Landbouw en Voedsel

Het verhaal van het fetaconflict en de balsamicokwestie

Over de manier waarop “made in the European Union” gewaarborgd wordt.

De Europese Unie is rijk aan verschillende culinaire tradities. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Franse camembert, Italiaanse parmaham, Griekse Ouzo en Ierse Whiskey. Europeanen zijn trots op hun culinaire hoogstandjes en om die reden worden deze producten wettelijk beschermd door de EU door middel van geografische aanduidingen. Dat lijkt misschien saai, maar dat is het zeker niet. Veel producten die je waarschijnlijk regelmatig consumeert worden beschermd door deze geografische aanduidingen, waaronder Nederlandse Goudse en Edammer kaas. Klinkt mooi toch, het beschermen van traditionele streekproducten? De situatie is echter, zoals de titel al zegt, niet alleen rozengeur en maneschijn; er zijn regelmatig conflicten ontstaan door geografische aanduidingen, zowel binnen de EU, als op internationaal niveau. De stempel ‘made in Europe’ is niet alleen een manier waardoor jij als consument weet dat jouw Mozzarella di Bufala uit Italië komt, er zit nog veel meer achter.

Wat zijn geografische aanduidingen?

Geografische aanduidingen zijn onderdeel van de Europese wetgeving en worden gebruikt om in Europa geproduceerde producten wettelijk te beschermen. De aanduidingen worden vrijwel alleen gebruikt voor agrarische producten en alcoholische dranken. Een geografische aanduiding beschermt de unieke eigenschappen van producten die verbonden zijn aan de regio waar een product vandaan komt. Daarnaast zorgt het voor het behoud van traditionele kennis en technieken. Producten worden door geografische aanduidingen beschermd tegen namaak en misbruik. Zo is het verboden om beschermde producten te produceren als je orginele afkomst van een product aangegeven is of de naam bestaat uit een uitdrukking zoals Parmesan-style cheese. Producenten kunnen producten die beschermd worden door geografische aanduidingen wel op exact dezelfde manier als het origineel produceren, maar de naam mag dus niet gebruikt worden. Het doel van geografische aanduidingen is om de kwaliteit van producten te waarborgen en tradities in stand te houden.

Er zijn drie verschillende geografische aanduidingen, ieder met andere vereisten. De strengste geografische aanduiding is de Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB), waarbij productnamen het nauwst verbonden zijn met de plaats waar zij geproduceerd worden. Voor producten met een BOB-label geldt dat alle onderdelen van het productieproces plaats moeten vinden in het specifieke gebied waar het product officieel vandaan komt. Zo moet olie van Kalamata-olijven volledig geproduceerd worden in de Kalamata-regio in Griekenland en mogen alleen lokale olijven gebruikt worden. Een gradatie onder de BOB is de aanduiding Beschermde Geografische Aanduiding (BGA), waarbij de kwaliteit of een specifieke eigenschap aan een regio gekoppeld kan worden. Bij BGA-producten moet minstens één onderdeel van het productieproces in de regio plaatsvinden. Denk hierbij aan Ardenner ham; hoewel dit in de Ardennen wordt geproduceerd komt het vlees niet noodzakelijk van varkens die in de regio gehouden worden. De laatste aanduiding, simpelweg de Geografische Aanduiding (GA), lijkt sterk op de BGA, maar is speciaal voor gedistilleerde dranken en gearomatiseerde wijnen. Net als bij BGA-producten moet er voor producten met het label GA minstens één stap van het productieproces in de regio plaatsvinden. Zo wordt Ierse whiskey gestookt en gedistilleerd in Ierland, maar komen de grondstoffen niet noodzakelijk van Ierse bodem.

Geografische aanduidingen zijn er niet voor niets. De aanduidingen garanderen consumenten dat een product van hoge kwaliteit is en geen namaak. Niet alleen voor de consument zijn er voordelen, ook producenten en de Europese Unie zelf profiteren van geografische aanduidingen. Aangezien geografische aanduidingen het verbieden om producten te maken met een beschermde naam, is er veel vraag vanuit het buitenland naar deze producten en kunnen beschermde producten vaak voor een hogere prijs verkocht worden. Dit werkt bevorderlijk voor de export van goederen met een beschermde status en maakt geografische aanduidingen erg winstgevend.

Conflicten door geografische aanduidingen

Het gebruik van geografische aanduidingen lijkt een nobel idee om lokale, regionale en nationale producten te beschermen, maar in de praktijk leiden de aanduidingen sinds hun intrede herhaaldelijk tot conflicten. De meeste conflicten gaan echter niet over de vraag waar een product officieel vandaan komt. In plaats daarvan ontstaan er conflicten omdat veel beschermde producten gezien worden als te algemeen, waarmee wordt bedoeld dat geografische aanduidingen te vaak duiden op een soort product en niet op een specifiek product. Een bekend voorbeeld hiervan is champagne; officieel mag de drank alleen de naam champagne dragen als het geproduceerd is in de Franse regio met dezelfde naam. In de praktijk associëren we veel alcoholische bubbeldrankjes met champagne, terwijl dat dus eigenlijk geen champagne is. Als je meer wilt weten over politieke kwesties rondom champagne, check dan zeker dit artikel even!

Vooraf aan de introductie van de Griekse geografische aanduiding voor feta in 1996, produceerden meerdere landen, waaronder Duitsland, Frankrijk en Denemarken, hun eigen variant van de kaas. Door de introductie van de geografische aanduiding werden producenten gedwongen om de naam te veranderen, bijvoorbeeld naar ‘witte kaas’. Alleen als feta uit Griekenland komt, mag het dus feta genoemd worden. Niet geheel onverwacht leidde de introductie van de geografische aanduiding tot ontevredenheid bij de landen die ineens geen feta meer mochten produceren, althans, niet onder die naam. Aanvankelijk werd de geografische aanduiding verworpen door het Europees gerechtshof in een rechtszaak die Duitsland en Denemarken aangespannen hadden. De uitspraak werd in 2002 echter ongeldig verklaard door de Europese Commissie en de geografische aanduiding voor feta werd toen officieel van kracht.

Het conflict rommelt nu, twintig jaar na de uitspraak van de Europese Commissie, nog steeds door. In juli van dit jaar herhaalde het Europese Gerechtshof opnieuw dat kaas alleen gelabeld mag worden als feta als het uit Griekenland komt, nadat Denemarken witte kaas liet exporteren aan landen buiten de EU onder de naam ‘feta’. Wees echter niet getreurd over een gebrek aan Deense feta; Denemarken heeft nog steeds een eigen kaas die beschermd wordt door een geografische aanduiding, namelijk de Deense Danablu.

Het bestaan van een geografische aanduiding voor een product betekent overigens geen automatisch succes in de rechtszaal, zoals Italië heeft ondervonden. De relatie tussen Italië en Slovenië is de afgelopen jaren flink verzuurd door een conflict rondom de net zo zure balsamicoazijn. Italiaanse Aceto balsamico di Modena, oftewel balsamicoazijn uit Modena, geniet een beschermde status en mag daarom alleen in Modena en Emilia-Romagna geproduceerd worden onder die naam. Recentelijk kondigde Slovenië echter aan dat het zijn azijnproductie zou standaardiseren waardoor het land ook balsamicoazijn onder die naam zou gaan produceren. Italië was het hier niet mee eens en stapte naar het Europese Gerechtshof, omdat het werd gezien als een bedreiging voor de Italiaanse traditie en, niet geheel onbelangrijk, de markt voor balsamicoazijn die goed is voor ongeveer één miljard euro.

Of deze rechtszaak net zo succesvol zal zijn als die van Griekenland is nog maar de vraag. In 2009, het jaar waarin de geografische aanduiding voor Aceto balsamico di Modena ingevoerd werd, verloren Italiaanse balsamicoazijnmakers meteen een rechtszaak die aangespannen was tegen een Duits bedrijf dat producten verkocht onder de naam Aceto balsamico. Het Europese Gerechtshof oordeelde dat de naam Aceto een algemeen woord is, het is immers gewoon het Italiaanse woord voor azijn, en dat balsamico een woord is om azijn met een bitterzoete smaak te omschrijven. Om die reden werd besloten dat enkel de naam Aceto balsamico di Modena beschermd wordt door de geografische aanduiding, maar dat die bescherming niet geldt voor Aceto of voor balsamico. In de huidige rechtszaak tegen Slovenië is nog geen uitspraak gedaan, maar het is aannemelijk het Gerechtshof eenzelfde uitspraak zal doen als in de zaak tegen Duitsland.

War on Terroir

Waar de grens ligt tussen algemene productnamen en specifieke namen blijft dus vaag. Immers, waarom is balsamicoazijn algemeen, maar feta specifiek voor Griekse witte kaas? Deze onduidelijkheid wordt ook regelmatig bekritiseerd van buiten de Europese Unie. Met name de Verenigde Staten hebben herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat er weinig bereidheid is om de geografische aanduidingen te respecteren. Dit conflict wordt ook de War on Terroir ­genoemd. Het woord ‘terroir’ verwijst naar het verband tussen de locatie waar een specifiek product geproduceerd wordt en zijn kwaliteit, bijvoorbeeld dat enkel druiven uit Champagne geschikt zijn om champagne mee te maken. Het probleem voor de VS is dat veel producten die beschermd worden door een geografische aanduiding in de VS geproduceerd worden voor de Amerikaanse consument. Door geografische aanduidingen worden Amerikaanse producenten gedwongen om nieuwe namen te bedenken voor bekende producten als champagne, port en parmaham, omdat deze namen beschermd worden.

Zoals eerder gezegd is het doel van geografische aanduidingen om traditionele producten te beschermen en de kwaliteit te waarborgen. De kritiek vanuit de VS trekt het belang van de regio in het produceren van producten in twijfel. Is feta echt van betere kwaliteit als het wordt gemaakt in Griekenland in plaats van in Denemarken? Volgens de Europese Unie worden traditionele producten door geografische aanduidingen beschermd tegen namaak en fraude, maar in de VS worden geografische aanduidingen vooral gezien als een vorm van Europees protectionisme, waardoor er geen ruimte is voor concurrentie. Het feit dat een product van origine uit een Europese staat komt, betekent niet noodzakelijk dat het enkel daar geproduceerd mag worden, aldus de VS. Is een product immers echt van betere kwaliteit als het productieproces exact hetzelfde is, maar de locatie waar een product geproduceerd wordt anders is?

Onderdeel van de Amerikaanse kritiek is, naast protectionisme, het feit dat sommige producten die beschermd worden door geografische aanduidingen vaak gezien worden als algemene producten. Denk hierbij aan Parmezaanse kaas die we vaak over onze pasta strooien. Parmezaanse kaas mag officieel alleen uit de regio’s rond Parma in Italië komen. In de VS wordt Parmezaanse kaas, of eigenlijk kaas die hiermee te vergelijken is, geproduceerd door Kraft. Officieel mag deze kaas geen Parmezaanse kaas genoemd worden en zelfs Parmesan-style cheese is niet toegestaan, waardoor het voor Amerikaanse producenten lastig is om producten een naam te geven, als ze zich al houden aan de geografische aanduidingen.

De toekomst van geografische aanduidingen

We kunnen stellen dat de introductie van geografische aanduidingen door de Europese Unie in veel opzichten zeer succesvol is. Immers, veel producten die beschermd worden door een geografische aanduiding zijn wereldwijd immens populair. Producten als champagne, feta, whiskey en Goudse kaas zijn algemene begrippen geworden over de hele wereld. Precies daar zit nu ook juist het probleem; doordat veel beschermde producten erg populair zijn, worden ze steeds vaker gezien als algemene producten. Parmezaanse kaas wordt niet noodzakelijk geassocieerd met het feit dat het geproduceerd wordt in de Italiaanse Parmaregio, maar wordt in plaats daarvan gezien als een aparte kaassoort. Net als feta overigens, dat gezien wordt als een ander product dan witte kaas, terwijl de kans groot is dat de verschillen tussen beiden minimaal zijn.

Deze veralgemenisering zorgt ervoor dat het steeds lastiger wordt om geografische aanduidingen te onderhouden en dus kan je je afvragen of het wel zo streng moet zijn als het nu is. Als aceto balsamico een algemeen begrip is en alleen beschermd wordt door de toevoeging di Modena, kunnen we dat dan niet ook met andere producten doen? Zoals de term “geografische aanduidingen” eigenlijk al aangeeft, zouden de namen van beschermde producten een verwijzing naar de plaats van origine moeten bevatten. Bestaande voorbeelden hiervan zijn Tiroler Speck en Camembert de Normandie. Misschien wordt het tijd om de huidige geografische aanduidingen eens opnieuw te bekijken en aan te scherpen zodat de term Parmigiano Reggiano beschermd blijft, maar “Parmezaanse kaas” toegankelijker wordt.

Sabine Herder doet een master Crisis and Security Management aan Universiteit Leiden met een specialisatie Intelligence and National Security. Hiervoor heeft ze een bachelor Liberal Arts and Sciences met een hoofdrichting in Internationale Betrekkingen gedaan.

Beeld: Shutterstock