Democratie en Rechtsstaat

De Europese Unie als winnaar van de Nobelprijs

We maken de balans op van een decennium van de EU als Nobelprijswinnaar.

Op 10 december 2022 is het precies tien jaar geleden dat de Europese Unie de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst mocht nemen. De reden hiervoor was dat de EU zich al zes decennia inzet voor het promoten van “vrede, verzoening, democratie en mensenrechten”, waardoor Europa is getransformeerd van een continent waar oorlog wordt gevoerd tot een continent waar vrede heerst. De voormalig voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, stelde dat de prijs voor alle inwoners van de EU was. Eigenlijk zijn we dus allemaal winnaars van de Nobelprijs, op papier tenminste. Een decennium na ontvangst van de Nobelprijs is het tijd om de balans op te maken; hoe staat het er nu voor met de zaken waar de EU tien jaar geleden zo om geprezen werd en is de Nobelprijs eigenlijk nog steeds terecht?

De Nobelprijs in 2012

Hoewel de Nobelprijs meestal aan individuen uitgereikt wordt, was de Europese Unie in 2012 de grote winnaar. Dit leidde meteen naar de uitreiking tot zeer verdeelde reacties. Waar sommigen vonden dat het hoog tijd was voor meer erkenning van de Europese prestaties op het gebied van democratie en mensenrechten, waren anderen van mening dat het te laat was, of zelfs volledig onterecht. De timing kan inderdaad als een beetje ongelukkig gezien worden. In 2012 had de EU te maken met een economische crisis, waarbij vooral veel Zuid-Europese landen, waaronder Griekenland, te maken hadden met enorme schulden die zorgden voor veel verdeeldheid tussen EU-lidstaten. Verder meenden critici dat de EU helemaal geen recht had op de Nobelprijs. Immers, er was toch geen oorlog op het Europese continent de afgelopen zestig jaar? Gedurende de Koude Oorlog was het Europese continent verdeeld tussen Oost en West en, niet te vergeten, in de jaren negentig woedde er een hevige oorlog in het voormalig Joegoslavië waarbij veel slachtoffers vielen.                                                                                

In deze kritiek worden veel belangrijke prestaties van de Europese Unie echter vergeten. De voorganger van de EU, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) werd na de Tweede Wereldoorlog, in de jaren vijftig, gevormd. Hoewel dit voornamelijk een economisch verbond was, zaten er ook politieke beweegredenen achter de oprichting. Controle over kolen en staal, twee belangrijke bronnen voor militarisering, zorgde ervoor dat conflicten beëindigd werden. De belangrijkste hiervan was het eeuwenlange conflict tussen Frankrijk en Duitsland. Denk bijvoorbeeld even terug aan de Frans-Duitse oorlog van 1870, die hiermee beëindigd werd. De vrede tussen Frankrijk en Duitsland duurt nog steeds voort.

Daarnaast droeg het verbond bij aan het verspreiden van democratie over het continent, omdat verscheidene landen een nieuwe weg in waren geslagen op politiek gebied door zich te distantiëren van hun verleden met dictators en fascisme. Griekenland, waar een militaire junta de dienst uitmaakte tot 1974, was de eerste voormalige dictatuur die zich aansloot bij de voorganger van de EU aan het begin van de jaren tachtig. Snel volgde Spanje, een land dat van 1939 tot 1978 gebukt ging onder het dictatoriale regime van Franco en Portugal dat ook lange tijd een dictatuur was onder leiding van Salazar en Caetano. Na de val van de Berlijnse muur assisteerde de Europese gemeenschap eveneens in de Duitse eenwording en werden voormalig Sovjetstaten geholpen in de democratische transitie, waarna veel van deze landen ook lidmaatschap van de EU verkregen, waaronder de Baltische staten.  

Hoe staat de Europese Unie er nu voor?

Ondertussen is het dus alweer tien jaar geleden dat de Europese Unie de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen heeft en in die tijd is er veel gebeurd, wat kan leiden tot twijfel over de vraag of de EU de Nobelprijs wel verdiend heeft. Neem bijvoorbeeld de Brexit; in 2016 besloten de Britten dat ze uit de EU wilden stappen, wat uiteindelijk, op 31 januari 2020, ook daadwerkelijk gebeurde. Gevreesd werd dat meer landen het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk zouden volgen, wat op zijn beurt zou leiden tot verbrokkeling van de EU. Tot nu toe lijkt dit echter nog niet het geval. Hoewel meerdere landelijke politieke partijen felle tegenstanders zijn van de EU, zijn er nog geen bewegingen opgekomen die zo groot zijn als die in het Verenigd Koninkrijk. Het is ook belangrijk om te onthouden dat de dreigende Grexit, waar men in 2012 voor vreesde, er nooit van gekomen is. Daarnaast heeft de oorlog in Oekraïne ook getoond dat lidmaatschap van de EU ook erg waardevol kan zijn en veiligheid met zich mee kan brengen.

Thorbjørn Jagland, destijds de voorzitter van het Nobelcomité, prees de EU voor haar prestaties en waarschuwde tegelijkertijd dat ineenstorting van de EU zou leiden tot een “heropleving van het extremisme en nationalisme dat vroeger zoveel afschuwelijke oorlogen veroorzaakt heeft.” Hoewel de EU nog steeds springlevend is, kan dat ook gezegd worden over het nationalisme en populisme. Kijk bijvoorbeeld naar de recente verkiezingen in Zweden en Italië, waar nationalistische, extreemrechtse partijen aan de macht zijn gekomen. Ook in veel andere Europese landen neemt de steun voor zulke partijen al jaren toe, denk hierbij aan de groei van Front National in Frankrijk en de PVV in Nederland.

Ook over de belangrijke rol die de EU speelt in het promoten van mensenrechten en democratie valt te discussiëren. In Hongarije lijkt het regime van president Orbán steeds meer autoritaire kenmerken te vertonen, waarin het steeds moeilijker wordt voor de oppositie om invloed uit te oefenen en Orbán zelf juist zijn macht over de Hongaarse instituties kan uitbreiden. Daarnaast is er in 2021 een wet ingevoerd die ‘homoseksuele en transseksuele propaganda’ verbiedt, wat een bedreiging vormt voor de vrijheid van meningsuiting en een gevaar vormt voor de persoonlijke ontwikkeling van jongeren die deel uitmaken van de LHBTIQ+-gemeenschap. Ook in Polen worden de rechten van de LHBTI-gemeenschap bedreigd, bijvoorbeeld door het bestaan van LHBTIQ+-vrije zones, gemeentes waar leden van de gemeenschap niet verwelkomd worden. Deze ontwikkelingen worden sterk veroordeeld vanuit de EU en hebben ertoe geleid dat Polen en Hongarije geen onvoorwaardelijke financiële steun meer ontvangen.

De mensenrechtenkwestie beperkt zich echter niet tot Hongarije en Polen, denk bijvoorbeeld aan de manier waarop er in ‘Fort Europa’ omgegaan wordt met vluchtelingen. Dit wordt dichtbij huis, in Ter Apel, al zichtbaar, aangezien er afgelopen zomer honderden vluchtelingen in erbarmelijke omstandigheden in het opvangcentrum moesten verblijven. In andere delen van Europa worden vluchtelingen ook geweigerd en worden ze gedwongen om terug te keren naar hun land van herkomst.

De laatste, en misschien wel meest voor de hand liggende, reden waarom de Nobelprijs nu ongelukkig lijkt, is het feit dat Europa op dit moment geen continent is waar vrede heerst. Hoewel de oorlog in Oekraïne officieel geen oorlog binnen de EU is, worden veel Europese landen wel geraakt door de oorlog en lijkt de EU vooralsnog geen hoofdrol te kunnen spelen in vredesonderhandeling. Alles bij elkaar genomen schetst dit geen rooskleurig beeld van de EU.

Een positieve noot om mee te eindigen

Zo opgesomd ziet het er niet uit alsof de EU de Nobelprijs echt verdiend heeft, maar laten we niet vergeten dat de EU ook veel goeds gebracht heeft. In dit artikel is er aandacht geschonken aan de nare dingen die we nu doormaken in Europa, maar het is eveneens belangrijk om ons te richten op dingen die wel goed gaan. Hoewel de democratie in sommige lidstaten bedreigd wordt, zijn er ook veel landen die zich nog steeds succesvol hebben gekeerd tegen hun autocratische verleden, zoals Griekenland en Spanje. Daarnaast breidt de EU zich nog steeds verder uit; begin 2023 zal ook Kroatië de euro als officiële munteenheid mogen gebruiken en staan er nog verschillende landen, zoals Albanië en Montenegro, in de wachtrij om lid te worden. Ook voor ons als burgers is het leven in de EU zo verkeerd nog niet. We kunnen vrij reizen over het continent, werken en studeren in een ander Europees land en we kunnen overal terecht met onze euro. Na al die jaren is de Europese Unie nog steeds een uniek samenwerkingsverband, wat hopelijk nog lange tijd zal blijven bestaan. Samen sta je immers nog steeds sterker dan alleen. 

Sabine Herder doet een master Crisis and Security Management aan Universiteit Leiden met een specialisatie Intelligence and National Security. Hiervoor heeft ze een bachelor Liberal Arts and Sciences met een hoofdrichting in Internationale Betrekkingen gedaan.

Beeld: Shutterstock

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *