Social Media: Een Bedreiging voor de Democratie?
Hoe sociale media de Europese Parlementsverkiezingen beïnvloeden.
Dit jaar (2024) is een bijzonder belangrijk jaar voor verkiezingen. Een totaal van 64 nationale verkiezingen vinden dit jaar plaats, die samen 49% van de wereldbevolking vertegenwoordigen. En dan hebben we ook nog de Europese Parlementsverkiezingen. Als er ooit een moment was om strenger op te treden tegen de regulering van sociale media met betrekking tot verkiezingscontent, dan is het dit jaar wel. De wereld is niet helemaal onbekend met de gevaren die de opkomst van sociale media met zich heeft meegebracht. In 2016 vonden er enorm veel desinformatiecampagnes plaats tijdens de Amerikaanse verkiezingen, wat een van de redenen was voor de overwinning van voormalig president Donald Trump. Het land loopt het risico dit jaar met een vergelijkbare situatie te worden geconfronteerd.
Sociale media zijn vaker ingezet om verkiezingen te beïnvloeden door zowel democratische als antidemocratische regeringen, zowel binnen hun eigen landen (VS, Groot-Brittannië, China) als met de bedoeling buitenlandse verkiezingen te beïnvloeden (zoals China en Rusland). Dit kan snel leiden tot een rampzalige mindset: kunnen er vrije en eerlijke verkiezingen bestaan in een wereld waarin sociale media nu ons leven domineren? Kort gezegd is het antwoord op deze vraag “ja”, mits de juiste maatregelen worden genomen. Sterker nog, sociale media kunnen wel degelijk ook een positief effect hebben op onze democratische processen als ze correct worden gebruikt. Hoe wil de Europese Unie (EU) de kwestie van sociale media beheren in deze komende verkiezingsperiode, wat zijn de risico’s en wat zijn de beloningen?
Hoe beïnvloedt sociale media verkiezingen?
De inzet van sociale media als symbolisch wapen bij verkiezingen brengt onder andere risico’s met zich mee omtrent buitenlandse interventie, zoals het voorbeeld van Russische betrokkenheid bij zowel de Amerikaanse verkiezingen van 2016 als de Brexit-campagne, en het gebruik van microtargeting-technieken via reclame om het publiek op individueel niveau op sociale media te beïnvloeden. In 2021 publiceerde de Europese Commissie een studie over de impact van nieuwe technologieën op vrije en eerlijke verkiezingen (Study on the impact of new technologies on free and fair elections), dat een verzameling analyses bevat die de verschillende manieren uiteenzetten waarop technologie, inclusief sociale media, kan worden gebruikt om verkiezingen te beïnvloeden en hoe dit de democratische processen en transparantie binnen de regio beïnvloedt. Het rapport is erg lang, maar enkele hoogtepunten van de artikelen die relevant zijn voor dit artikel worden hieronder vermeld.
- In een rapport dat de impact van microtargeting op sociale media analyseert in Duitsland tijdens de parlementsverkiezingen van 2019, werd microtargeting gedefinieerd als “een strategisch proces bedoeld om kiezers te beïnvloeden aan de hand van directe overdracht van stimuli, die worden gevormd op basis van de voorkeuren en kenmerken van een individu”. Dit gebeurt door gebruik te maken van de persoonlijke online gegevens van kiezers (zoals hun online betrokkenheid), wat vervolgens gerichte campagne-advertenties mogelijk maakt. Het rapport concludeerde dat de tactiek niet volledig werd uitgevoerd en dat de gegevens die door de sociale mediaplatforms werden verstrekt, niet altijd betrouwbaar waren. Het vond ook dat dit kon worden beheerd door transparant te zijn tegenover kiezers over gegevensverzameling of kiezers meer zeggenschap te geven over hun persoonlijke gegevens.
- Een ander rapport probeert “de rol van sociale media providers en targeters als gezamenlijke verwerkers (joint controllers) van persoonsgegevens te verduidelijken”, met behulp van de nieuwe General Data Protection Regulation (GDPR) richtlijnen (de strengste wetgeving inzake gegevens regulering, ontworpen om beperkingen op te leggen aan organisaties ter bescherming van persoonsgegevens). Het rapport legt de risico’s uit die in de richtlijnen worden uiteengezet, met name met betrekking tot hoe de gegevens van individuen worden verzameld, terwijl het een overzicht geeft van de targeting mechanismen die worden gebruikt om verantwoordelijkheid en legaliteit van de eerder genoemde gezamenlijke verwerkers te begrijpen. Het presenteert ook de risico’s uiteengezet in de richtlijnen om de verplichtingen te begrijpen die aan gezamenlijke verwerkers zijn opgelegd door de GDPR.
- Dit rapport analyseert hoe Online Political Microtargeting (OPM) nog niet volledig is ingezet in Europa, hoewel de tactiek (ontwikkeld in de VS) wel wordt gezien als een soort inspiratie. Het merkt op dat OPM het doel heeft de democratie te versterken door meer kiezers te betrekken. Het merkt echter op dat sociale mediaplatforms haast een monopolie hebben over de gegevens die kunnen worden gebruikt in deze OPM-strategieën. Ze merken ook op dat OPM gebrek aan transparantie heeft en kiezers kan misleiden over de doelstellingen van de partij. Dit rapport concludeert ook dat de GDPR de dreiging van OPM en sociale media zal voorkomen om te groeien tot de hoogte van wat het is geworden in de VS.
Hoe wil de EU het gebruik/misbruik van sociale media reguleren?
Een van de grootste gevaren van het gebruik van sociale media bij verkiezingen is het misbruik van gerichte politieke advertenties om kiezers te beïnvloeden, wat een ondemocratisch effect kan hebben op verkiezingen. Naast de impact op transparantie wordt deze toepassing van persoonlijke gegevens om de stemvoorkeur van burgers te beïnvloeden, niet altijd legaal uitgevoerd. Natuurlijk heeft de snelheid waarmee sociale media zich in het afgelopen decennium heeft ontwikkeld, de grens van de legaliteit vervaagd, waardoor de EU zich genoodzaakt ziet om een inhaalslag te maken in een poging regelgeving te creëren ter bescherming van EU-burgers. Studies tonen aan dat het percentage sociale mediagebruikers wereldwijd varieert tussen ongeveer 61-66%. Sociale media hebben een groot bereik over de kiezers populatie en hebben organisaties, bedrijven, regeringen, enzovoort, meer toegang dan ooit gegeven tot onze persoonlijke gegevens. Zoals het moderne gezegde gaat: “Als je niet betaalt voor het product, ben je het product”, en omdat de meeste sociale mediaplatforms gratis zijn, is dit gezegde op hen van toepassing. De EU streeft ernaar de immorele toegang en het gebruik van gegevens van burgers te verminderen, met name op het gebied van democratische instellingen.
In afwachting van de komende verkiezingen hebben alle drie de takken van de EU (het Parlement, de Commissie en de Raad) hun zorgen geuit over het voorkomen van misbruik van sociale media tijdens verkiezingscampagnes. Transparantie is een van de kernwaarden van de EU. Er kan geen democratie zijn zonder transparantie, daarom is er een verhoogde focus geweest op gerichte politieke advertenties binnen verkiezingen. De EU heeft geprobeerd dit te corrigeren door gegevens reguleringsystemen te implementeren, zoals de eerder genoemde GDPR (2018) en de Digital Services Act (2022), die tot doel hebben illegale online activiteiten te voorkomen en de verspreiding van desinformatie tegen te gaan. Het Parlement en de Raad hebben op basis van deze nieuwe wetten een politieke overeenkomst bereikt waarbij een regelgevend systeem zou worden geïmplementeerd met betrekking tot de transparantie van politieke reclame. Deze nieuwe regels zullen het gebruik van sociale media in verkiezingscampagnes vergroten en transformeren en zullen proberen schadelijke gerichte politieke advertenties te belemmeren. Bijvoorbeeld, door deze nieuwe regelgeving moeten politieke advertenties op internet als zodanig worden gelabeld en moet worden bekendgemaakt wie ervoor heeft betaald. Bedrijven zullen mogelijk proberen mazen in de wet te vinden om deze beperkende regels te omzeilen, maar intussen zullen ze burgers in staat stellen sociale media te gebruiken als platform voor informatie, in plaats van slachtoffers te worden van gerichte politieke advertenties die niet in het belang van het publiek zijn.
De voordelen van sociale media in verkiezingscampagnes
Sociale media kunnen ook veel voordelen hebben bij het aantrekken van de aandacht van het publiek tijdens verkiezingscampagnes. Een Eurostat-statistiek toont aan dat in 2022 96% van de jongeren (16 tot 29 jaar) in de EU dagelijks internet gebruikt. Dit betekent dat internetplatforms (zoals sociale media) het grootste potentieel hebben om Europese jongeren te bereiken, te informeren en te beïnvloeden. De Europese Parlementsverkiezingen zijn vaak een vrijwel onbekend concept voor de gemiddelde jonge EU-burger vanwege de complexiteit en het feit dat het moeilijk kan zijn om betrokken te raken bij een multi-gouvernementeel orgaan zoals de EU. De opkomst bij Europese Parlementsverkiezingen is consistent laag geweest in de afgelopen twee decennia, met de laagste opkomst in 2014 (42,61%). Hoewel er in 2019 een stijging was in de opkomst (50,62%), blijven de cijfers een algemene desinteresse in de Europese politiek en democratische processen weerspiegelen. Sociale media hebben de kans dit te veranderen door bewustwording te creëren over hoe individuele burgers direct invloed kunnen uitoefenen op de beleidsbeslissingen die worden genomen door de EU.
Met de EU die sterke stappen onderneemt om het misbruik van sociale media in politieke campagnes te beheren en vrije en eerlijke verkiezingen af te dwingen, wil ik dit artikel graag afsluiten met een positieve anekdote. Een paar weken geleden begon mijn jongere zus, die net de stemgerechtigde leeftijd heeft bereikt (18 in Frankrijk), me vragen te stellen over het Europees Parlement: wat de verkiezingen zijn en hoe de EU in het algemeen werkt. Ik vroeg haar wat haar plotselinge interesse had geïnspireerd, en ze antwoordde dat zij en haar vrienden Instagram-reels hadden uitgewisseld van de pagina van het Europees Parlement, waarbij ze beschaamd opmerkte dat “we niet weten wat het betekent, maar we willen zeker stemmen”. Het social media team van het Europees Parlement heeft een strategie aangenomen om video’s te maken die aansluiten bij populaire trends op sociale media om aandacht te krijgen binnen het Instagram-algoritme. Dit is duidelijk een succesvolle tactiek, aangezien het, in zeer concrete gevallen zoals deze, jongeren heeft aangemoedigd een discussie te voeren over de EU en de komende verkiezingen. Hopelijk kunnen we, dankzij het (ethische) gebruik van sociale media, dit jaar een hogere opkomst verwachten.
Dalia Michaud heeft een bachelor in politicologie en geschiedenis van de Universiteit van Toronto en volgt momenteel een masteropleiding internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht.
Beeld: Shutterstock