Verkiezingen

In gesprek met Raquel García Hermida-Van der Walle (D66): “De Unie moet politieker, niet technocratischer of ambtelijker”

In gesprek met Raquel García Hermida-Van der Walle (D66): “De Unie moet politieker, niet technocratischer of ambtelijker” - Shaping Europe

Een interview met Raquel García Hermida-Van der Walle, nummer 2 op de lijst van D66 voor de Europese Parlementsverkiezingen van 2024.

In haar introductie benoemt Raquel García Hermida-Van der Walle direct dat haar lange naam ook haar verhaal vertelt. Ze is geboren en getogen in de Spaanse hoofdstad Madrid, maar Nederlander en Friezin “door keuze” en Europeaan “van overtuiging”. Dat laatste is voor haar een van de grootste motivaties om zich voor de tweede keer te kandideren voor het Europees Parlement. In 2019 stond zij op plek 8 op de lijst van D66 en deze verkiezingen staat ze op een “zeer eervolle plek 2”. Haar politieke rolmodellen zijn de vrouwelijke leiders van de Republikeinse beweging in Spanje uit de jaren dertig. Ondanks dat er niet altijd ideologische overeenstemming is, bewondert ze de onuitputtelijke strijd die deze vrouwen leverden voor de democratische waarden. Ook voor de standvastigheid in normen en waarden van Angela Merkel heeft García Hermida-Van der Walle bewondering.

D66 in Europa

García Hermida-Van der Walle beschrijft de “onvoorwaardelijke pro-Europese houding van de partij” en “het internationaal denken en handelen vanaf de oprichting”. Dit was haar belangrijkste reden om zich aan te sluiten bij D66. Daar waar meerdere partijen op het politieke spectrum een eurosceptische houding aannemen en ook de middenpartijen een wat behoudendere opstelling hebben richting Europa, beschrijft ze D66 als een partij die “altijd pal achter onze Europese Unie staat”, ook als het aankomt op de versterking en eventuele uitbreiding van de Europese Unie (EU). García Hermida-Van der Walle vertelt dat D66 niet alleen gelooft in de EU als een economische eenheid, maar ook als een gemeenschap van waarden en normen waarvan alle Europeanen profijt hebben. 

“Wij geloven in de Unie. Niet alleen als een economische eenheid, maar ook als een gemeenschap van waarden en normen, en wij geloven dat alle Europeanen, of zij nu in de Unie of buiten de Unie zitten, profijt zullen hebben van de Unie [..].”

García Hermida-Van der Walle is het stellig oneens met de kritiek dat D66 de focus te veel verlegt van Brussel naar Den Haag. Ze legt uit dat D66 vanzelfsprekend veel te doen heeft gehad met de landelijke politiek, omdat de partij deel uitmaakte van een kabinet. Desalniettemin heeft de partij zich ook als regeringspartij in de basishouding erg gericht op Europa. “Sterker nog” zegt ze, “als het puntje bij paaltje komt, in de laatste crises van de afgelopen jaren, zijn het juist D66-bewindslieden die het wel hebben gedurfd om grote stappen in Europa te maken.” 

Dit standpunt legt ze uit aan de hand van twee voorbeelden waarin D66-politici een belangrijke rol speelden. Ten eerste was het Rob Jetten die als minister voor Klimaat en Energie een leidende rol innam in het bij elkaar houden van de lidstaten om, onder andere, te komen tot gezamenlijke afspraken met betrekking tot gasinkoop. Op deze manier werd de afhankelijkheid van Rusland doorbroken en werden de gasprijzen enigszins onder controle gehouden. García Hermida-Van der Walle stelt dat de energiecrisis echt op Europees niveau is aangepakt.  

Ten tweede zocht de toenmalige minister van Financiën Sigrid Kaag een bondgenootschap met de zuidelijke lidstaten (met name Spanje). Hierdoor is onder meer de hervorming van het Stabiliteits- en Groeipact gerealiseerd. García Hermida-Van der Walle stelt dat deze toenadering tot de Zuid-Europese partners juist “een heel groot verschil is met bijvoorbeeld de houding van Jeroen Dijsselbloem van de PvdA”.

“Ook vanuit onze landelijke kopstukken hebben we gezien dat grote Europese stappen zijn gemaakt de afgelopen jaren.”

Politieke ontwikkelingen ten opzichte van de verkiezingen in 2019

In 2019 stond García Hermida-Van der Walle ook op de lijst voor D66. We zijn benieuwd naar haar ervaringen in 2024 ten opzichte van 2019, omdat de EU in de tussentijd voor grote uitdagingen heeft gestaan. De twee grootste ontwikkelingen zijn de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne. Met name op die twee punten ziet García Hermida-Van der Walle een groeiend bewustzijn van het belang van een sterk Europa.

“Vijf jaar geleden was het bijna ondenkbaar om het over een Europees leger te hebben.”

Vijf jaar geleden waren Nederlanders volgens García Hermida-Van der Walle niet overtuigd van meer Europese samenwerking op het gebied van defensie. Dat is nu anders; ze verwijst naar een recent onderzoek van de Volkskrant en I&O Research waaruit blijkt dat 42% van de Nederlanders voorstander is van een Europees leger. Dat komt volgens haar omdat mensen zich realiseren dat wij als afzonderlijke landen “echt heel weinig voorstellen” en we alleen gezamenlijk, als Europa, onze veiligheid en dus onze vrijheid kunnen garanderen. 

Ook de collectieve inkoop van vaccins in de coronacrisis toont volgens García Hermida-Van der Walle dat wij als Europa sterker staan en de wereld zo beter kunnen beschermen. Aan de andere kant ziet ze ook dat de neiging van Europese landen blijft bestaan om af en toe protectionistisch en nationalistisch te opereren. Dat werd ook duidelijk tijdens de lockdowns in de coronacrisis: “Ineens waren er overal weer grenzen, ineens waren de regels anders, ineens kon je niet van het ene naar het andere land, onze vrijheid van verkeer werd zo goed als opgeschort.” Om deze situatie tijdens toekomstige crises te voorkomen, vindt de D66-politica dat onze vrijheden en ons ‘Europa-zonder-grenzen’ nog verder versterkt en verdiept moeten worden. 

De Brusselse prioriteiten van García Hermida-Van der Walle 

We vragen of de besproken onderwerpen, zoals het versterken van de EU, ook de prioriteiten zijn waar ze zich als Europarlementariër binnen de fractie van de Europese liberalen op wil gaan richten. Dit blijkt haar lievelingsvraag te zijn en García Hermida-Van der Walle begint enthousiast vier plannen voor Europa uit te leggen: ze wil Europa hervormen. Op dit moment ziet ze een Europa dat niet zo slagvaardig is als het zou kunnen zijn vanwege de besluitvormingsstructuren. Ze geeft toe dat dit misschien abstract klinkt voor mensen die niet in de Brusselse bubbel leven. 

“Op dit moment zien we een Europa dat ergens niet zo slagvaardig is als het zou kunnen, omdat wij nog met besluitvormingsstructuren zitten van de vorige eeuw die ons belemmeren in het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen van deze tijd.”

Hiermee bedoelt García Hermida-Van der Walle allereerst dat het Europees Parlement nog geen volwaardige wetgevende macht is, omdat het geen initiatiefrecht heeft. Dat is een groot democratisch tekort van de EU, zo vindt ze. Ten tweede stelt ze dat “wij via het vetorecht gegijzeld worden door autocrats en wanna be autocrats a la Orbán als zij hun zin niet krijgen”. Zij pleit voor de afschaffing van dit vetorecht en voor het invoeren van besluitvorming – ook op het gebied van buitenlandse zaken en defensie – met gekwalificeerde meerderheid (red. minstens 55% van de lidstaten moeten dan een voorstel ondersteunen en deze lidstaten moeten samen minstens 65% van de inwoners van de EU vertegenwoordigen). Zo werkt volgens haar een volwaardige democratie.

Ten derde vindt ze dat het Parlement een individuele Eurocommissaris naar huis moet kunnen sturen, omdat het Parlement een controlerende functie heeft. Als een Eurocommissaris zich niet aan zijn afspraken houdt, kan het Parlement op dit moment geen proportionele actie ondernemen. Het enige dat het Parlement kan doen is de gehele Commissie naar huis sturen. García Hermida-Van der Walle benadrukt dat dit ondenkbaar zou zijn in Den Haag; als één minister zijn of haar afspraken niet nakomt, wordt niet het gehele kabinet naar huis gestuurd. 

García Hermida-Van der Walle stelt dat dit niet alleen een principekwestie is, het is ook een praktische kwestie: als de EU zich straks moet verdedigen tegen Russische agressie jegens lidstaten, zal de EU snel moeten besluiten hoe en wat (los van NAVO-afspraken). Als de EU daarvoor afhankelijk is van landen die een vetorecht kunnen uitoefenen, “dan kunnen we wachten totdat wij hier gratis les Russisch krijgen”.

Het vierde punt dat García Hermida-Van der Walle aanhaalt, is de afstand tussen de burger en de EU. Ze geeft aan dat mensen, “en terecht” stelt ze, een grote afstand voelen met bijvoorbeeld de Europese Commissie. Volgens haar komt dit onder andere omdat de Europese Commissarissen aangewezen worden. Zij pleit ervoor om in ieder geval de Commissievoorzitter te laten verkiezen door de Europese burgers, zodat (wederom) het democratische gehalte van de Unie wordt vergroot.

“Alles wat we zien op nationaal niveau aan een normaal functionerend democratisch systeem, zouden we heel graag zien op Europees niveau.”

We vragen hoe D66 deze kloof tussen de Europese burger en de Europese instellingen concreet wil verkleinen, gezien de doorgaans lage opkomst bij de Europese verkiezingen. García Hermida-Van der Walle erkent dit, maar vindt het belangrijk om hier een kanttekening te plaatsen. Volgens haar wordt vaak het frame overgenomen dat niemand geeft om de Europese verkiezingen en dat mensen Europa maar een abstracte entiteit vinden waar ze niks van begrijpen. “Dat zal wel enigszins kloppen” zegt ze, “maar je ziet wel dat de opkomst, weliswaar weinig, toeneemt.” Ze vergelijkt het opkomstpercentage met dat van referenda in de Provinciale Staten en “niemand twijfelt aan de legitimiteit van het provinciaal bestuur.” 

Toch erkent ze dat er inderdaad een afstand is, omdat Europa zich soms met best abstracte onderwerpen bezighoudt. Desondanks komt García Hermida-Van der Walle in de campagne politieke punten tegen die mensen wel bezighouden. Als voorbeeld noemt ze de natuurherstelwet: “Ik kom heel veel mensen op straat tegen die zich hier enorme zorgen maken, omdat zij zelf de natuur zien verslechteren.” Een dergelijk onderwerp is volgens haar “uiterst politiek” omdat het te maken heeft met de verkiezingen. García Hermida-Van der Walle legt uit dat de Europese Volkspartij, door de natuurwetgeving te verzwakken, de achterban tevreden wil houden met het oog op de aankomende verkiezingen. De D66-politica stelt dat mensen dat heel goed aanvoelen. Daarom pleit D66 ervoor de EU politieker te maken in plaats van technocratischer en ambtelijker.

“Waar ik voor pleit en waar D66 voor pleit, is de Unie juist politieker te maken, niet technocratischer, niet ambtelijker, maar echt politieker, want dat is het ook.” 

García Hermida-Van der Walle voegt hier nog aan toe dat wanneer dit gebeurt, en wanneer de Brusselse politiek ook door de media wordt opgepikt, de interesse van mensen toeneemt. Ze concludeert dat ze gelooft dat Europarlementariërs zich assertiever zullen opstellen wanneer de macht van het Parlement wordt versterkt. Dit leidt er vervolgens toe dat Europese burgers zich beter vertegenwoordigd zullen voelen.

We vragen hoe García Hermida-Van der Walle zelf haar rol als Europarlementariër zou willen invullen om aan deze betere vertegenwoordiging bij te dragen. Ze legt uit dat ze, als ze verkozen wordt, er heel bewust voor kiest om in Gorredijk (Fryslân) te blijven wonen. Ten eerste heeft dit te maken met haar gezinssituatie. Ten tweede vindt ze het belangrijk om aan het eind van de week terug te keren naar haar dorp en op zondag achter de bar in de voetbalkantine te staan. Dit is gezond voor haarzelf, maar ook belangrijk als politica. Ze merkt namelijk dat politici makkelijker te benaderen zijn in een ontspannen, spontane en normale omgeving, zoals op het schoolplein of de voetbalkantine dan in een formele setting, zoals een werkbezoek of politieke bijeenkomst. Mensen voelen dan de vrijheid om bepaalde dingen aan te kaarten, haar aan te spreken of vragen te stellen. Ze benadrukt dat dit niet altijd vanuit politieke overeenstemming is en dat ze hierdoor pittige gesprekken kan hebben. “Maar” zo zegt ze, “juist daardoor begrijp ik het stemgedrag van mensen veel beter en wat mensen bezighoudt”. 

“Voor mij is het echt enorm belangrijk dat ik aanwezig ben in Nederland; privé maar ook in contact met kiezers.”

García Hermida-Van der Walle voegt hier nog graag aan toe dat dit niet alleen om Nederland gaat. Hoewel alleen Nederlanders haar kunnen verkiezen en ze zich inzet binnen de Nederlandse delegatie, gelooft ze er sterk in dat Europarlementariërs vertegenwoordigers zijn van alle Europeanen. Natuurlijk staat ze dichter bij de Nederlander en voelt ze beter aan wat er “in Nederland speelt dan in bijvoorbeeld Bulgarije”, maar ze vindt dat Europarlementariërs er voor alle Europese burgers moeten zijn.

“Ik wil een beetje breken met dat idee dat Nederlanders zich alleen inzetten voor het belang van Nederland want dat lijkt me niet de juiste houding voor een Europarlementariër.”

D66 in de Europese liberale fractie

De discussie die veel mensen (in Brussel) momenteel bezighoudt, is de positie van de VVD in de liberale fractie in het Europees Parlement (Renew Europe). De VVD wordt door Renew Europe bekritiseerd vanwege de toenadering tot de radicaal-rechtse PVV in de Nederlandse politiek. D66 zit in dezelfde Europese fractie als de VVD. We zijn benieuwd naar de visie van García Hermida-Van der Walle op deze kwestie. 

“Voor D66 is het duidelijk.” García Hermida-Van der Walle legt uit dat D66 één van de mede-indieners is van de resolutie van ALDE (red. de Europese partij waar zowel D66 als VVD lid van is en die onderdeel is van Renew Europe) om “nooit en te nimmer samen te werken met extreemrechts, zowel op nationaal als Europees niveau.” Ook Renew Europe heeft een soortgelijke uitspraak gedaan. In beide gevallen bijna unaniem. García Hermida-Van der Walle stelt: “wij zitten goed en heel comfortabel binnen een groep en een partij die die samenwerking uitsluit.” 

Ook vanuit Renew Europe zijn er reacties gekomen op deze situatie, waaronder van de voorzitter Valérie Hayer. De fractie is bezorgd en verbijsterd over de samenwerking tussen de VVD en PVV in Nederland. Hayer heeft een vergadering aangekondigd met alle delegatieleiders vlak na de verkiezingen en García Hermida-Van der Walle verwacht dat dit een stevig gesprek wordt. “Maar,” voegt ze eraan toe, “het kabinet staat nog niet op het bordes en de Europese verkiezingen moeten nog komen.” Ter verduidelijking vertelt ze dat de delegaties na de verkiezingen beslissen bij welke fractie ze zich willen aansluiten. Er zijn natuurlijk voornemens zoals dat D66 met Renew wil werken maar formeel besluiten de nieuwverkozen leden van de delegaties zelf ná de verkiezingen pas bij welke fractie ze zich willen aansluiten. Ze verwacht dus binnenkort meer te weten, maar de positie van D66 is duidelijk.

“Wat D66 betreft is onze eigen positie wel helder; wij werken niet met extreemrechts, niet landelijk, niet Europees.”

De toekomst van de EU

Op de vraag hoe ze hoopt dat de EU er over tien jaar uitziet, schetst García Hermida-Van der Walle een beeld waarin de Unie is uitgebreid of op het punt staat uit te breiden. Verder is de Unie democratischer geworden, onder andere doordat het Europese Parlement het initiatiefrecht heeft gekregen en de Commissievoorzitter direct door Europese burgers wordt verkozen. Daarnaast worden Brusselse besluiten genomen met een gekwalificeerde meerderheid. García Hermida-Van der Walle benadrukt dat het goed is verder te kijken dan de aankomende vijfjarige termijn, want dit zijn “zodanig ingrijpende en vergaande veranderingen, dat ik weet dat dat niet binnen vijf jaar te bereiken is.” Ze ziet de komende vijf jaar dan ook als de periode waarin het fundament voor deze veranderingen wordt gelegd.

“Over tien jaar hebben we Europa uitgebreid; nieuwe staten zijn erbij gekomen of staan op het punt erbij te komen.”

Waarom stemmen?

Als afsluiter vragen we García Hermida-Van der Walle wat zij zou willen zeggen tegen de kiezers die nog twijfelen om te gaan stemmen voor de Europese Parlementsverkiezingen. Haar eenwoordige antwoord luidt: “Brexit.”

Ze legt uit dat bij het Brexit-referendum veel, voornamelijk jonge, kiezers thuis bleven. Als slechts een paar procent meer jongeren was gaan stemmen, was de uitslag waarschijnlijk anders geweest en was het Verenigd Koninkrijk een EU-lidstaat gebleven. Ze vindt het “doodzonde” dat mensen die minder last hebben van Brexit een “enorme last leggen op hele generaties van jonge mensen die hiermee moeten leven de komende vijftig jaar”. De gevolgen voor die generatie zijn groot. Britse studenten hebben bijvoorbeeld geen toegang meer tot Erasmus uitwisselingsprogramma’s, Britten kunnen niet meer eenvoudig in de EU werken en hebben bovendien welvaart moeten inleveren. Ze vervolgt dat extreemrechts of zeer conservatief rechts waarschijnlijk niet de grootste zullen worden in deze verkiezingen, maar wel een grote invloed zullen hebben op beslissingen. Dit baart haar zorgen, omdat de extreemrechtse partijen onder meer de bewegingsvrijheid willen beperken (red. bijvoorbeeld door meer grenscontroles tussen EU-lidstaten). Dit raakt elke Europeaan, maar met name de Europese jeugd. 

Het is natuurlijk onbekend voor wat voor uitdagingen de EU in de komende vijf jaar zal komen te staan, maar García Hermida-Van der Walle omschrijft dit als een “make it or break it moment” voor de grote thema’s. Ze gaat ze één voor één af: wat betreft klimaat kan Europa de doorslaggevende machtsfactor zijn in de wereld. Wat betreft migratie “voelt iedereen aan dat er duurzame en humane oplossingen nodig zijn”, voordat migratie als “splijtzwam” wordt gebruikt door radicaal-rechts om onze samenleving compleet te ontwrichten. Wat betreft de economie moet Europa snel ingrijpen, gezien het verliest aan concurrentiekracht tegenover China en Amerika. En als laatste, wat betreft veiligheid, gaat Europa in de problemen komen als wij “onze eigen boontjes niet kunnen doppen”, zeker met de mogelijke herverkiezing van Trump in november.

Ze roept Europeanen, en vooral de Europese jeugd, dan ook op om te gaan stemmen en zo grip te houden op hun eigen toekomst:

Er gaat van alles gebeuren de komende vijf jaar dat ontzettend invloedrijk gaat zijn voor de komende vijftig jaar. Dus ga vooral stemmen!”

Daniel Niekel heeft een Master in International Business & Management van de Rijksuniversiteit Groningen en is momenteel werkzaam in Cotonou, Benin. 

Hanna Krijgsman van Spangenberg heeft een master in Political Science van de Vrije Universiteit Amsterdam en een bachelor in Europese Studies van de Universiteit van Amsterdam met een major in Europese geschiedenis.

Beeld: Jeroen Mooijman