Verkiezingen

Transnationale partijlijsten: wat zou de impact ervan zijn?

Transnational Party Lists: What would be the impact of it? - Shaping Europe

Een Europeser Europees Parlement?

Stel je voor dat je gaat stemmen bij de Europese Parlementsverkiezingen en deelneemt aan een uiting van democratie samen met anderen uit nog 26 andere landen. Maar in plaats van alleen te kunnen stemmen op partijlijsten om te helpen bepalen hoe de zetels van jouw land in het Europees Parlement worden verdeeld, kun je ook stemmen op een partijlijst die bestaat uit kandidaten uit de hele Europese Unie (EU).

Dit idee, het gebruik van transnationale partijlijsten, bestaat sinds de jaren 1990 – ingevoerd is het desalniettemin nog niet. De invoering zou een meer democratisch Europees Parlement creëren dat ruimte biedt voor meer op de EU gerichte perspectieven. Het idee wordt echter ook bekritiseerd omdat het ingaat tegen de nationale soevereiniteit van lidstaten en onverenigbaar zou zijn met de bestaande vormen van nationale vertegenwoordiging binnen de EU. Het is daarom de moeite waard om zowel naar de beweging voor transnationale partijlijsten te kijken als naar de argumenten tegen hun invoering, om beter te begrijpen of zo’n verandering zou leiden tot een meer ‘Europees’ Europees Parlement.

Geschiedenis van de beweging voor transnationale partijlijsten

Het idee van transnationale partijlijsten heeft zijn oorsprong in de jaren 1990. Het Anastassopoulos-rapport uit 1998 van het Europees Parlement opperde het idee dat 10% van de leden van het Europees Parlement gekozen zou kunnen worden uit transnationale partijlijsten. Maar wat betekent dit eigenlijk?

Volgens een artikel uit 2018 van Renew Europe (een van de fracties binnen het Europees Parlement) zouden transnationale lijsten de nationale lijsten niet vervangen, maar naast deze bestaan. Daarom zouden kiezers op twee kandidaten kunnen stemmen – één van hun nationale lijsten en één van hun transnationale lijsten. De transnationale lijsten zouden worden samengesteld door de verschillende groepen binnen het Europees Parlement en zouden kandidaten bevatten uit de hele EU. De verschillende groepen binnen het Europees Parlement concurreren dan met elkaar om een deel van de zetels binnen het Europees Parlement te bemachtigen die zijn gereserveerd voor transnationale kandidaten.

Bijvoorbeeld, bij Europese Parlementsverkiezingen waarbij transnationale partijlijsten worden gebruikt, zou je kunnen stemmen op zowel een nationale lijst als een transnationale lijst. De nationale lijst zou bestaan uit nationale partijen uit jouw eigen land. Een Nederlandse kiezer zou bijvoorbeeld kunnen stemmen op GroenLinks, D66 of VVD, terwijl een Franse kiezer zou kunnen stemmen op La République en Marche, Rassemblement National of Les Républicains. Beide kiezers kunnen daarnaast stemmen op een van de groepen binnen het Europees Parlement, die tezamen de transnationale partijlijst vormen. De Nederlandse kiezer zou bijvoorbeeld kunnen stemmen op de Europese Volkspartij, terwijl de Franse kiezer zou kunnen stemmen op Renew Europe. De kandidaten van deze lijsten zouden worden voorgedragen door deze groepen en komen waarschijnlijk niet uit het land van de kiezer. Zo kunnen kiezers zowel voor nationale vertegenwoordiging als voor een grotere Europese vertegenwoordiging van hun politieke opvattingen binnen het Europees Parlement stemmen.

Het idee van transnationale partijlijsten bleef echter slechts een idee. Het gebruik van transnationale lijsten werd herhaaldelijk voorgesteld van 2011 tot 2013 in het Duff-rapport, opgesteld door een Brits lid van het Europees Parlement. Dit rapport werd echter nooit in stemming gebracht vanwege onvoldoende steun binnen het Europees Parlement, mede door de Europese Volkspartij. Na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU als gevolg van het Brexit-referendum, rees de vraag wat te doen met de 73 Britse zetels in het Europees Parlement. In januari 2018 uitten zuidelijke EU-landen en Ierland steun voor het idee van transnationale lijsten, omdat zij geloofden dat dit de democratie binnen de EU zou kunnen versterken en zou kunnen helpen om burgers politiek te verenigen in de regio. In 2019 sprak ook de Franse president Emmanuel Macron zich uit voor de invoering van transnationale partijlijsten.

Het idee van transnationale partijlijsten werd echter tegengehouden in het Europees Parlement in februari 2018 tijdens een plenaire vergadering (wanneer het Europees Parlement als geheel bijeenkomt om te debatteren en te stemmen) vanwege tegenstemmen van onder andere de Europese Volkspartij, de Europese Conservatieven en Hervormers, Europa voor Vrijheid en Directe Democratie (die niet langer als groep bestaat) en Europees Unitair Links/Noords Groen Links. Voor meer informatie over welke groepen er zijn en hoe ze werken in het Europees Parlement, kun je dit artikel bekijken. Het is vermeldenswaardig dat begin 2020 werd besloten dat van de 73 Britse zetels in het Europees Parlement er 27 zouden worden herverdeeld naar andere EU-lidstaten en de andere 46 zouden worden gereserveerd voor eventuele nieuwe lidstaten in de toekomst.

Argumenten tegen transnationale partijlijsten

De argumenten tegen transnationale partijlijsten kunnen worden gezien als representatief voor het bredere debat tussen supranationale en intergouvernementele aspecten met betrekking tot de aard en toekomst van de EU. Aan de supranationale zijde geloven ze dat de EU meer macht en invloed moet hebben dan de nationale regeringen van de lidstaten en worden transnationale partijlijsten gezien als een positieve en noodzakelijke verandering en versterking. Aan de andere kant geloven aanhangers van de intergouvernementele zijde dat de EU voornamelijk een samenwerking tussen nationale regeringen van lidstaten moet zijn. Zij zien transnationale partijlijsten eerder als onnodig of zelfs schadelijk.

De Raad van de EU, bestaande uit relevante regeringsministers van elk van de EU-lidstaten, verklaarde eind 2022 bijvoorbeeld dat de oppositie van de meeste lidstaten verband hield met “ernstige zorgen over het respect voor de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid met betrekking tot bepalingen die gericht zijn op het vaststellen van een uniforme procedure in alle lidstaten”. Met andere woorden, de Raad van de EU uitte bezorgdheid over dat door het voorstellen van verkiezingshervormingen zoals transnationale partijlijsten, het Europees Parlement ingaat tegen de intergouvernementele aspecten van de Europese Unie.

De EVP-groep, een van de facties binnen het Europees Parlement en momenteel de grootste, betoogde in 2018 dat “transnationale lijsten noch Europees noch democratisch zijn”. Ze betoogden dat transnationale partijlijsten “de band tussen [leden van het Europees Parlement] en hun kiezers zouden verzwakken”. De EVP vreest dat het moeilijker zou zijn om leden van het Europees Parlement verantwoordelijk te houden voor hun beslissingen als zij worden gekozen door kiezers uit de hele EU in plaats van slechts één lidstaat. Ze betoogden ook dat het hebben van transnationale partijlijsten “populisten zou versterken”, omdat zij “degenen zijn die profiteren van het gebrek aan toezicht van een gedefinieerd electoraat”. Het is belangrijk om te vermelden dat de EVP een van de conservatieve groeperingen binnen het Europees Parlement is en daarom eerder kritisch staat tegenover het invoeren van transnationale partijlijsten, aangezien dit een grote institutionele verandering zou betekenen.

Het is het vermelden waard dat er zelfs argumenten tegen transnationale partijlijsten zijn vanuit de hoek van degenen die voorstander zijn van een federaal Europa, wat betekent dat de EU meer een federaal overheidsorgaan zou worden (‘de Verenigde Staten van Europa’), vergelijkbaar met dat van de Verenigde Staten van Amerika. Een van deze argumenten is dat transnationale partijlijsten “het nationale karakter” van de Europese Parlementsverkiezingen zouden kunnen versterken. Dit zou komen doordat kiezers stemmen met een ‘Europese’ denkwijze als het gaat om de transnationale partijlijst en met een ‘nationale’ denkwijze als het gaat om hun nationale partijlijsten. In plaats van transnationale partijlijsten wordt betoogd dat de focus zou moeten liggen op transnationale, Europese partijen.

Zouden transnationale partijlijsten het Europees Parlement meer Europees en democratisch maken?

Na alles hierboven te hebben overwogen, is het de moeite waard om te vragen of het introduceren van transnationale partijlijsten het Europees Parlement meer Europees en democratisch zou maken.

Het hebben van een transnationale partijlijst naast nationale lijsten zou de democratie binnen de EU kunnen verbeteren door kiezers het gevoel te geven dat hun stem ertoe doet binnen een van de wetgevende instellingen van de EU. Ze zouden kunnen stemmen op een manier die duidelijker overeenkomt met wat ze vinden over de richting van de Europese politiek. Dit zou op zijn beurt kunnen bijdragen aan het bevorderen van het idee dat mensen in de hele EU zich actief zien als niet alleen burgers van hun eigen landen, maar ook als burgers van een grotere internationale organisatie.

Transnationale partijlijsten zouden de verantwoordelijkheid van EU-parlementariërs niet per definitie verminderen of een nationale mentaliteit bevorderen, zoals gevreesd, als ze worden gebruikt naast nationale lijsten. Ten eerste zouden leden van de EU nog steeds verantwoording moeten afleggen aan hun nationale kiezers als ze van een nationale lijst werden gekozen, of aan hun bredere Europese achterban als ze van een transnationale lijst werden gekozen. Ten tweede is er enig bewijs dat Europese Parlementsverkiezingen al als minder belangrijk worden beschouwd, waarbij degenen die wel stemmen vaak tegen de regerende partij van hun land stemmen om hun afkeuring te uiten (de zogenaamde tweede-orde verkiezingen). Transnationale partijlijsten zouden dit verhaal kunnen veranderen door te helpen Europese Parlementsverkiezingen te presenteren als niet alleen een andere manier voor burgers om hun mening te uiten over de politiek van hun nationale regering, maar ook als een manier om de koers van een grotere politieke unie te helpen vormgeven.

Doch, ondanks dit alles, kan niet gezegd worden dat transnationale partijlijsten op zichzelf niet in staat zijn om de democratie en de betrokkenheid van mensen binnen de EU te vergroten. Ze kunnen zeker een belangrijk onderdeel zijn van een oplossing die andere initiatieven bevat, zoals meer bereik en educatie over de EU en grotere betrokkenheid van jongeren. Op deze manier kunnen transnationale partijlijsten helpen het Europees Parlement en de EU als politiek bestuursniveau meer ‘Europees’ en democratisch te maken.

Viktoria heeft haar bachelor Languages and International Relations behaald aan de University of Greenwich in Londen, Verenigd Koninkrijk. Momenteel doet ze een master  European Union Studies aan de Universiteit Leiden.

Beeld: Shutterstock