, of bepaalde bepalingen van een wet, niet werken of moeten worden bijgewerkt, kan de Commissie opnieuw het wetgevingsproces ingaan om wijzigingen aan te brengen.

De EU probeert ook het publiek te betrekken bij het besluitvormingsproces. Ze zoeken vaak inbreng van burgers en organisaties bij het maken van wetten, of andere instellingen zoals het Comité van de Regio’s.

Kortom, het wetgevingsproces van de EU is een complexe puzzel waarin veel partijen een rol spelen. Er is zeker ruimte voor verbetering om het wetgevingsproces van de EU transparanter te maken en gemakkelijker te volgen voor burgers. Maar dat is een onderwerp voor een andere post! 

Thomas van der Valk is de oprichter en voorzitter van Shaping Europe. Hij studeerde politicologie en rechten, werkte bij het Europees Parlement en is momenteel werkzaam bij een technologiebedrijf.

Beeld rechten: Europees Parlement